Elektrische componentenPremium

Hoe is een verdeelkast opgebouwd?

In de zekeringkast of verdeelkast wordt de stroom die binnenkomt in je woning, verdeeld over de verschillende kringen. Alle leidingen die je doorheen de ruimtes plaatst komen logischerwijze ook hier uit. We geven een woordje uitleg bij de verschillende elementen die je in de zekeringkast kan terugvinden en geven mee hoe je die zelf kan voorbekabelen en plaatsen. Ook hier geldt: als je weinig ervaring hebt, laat je bijstaan door een vakman.

 

De onderdelen van een zekeringkast

Om een werkende elektrische installatie te hebben, moeten al je leidingen op een veilige manier aangesloten worden in een zekeringkast. Hoe je zekeringkast eruit zal zien en wordt gedimensioneerd, wordt bepaald op basis van je elektriciteitsplan.

Eerst: monofasig of driefasig?

Alle elektrische leidingen in je woning leiden naar de verdeelast. Op je verdeelkast worden de stroomvoeding, die via je tellerkast de woning de zekeringkast binnenkomt.

driefasig zekeringkast

Monofasig circuit

Het elektriciteitscircuit in onze woningen werkt met twee geleiders: een fasegeleider en een nulgeleider. We spreken daarbij over een monofasig circuit. In zo'n monofasig circuit zal de stroom uit de fasedraad vertrekken, door de verbruiker (bijvoorbeeld een lamp) vloeien, en in de nulgeleider terechtkomen. De verbruiker zal dus pas werken wanneer beide geleiders ermee verbonden zijn.

Normaal heb je met een standaard monofasige of eenfasige aansluiting genoeg. Je hebt dan een stroomsterkte van 40 Ampère en tussen die draden zit een spanningsverschil van 230 Volt. Dat is voldoende voor een wasmachine, droogkast, kookplaat en dergelijke. Maar misschien heb je een bepaald toestel dat meer stroomsterkte vereist? Dan kan je in sommige gevallen gaan verzwaren tot 63 Ampère. Of dit mogelijk is, vraag je best even na bij je elektricien en/of netbeheerder.

Driefasig circuit

Wie een hoger vermogen nodig heeft, bijvoorbeeld voor bepaalde warmtepompen of een laadpaal, kan kiezen voor een driefasige aansluiting.  Je kan een driefasige aansluiting hebben zonder nulgeleider, waarbij er tussen twee fases telkens een spanning van 230 Volt zit, of een driefasige aansluiting mét nulgeleider: tussen elke fase en de nulgeleider zit een spanning van 230 Volt en tussen twee fasedraden heb je een spanning van 400 Volt. 

Je kan van een bestaande monofasige aansluiting overschakelen naar en driefasige aansluiting, maar daar zijn uiteraard wel wat extra kosten aan verbonden. Informeer je hiervoor bij je netbeheerder en/of een elektricien over de mogelijkheden.

 

De verdeelkast zelf

 

De differentieelschakelaars

In elke zekeringkast moeten differentieelschakelaars of differentieelautomaten zitten om de veiligheid van de installatie te verzekeren. In installaties die geplaatst werden voor 2023, zal je zien dat er één hoofddifferentieelschakelaar van 300 mA is voor de algemene installatie en één differentieelschakelaar van 30 mA waarop de automaten voor elektrische toestellen in vochtige ruimtes zijn aangesloten.

Tegenwoordig moet, naast de hoofddiferentieelschakelaar waarop de algemene voedingskabel wordt aangesloten, ook elke kring met stopcontacten, verlichting en niet-vaste toestellen afzonderlijk achter een differentieel van 30 mA geplaatst worden. Per differentieel van 30 mA mogen slechts 8 kringen aangesloten worden.

differentieel zekeringkast

Wat doet een differentieelschakelaar?

