VERSPUITBARE LAKKEN: SPUITTECHNISCH
een egalere afwerking bereikt worden
Tijdens het verspuiten van een lak moet rekening gehouden worden met enkele spuittechnische factoren. Er zijn bepaalde voorwaarden die gelden alvorens men kan beginnen. Bij het kiezen van de lak moet rekening gehouden worden met heel wat zaken. Denk bijvoorbeeld aan het bepalen van de druk en de verdunning van de lak, wat gebonden is aan enkele lak- en omgevingsfactoren. De technische fiche speelt daarbij een belangrijke rol, aangezien hier tips voor het verspuiten van de lak op terug te vinden zijn. Ook voor de manier van werken bestaan bepaalde tips & tricks voor het verspuiten van lak.
PERFECT PROPER
Of het nu airless of airmix is, ongeacht welke machine of welk type systeem, de belangrijkste voorwaarde is dat alles perfect proper is voor gebruik. Op die manier kunnen veel problemen voorkomen worden. Daarnaast is het belangrijk te weten hoe het gekozen toestel ingesteld en gebruikt moet worden. Het is ook van belang te weten met welk product er gewerkt kan worden en wat diens eigenschappen zijn. In principe is alles verspuitbaar, zolang het vloeibaar is en er geen zand of vaste bestanddelen in zitten. Er mogen ook geen bindmiddelen inzitten die leiden tot spetteren of klonteren. Tegenwoordig proberen fabrikanten hun producten echter specifiek aan te passen (vooral qua viscositeit, zeker in het geval van lakken), zodat ze verspuitbaar zijn.
LAKKEUZE
Bij het kiezen van de juiste lak moet er rekening gehouden worden met klassieke zaken zoals de omstandigheden waarin gespoten wordt (denk aan temperatuur of luchtvochtigheid), wat voor ondergrond geverfd moet worden, aan welke vereisten de uiteindelijke lakverffilm moet voldoen etc. Met andere woorden, zaken die vaak ook bij het klassieke verven van toepassing zijn en terug te vinden zijn op de technische fiche. Elke soort machine heeft echter een soort verf waarmee ze beter matcht. Zo wordt de conventionele manier van verspuiten en de HVLP vooral gebruikt voor alles wat solventgedragen is. Watergedragen lakken kennen, bijvoorbeeld, meestal een te lage viscositeit om verspoten te worden via HVLP, al passen verschillende fabrikanten nu de viscositeit van hun lakproducten aan om dat toch mogelijk te maken. Airless- en airmixtoestellen werken in principe met alle vloeistoffen, zolang de juiste viscositeit en druk gebruikt worden. Hiermee kunnen watergedragen lakken dus wel verspoten worden.

ondergrond, creëer een overlap tussen de verschillende
lagen en beweeg het pistool gelijkmatig
DRUK EN VERDUNNING
Eenduidig aanduiden wanneer welke druk en verdunning gebruikt moeten worden, is moeilijk. Beide factoren zijn sterk afhankelijk van enkele omstandigheden:
• De samenstelling van de verf;
• Het vermogen van het gebruikte toestel;
• De temperatuur van de werf en de verf;
• De luchtvochtigheid op de werf.
Zo is de te gebruiken druk sterk variabel in functie van temperatuur en luchtvochtigheid, waardoor hetzelfde product op de ene werf verdund zal moeten worden en op de andere niet. Hoeveel verdunning er nodig is, hangt sterk af van welke lak er in combinatie met welke machine gebruikt wordt. Om bijvoorbeeld een echt mooie verneveling bij lage druk te krijgen, moeten sommige lakken 10-20% verdund worden. Er moet dan echter wel traag gewerkt worden en er is een erg trage laagopbouw. Tegenwoordig is het echter niet altijd nodig om te verdunnen, omdat fabrikanten lakproducten ontwikkelen die specifiek gemaakt zijn om te verspuiten. Controleer zeker steeds de technische fiche voor eventuele informatie of tips i.v.m. deze twee factoren.
