Lakken volgens de regels van de kunst
Aandachtspunten bij het aanbrengen
Na afronding van de ondergrondvoorbereiding gaat de laatste fase van start: het eigenlijke lakken, de kers op de taart.
GEREEDSCHAP

Aangepast materiaal is van belang voor een goed eindresultaat. Bij solventgedragen lakverven heeft de verffilm meer tijd om te drogen en te vloeien, dus kunnen alle soorten borstels gebruikt worden. Bij watergedragen lakken kan er geen klassieke borstel op basis van varkenshaar gebruikt worden omdat die te veel water absorberen en er op die manier strepen in de verflaag te zien zullen zijn. Hiervoor zijn speciale, synthetische borstels ontwikkeld die wel een glad resultaat opleveren. Als het om een grote oppervlakte gaat, kan er voor beide laksoorten gebruikgemaakt worden van een verfrol. Het nadeel daarvan is dat die niet over de verf wrijft, maar er eerder aan trekt, waardoor er lucht in de verffilm kan komen en er blaasvorming kan ontstaan. Met een mousserol kan de lak niet rechtstreeks aangebracht worden omdat die te weinig product opneemt en er dus niet voldoende laagdikte mee opgebouwd kan worden. Er kan wel mee nagerold worden om een glad eindresultaat te bekomen. Ten slotte kan in de juiste omgeving lak ook gespoten worden. Een schrijnwerker kan in zijn atelier, waar afzuiging voorzien is, de materialen ophangen en bespuiten met een aangepaste lakverf die toelaat om een laagdikte te bereiken die tot drie keer hoger ligt. Als dat op locatie moet gebeuren, is er meestal te veel afplakwerk nodig.

BIJKOMENDE VEREISTEN
Voor een normale filmvorming wordt een minimumtemperatuur voorgeschreven van tien graden Celsius voor de ondergrond en de omgeving. Vooral tijdens de eerste uren, wanneer de verffilm op spanning komt, is een stabiele omgevingstemperatuur cruciaal. Onthechting kan bijvoorbeeld ontstaan door een te drastische afkoeling van de ondergrond, zeker buiten, waar vocht zich op de ondergrond zal vestigen bij te sterke temperatuurdalingen. Er bestaan solventgedragen lakken, ook wel doorwerklakken genoemd, die dankzij specifieke technologieën toch een normale droging kennen in de vrieskou. Omgekeerd mag er ook niet met lak gewerkt worden in extreem hoge temperaturen of rechtstreeks in de zon. Dat is zeker het geval bij houtwerk, waar, bij opwarming, ingesloten lucht zal expanderen en tegen de verffilm zal duwen. Indien daar geen rekening mee wordt gehouden, kan er blaasvorming ontstaan door de achtergebleven lucht die bij het uitzetten naar buiten zal willen. Met regenslag wordt het best ook rekening gehouden om de droging te bevorderen en de technische eigenschappen van de lak te vrijwaren.
LAAGOPBOUW
Zodra de nodige voorbereidende stappen doorlopen zijn, kan de lakverf aangebracht worden. Dat gebeurt het best in drie stappen. Eerst wordt er een primer aangebracht die een goede aanhechting verzekert. Vervolgens wordt er een tussenlaag aangebracht met de gekozen lak of primer om wat laagdikte op te bouwen en ten slotte wordt er een eindlaag aangebracht met de lak. Die zorgt eveneens voor extra laagdikte, maar zorgt ook voor een strak en glad resultaat en draagt bij tot de duurzaamheid, vetresistentie, kras- en slijtvastheid etc., afhankelijk van de gekozen lak.
PERIODIEK ONDERHOUD
Elke soort verf moet onderhouden worden, dat is dus ook het geval bij lakverven. Een tijdig periodiek onderhoud kan een hoop ellende voorkomen. Zo is de laagdikte op niet-afgeronde kanten, bijvoorbeeld, slechts een derde van de laagdikte op een normaal oppervlak. Aan die scherpe kanten is vaak te merken of er een laag toegevoegd moet worden of niet, aangezien die sneller slijt. Tijdig onderhoud is de boodschap. Als dat niet gebeurt, ontstaat er een afbladdering van de lak en moet het hele verwerkingsproces herhaald worden, wat een hoop extra werk oplevert.
EENPOTSYSTEEM
Niet iedereen heeft altijd de tijd of zin om alle stappen voor de verwerking van lakverven door te gaan. Hiervoor ontwikkelden fabrikanten het eenpotsysteem. Belangrijk daarbij is dat het product voldoende waterdoorlatend is, zich mooi opspant en vooral dat het voor zowel primer- en tussen- als eindlaag gebruikt kan worden. Voor een toepassing op hout is dit relatief eenvoudig te verwezenlijken, maar voor metalen is dat moeilijker. De uitdaging daar ligt bij het feit dat de lak voor zowel non-ferro- als ferrometalen gebruikt moet kunnen worden. Ook daar zijn de fabrikanten ondertussen in geslaagd, door gebruik te maken van speciale harsen, zoals epoxy- of polyesterharsen.Lakken volgens de regels van de kunst