Een differentieelschakelaar meet de stroom die door alle geleiders afzonderlijk loopt. Differentieelschakelaars of verliesstroomschakelaars schakelen de spanning uit wanneer er een stroomlek wordt waargenomen, dus wanneer de isolatie van een van de toestellen of kabels beschadigd is en stroom wegvloeit.

Bij een verliesstroom van meer dan 300 mA zal de hoofddifferentieelschakelaar automatisch de stroom uitschakelen. Vanuit de hoofddifferentieelschakelaar (300 mA) vertrekt ook de verbinding naar de andere differentieelschakelaars van 30 mA en 300 mA. 

Voor stroombanen van verwarmingsweerstanden die verzonken zitten in vloeren, is er een verliesstroomschakelaar nodig met een gevoeligheid van 100 mA. Wanneer je stopcontacten plaatst in zone 2 van de badkamer, is er een bijkomende differentieel met een gevoeligheid van 10 mA nodig.

testknop zekeringkast

Nulstroom of aardlek?

Als er geen verschil is tussen de uitgaande stroom en de inkomende stroom in de stroomkringen spreken we van een nulstroom. Als er toch een verschil is, spreken we van een aardlek. Via de testknop op de differentieelschakelaar kan je testen of het mechanisme van de differentieelschakelaar nog correct functioneert. Dat moet volgens het AREI maandelijks gebeuren

De testknop veroorzaakt intern een verschilstroom, waardoor de differentieel uitschakelt. Effectief nulstroom meten doe je middels een stroommeting op de aardingsdraad die de verdeelkast met de aardingsonderbreker verbindt.

 

De zekeringsautomaten

automaten zekeringkast

Elke kabel die van een schakelaar of stopcontact komt, wordt aangesloten in de zekeringkast op zekeringsautomaten. De zekeringsautomaten, of automatische beveiligingsschakelaars vormen een overspanningsbeveiliging en zullen bij overbelasting of kortsluiting van een bepaald toestel in de kring de stroomtoevoer onderbreken.

Deze komen meestal voor in tweepolige uitvoering van 16A, om kringen met verlichting af te zekeren (met een draaddikte van 1,5 mm²) of 20A, om kringen met stopcontacten af te zekeren (met een draaddikte van 2,5 mm²). Je kan er ook een bepaalde stroomkring afzonderlijk mee uitschakelen. 

Voor toestellen met een meerfasige aansluiting gebruik je een zekeringsautomaat met vierpolige aansluiting. Die gebruik je bijvoorbeeld voor een kookplaat. Deze heeft ook een hoger ampèrage, omdat de kabeldikte tot aan de verbruiker dikker is.

Zekering of automaat?
Let op: er is een verschil tussen automaten en zekeringen. Wanneer een zekering springt door overbelasting of kortsluiting, moet deze worden vervangen. Automaten zullen de stroom onderbreken, maar kunnen opnieuw ingeschakeld worden. 
Tegenwoordig gebeuren elektrische installaties standaard met automaten. Werk je toch nog met zekeringen? Weet dan dat je om een kabel te beveiligen steeds een stap lager moet gaan dan bij een automaat. Als je bijvoorbeeld een kabel met een automaat van 20A of 16A afzekert, mag dat met een zekering respectievelijk max. 16A of 10A zijn.

 

De verdeelrails

rails verdelen zekeringkast

De zekeringsautomaten worden op de rails in de kast geklikt. Onderaan de zekeringsautomaten wordt per rail nog een kamgeleider met aansluitvorken of -pinnen geklikt. Hier komen de draden via de differentieelschakelaar door. Via het verdeelrailstel worden de draden dan verbonden met de automaten.

Je kan ook ook de verbinding met de differentieelschakelaar afzonderlijk maken met draden, maar een verdeelrail of kamgeleider om de spanning te verdelen in de verdeelkast kan je heel wat bedradingstijd uitsparen.

 

Hoe bedraad je een verdeelkast?

Je hebt het corpus van de kast zelf, waarin er rails zitten waarop je de differentieelautomaten en zekeringsautomaten kan vastklikken.