TECHNISCHE FICHE
De informatie die terug te vinden is op zo’n technische fiche van een lak (of op de website van de fabrikant), is meestal beperkt. Dat ligt vooral aan de variabiliteit van de (bovenstaande) omstandigheden waarin er verspoten moet worden. Wat wel op de technische fiche terug te vinden is in verband met het verspuiten van de verf, zijn de best gebruikte hoek, de te gebruiken spuittip en de ideale opening van die spuittip. Soms kan er ook een indicatie gegeven worden van de te gebruiken druk of de nodige verdunning. Andere gegevens zoals onder andere de laagdikte of de droogtijd gelden evenzeer voor het verspuiten van verf als voor het klassiek verven met borstel of rol.
OMGEKEERDE WERELD
Een toch wel belangrijk verschil tussen het klassieke verven of lakken met borstel of rol en het verspuiten van lak is de volgorde waarin alles gebeurt. Eerst en vooral moet op voorhand beslist worden of verspuiten een optie is, zodat er geen tijd en kosten verloren gaan. Zodra dat besluit genomen is, moet de gedachtegang van de schilder omgedraaid worden. Bij de keuze voor het verspuiten van lak wordt het best eerst het lakwerk gedaan (van bijvoorbeeld de plinten, ramen, deuren etc.), omdat de nevel die hiervan mogelijk op de muren of het plafond terechtkomt, toch overschilderd wordt. Zodra dat droog genoeg is, wordt het lakwerk afgeplakt en kunnen de muren gedaan worden. Indien er met meerdere kleuren gewerkt wordt, wordt het best begonnen met de muren omdat die makkelijker af te plakken zijn dan het plafond. Ten slotte kan het plafond afgewerkt worden.
VERSPUITEN ZELF
Bij het verspuiten van verf of lak is het belangrijk om steeds een gelijke afstand te behouden ten opzichte van de te verven ondergrond (variabele afstand, afhankelijk van het gekozen product), een overlap te creëren tussen lagen en het pistool gelijkmatig te bewegen, omdat de snelheid bepalend is voor de laagdikte. Bij het verspuiten onder lage druk met lucht moet er gewaaierd worden. Het pistool wordt opengetrokken, de verf wordt aangebracht op de ondergrond en het pistool moet uitgezwaaid worden. Bij airless (en airmix) verspuiten is het belangrijk om altijd loodrecht op de ondergrond te proberen blijven, de trekker van het pistool over te halen en los te laten tijdens de beweging en niet uit te zwaaien. In het geval van het verspuiten van lakproducten kan het gebeuren dat er trager gewerkt moet worden. Er kan een wat langere wachttijd nodig zijn tussen de laklagen door, om te voorkomen dat de lak uitzakt. Al bij al kan echter gezegd worden dat het verspuiten van lakken sneller gaat dan het lakken met een borstel of rol en dat er een hogere laagdikte en een egalere afwerking bereikt kunnen worden. Tegenwoordig is er ook een volledig kleuraanbod beschikbaar en moet er niet langer binnen de witte of pastelkleuren gebleven worden.

NIEUWE SPUITTIP
De fabrikanten van spuitapparatuur hebben een nieuwe spuittipgeneratie gelanceerd die het toelaten om met minder druk te spuiten. Een dubbele boring, met een extra kamertje in de spuittip, zorgt ervoor dat de druk verlaagd kan worden, wat het spuitcomfort vergroot, minder overtollige laagdikte in de overlap veroorzaakt en de verneveling fijner en gelijkmatiger verdeelt. Vooral voor het verspuiten van watergedragen lakken is deze spuittip een belangrijke evolutie.
VERWARMD SPUITEN
Dankzij de samenwerking tussen de verffabrikanten en de fabrikanten van spuittoestellen is er tegenwoordig een nieuwe spuittechnologie op de markt terug te vinden. Daarbij wordt de aanvoerslang verwarmd, waardoor de lak een lagere viscositeit bekomt. Hierdoor kan er met minder druk en dus minder nevel gewerkt worden. Zodra de lak dan op het substraat belandt, koelt hij af en bekomt hij opnieuw zijn initiële hogere viscositeit. Zo heeft de lak een beter standvermogen en kunnen hogere laagdiktes gespoten worden met weinig risico op lopers.