Opbouwen en vastklikken

opbouwen zekeringkast

Je klikt eerst de automaten en differentieelschakelaars vast op de rails in de verdeelkast. Probeer je verdeelkast logisch op te bouwen. Komt de stroom links bovenaan toe? Steek daar dan ook de hoofddifferentieelschakelaar van 300 mA.

Plaats eronder alle automaten van 20A ,voor de stopcontacten, samen op een rail. Daaronder plaats je de automaten voor de schakelaars van 16A. Helemaal onderaan plaats je de gevoelige verliesstroomschakelaar van 30 mA. Daarnaast komt er een kring voor de badkamer en alle toestellen die in aanraking komen met vocht.

 

Onderaan: stroom doorlussen

De onderkant van de automaten gebruik je om de stroom door te lussen, zo komen de automaten onder spanning te staan. Ofwel gebruik je daarvoor koperdraad waar je lusjes van maakt, ofwel gebruik je een kamgeleider. 

Met een kamgeleider

kamgeleider zekeringkast

Gebruik je een kamgeleider? Zorg ervoor dat die aangepast is aan je type aansluiting. Dat hangt af van je hoofddifferentieelschakelaar en op welke manier je hem wil doorlussen. Heb je een kamgeleider met vorkjes? Dan kan je die in de daarvoor voorziene openingen van de automaat steken. Niet alle automaten hebben hiervoor openingen. Hebben jouw automaten die niet? Dan gebruik je de openingen onderaan, waar je ook de draden kan insteken.

Een kamgeleider kan je gemakkelijk op de juiste maat afkorten met een metaalzaag. Voor je hem installeert, zorg je wel eerst dat alle kopervijlsel uit de kamgeleider is. Klop hem daarvoor uit om later kortsluiting te vermijden. Na het afzagen verwijder je ook de bramen met een vijl of schuurpapier. Op de zijkanten van de kamgeleider zet je nog beschermingsdoppen. Zo kan je ook langs de zijkant geen kortsluiting maken.

schroeven zekeringkast

Breng de kamgeleider dan aan in de opening onderaan de automaten. Draai alle schroeven goed aan met een schroevendraaier.

 

Met koperdraad

Lus je onderaan door zonder kamgeleider, dan zal je wel wat langer werk hebben. Het voordeel is dat dit doorgaans goedkoper is.

koperdraad zekeringkast

Duid eerst aan waar welke fasedraad waar komt op je automaat. Heb je een driefasige automaat met nulgeleider? Duid dan op elke automaat een cijfer aan dat één fase aanduidt.

Blauwe draad

Lus eerst onderaan de zekeringsautomaten de blauwe neutrale draad door. Leg een bruggetje tussen elke automaat. Normaal gezien komt de neutrale verbinding in de rechteraansluiting van de automaat te zitten. Dat hangt echter van merk tot merk af. Meestal is er hiervoor een N-aanduiding, let er dus op dat je telkens de N met N verbindt.

De draaddikte hangt af van je netaansluiting. Heeft die een automaat op 40 Ampère, dan mag je doorlussen met een draaddikte van 6 mm². Is er een automaat van 63 Ampère geïnstalleerd, dan gebruik je 10 mm². In de praktijk zal er meestal 10 mm² gebruikt worden.

Fasedraad

Ook de bruggetjes van de fasekant kan je dan maken. In dit geval betekent dat alle automaten met dezelfde nummering aan elkaar verbinden. Aan de verliesstroomschakelaar moet je even opletten omdat de fases hier naast elkaar zitten, maar naar verschillende automaten moeten gaan.

Draai ook hier steeds alle schroeven goed aan met een schroevendraaier. Gebruik geen schroefboormachine.

 

Rails verbinden

rails zekeringkast

Zijn alle zekeringsautomaten verbonden? Dan is het tijd om de rails met elkaar te verbinden. Voor de nulgeleider gebruik je een blauwe draad, voor de fasedraad kan je een andere kleur gebruiken.

Vertrek bij de hoofddifferentieel en lus zo alle rails aan elkaar. Doe dat in een slangenpatroon van het begin van de eerste rij naar het begin van de tweede en van het einde van de tweede naar het einde van de derde. Anders komen er tot drie draden in één opening te zitten en dat zou wat veel zijn. Werk je met een kamgeleider en zijn de openingen onderaan nog vrij, dan kan je natuurlijk gewoon telkens van het begin vertrekken.

Bij de verliesstroomschakelaar van 30 mA kan je de stroom bovenaan of onderaan laten toekomen. Hierna wordt hij opnieuw verdeeld over de automaten.

 

Verdeelkast ophangen

verdeelkast zekeringkast

Als de kast volledig is voorbedraad, plaats je die op zijn definitieve plaats. Vaak is dat vlak naast de meterkast. Zo kan je namelijk meteen de connectie maken met VOB-draden. Hangt ze er niet naast? Dan gebruik je een XVB-kabel zonder aarding om de verbinding tussen de meter en de kast te maken.

De kast zelf dient op montagebeugels aan een paneel aan de muur gemonteerd te worden, met pluggen en schroeven. Eens de kast ophangt, kan je  de boven- en onderplaat van het corpus wegnemen om vlot alle aansluitingen te kunnen maken.

 

Gebruikers aansluiten

gebruikers zekeringkast

Bovenaan de automaten sluit je vervolgens de draden aan die naar de verschillende gebruikers gaan, zoals de lichtpunten en de stopcontacten. Zorg ervoor dat wanneer je onderaan de automaten de nulgeleider rechts hebt geplaatst, dat je ook bovenaan de nulgeleider rechts aansluit. Het is voor elke automaat hetzelfde: op maat knippen, strippen en aansluiten. Schroef alles opnieuw goed aan. Controleer op het einde nog eens alle schroeven, zowel bovenaan als onderaan de automaten en de verliesstroomschakelaars.

Je kan aan de hand van je lijst de automaten ook nog labelen. Zo weet je meteen welk circuit is uitgevallen.

 

Aardingsrail plaatsen

rail zekeringkast

Beneden plaats je dan de aardingsrail. Daarop sluit je de aardingsgeleider aan die verbonden is met de aardingslus. Strip dan ook alle aardingsdraden en steek ze in de aardingsrail.

 

Kabels van de meterkast

kabels zekeringkast

Vergeet verder ook niet om de schroefgaten af te dekken met de bijgeleverde dopjes. Als laatste sluit je de kabels aan die van de meterkast komen. Eens de installatie gecontroleerd is, kan de netbeheerder langs komen om de meterkast aan te sluiten.

 

Gevarendriehoek en labels

labels zekeringkast

Wil je niet afgekeurd worden, dan moet je wel nog een gevarendriehoek en het type aansluiting kenbaar maken op je verdeelkast.

Voor het gevarenteken heb je een aantal opties, maar je kiest het best voor een duidelijke, grote aanduiding. De aanduiding van de spanning kan je gemakkelijk doen met duidelijk leesbare plakletters. Zorg er wel voor dat ze netjes gekleefd worden. Bij de verpakking zit een raster waarop we de kleefletters eerst recht kunnen hangen. De letters lijn je uit op het raster, waarna je er een kleefstrip over hangt. Zo kan je de letters meteen recht overzetten op je kast.

 

ZDBbe2414U01

Krijg GRATIS toegang tot het artikel
of
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium abonnee en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse nieuwsbrief met extra tips en exclusieve content
  • checkvolledig toegang tot het digitaal archief
  • checkonbeperkt toegang tot 3.000 bouwinstructies
  • checkonbeperkt toegang tot 1.400 instructievideo's
Heeft u al een abonnement? 
Print Magazine

Recente Editie

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine