Aan welk profiel voldoet de ideale franchisenemer?

mooie toekomst dankzij jonge garde

Een franchisenemer heeft een welbepaalde ingesteldheid nodig om te slagen. In de eerste plaats moet hij willen delen (met de franchisegever) en moet hij een goed groepsgevoel hebben (tegenover collega-franchisenemers). Jongeren staan open voor het collectieve idee. Luc Deraedt van Franchisee.be ziet een mooie toekomst weggelegd voor de franchiseformule dankzij de jonge garde.

Kosten delen, winst verdelen

Aan franchising denken ze vaak niet

Wat is het profiel van een ideale franchisenemer? Met welke eigenschappen heb je het meeste kans op slagen? We vroegen het aan Luc Deraedt, gepokt en gemazeld in de franchisesector. Hij stichtte met JongeRaven een hr-bureau met focus op jonge, commerciële profielen. Later kwamen er seniorprofielen bij en een paar jaar geleden een volwaardige poot ‘franchisee’. Die is er voor de kandidaten die op zoek gaan naar een concept om een zaak te starten. Aan franchising denken ze vaak niet.

Samen iets doen

België is nochtans gekend voor zijn ondernemerschap? Deraedt: “Volledig correct, maar een verkooppunt in franchise beginnen, is toch iets helemaal anders dan zelf een zaak oprichten vanaf nul. De – vooral (iets) oudere Belgen – denken uitsluitend aan ‘op eigen houtje’ ondernemen’. De wat-je-zelf-doet-is-beter’-mentaliteit. Daarom denk ik dat er een mooie toekomst voor franchising is dankzij de jongere garde. Zij staan veel meer open om ‘samen iets te doen’. Je ziet dat aan het feit dat ze een auto delen bijvoorbeeld en minder belang hechten aan materiële dingen. Ze zoeken ook een andere work-life-balance dan de wat ouderen.”

Veel kansen voor franchising

Bij franchising heb je per definitie een samenwerkingsverband. Jongeren hebben het makkelijker met delen, staan meer open voor het collectieve idee. En dat is nu juist wat je moet doen bij franchising: kosten delen, winst verdelen. “In COVID-tijden is het allicht niet altijd evident om als franchisenemer aan de slag te gaan, maar we gaan naar tijden waar franchising meer dan ooit kans maakt om verder door te breken.” Terzijde merkt Deraedt op dat er een verschil is tussen Vlamingen en Walen. In Frankrijk zijn coöperatieven een natuurlijk iets, en dat straalt af op Wallonië.

Commitment

Sharen

En zo zijn we meteen beland bij de misschien wel grootste eigenschap die je moet bezitten om een goede franchisenemer te worden: je moet kunnen sharen, verdragen dat iemand meekijkt over je schouder. Het is geven en nemen van twee kanten. Je ondernemerschap is gekoppeld aan een andere partij. Maar die zorgt dan wel in grote mate voor ontzorging, dankzij de support die je voortdurend krijgt op alle vlakken.

Langetermijnrelatie aangaan

Vooraleer je beslist, dien je te beseffen dat je een langetermijrelatie aangaat. Deraedt: “Het is niet ‘een keer proberen’. Er gaat trouwens een heel proces aan vooraf en je moet bereid zijn in zee te gaan voor een lange tijd. Een franchisenemer moet dus een lang traject kunnen uitzingen. Diegene die graag om de drie jaar van job verandert, vergeet best dat een franchiseformule wel iets voor hem zou kunnen zijn en gaat beter geen commitment aan.”

Vertrouwen hebben

Een gezonde kritische blik op het enseigne kan geen kwaad. Een franchisenemer moet niet klakkeloos aannemen wat een franchisegever zegt, meent Deraedt. “Maar je moet hem wel vertrouwen. Als je mensen per definitie niet vertrouwt: niet doen dan, die franchise. Want dan ben je niet gefocust om goed te presteren, maar trek je alles in twijfel.”

Durven investeren

Een eerste misvatting die heerst bij diegenen die menen als franchisenemer in aanmerking te komen: je hoeft niet te investeren. “Wel dus. Je moet over een zeker kapitaal beschikken aan de start. En als je dat hebt, moet je nog durven investeren. Ook in een franchisepartnerschap blijft er een risico. Je blijft zelfstandig ondernemer. Je hebt veel zelf in de hand maar niet alles. Er kan iets misgaan met de markt, het enseigne of een concurrent vestigt zich aan de overkant”, klinkt het.

Doener en denker

Rekening houden met formule

Uiteraard is het cruciaal dat een franchisenemer bereid is hard te werken. Het is hij tenslotte die de hele zaak managet. Maar zoals de Deraedt al zei, hij mag hierbij niet altijd ikke-ikke-ikke denken. Hij dient rekening te houden met de ‘spirit’ van de formule. Dus: hij is de doener, de franchisegever is de denker.

Eén woord: passie

En zo komen we bij de manier waarop hij handel drijft. Daar is maar één woord voor: passie. Zonder passie kom je nergens in een franchiseformule. Je moet het heel erg tof vinden, onafhankelijk van de sector waarvoor je kiest. Zonder passie kan je je klanten niet de beste bediening geven.

Competitief mag

Klantvriendelljk

Er bestaat geen matrix van franchiseformules, maar er is wel een groot onderling verschil mogelijk, afhankelijk van de aard van de formule, het product, de aard van de dienst enzovoort. Al naargelang het concept varieert het belang van klantvriendelijkheid ook. Er is een groot verschil tussen een supermarkt en een takeaway, tussen een kapperszaak en een hotel. Voor wie een bedrijf runt dat zich specialiseert in financiële producten bijvoorbeeld, is klantvriendelijkheid iets minder belangrijk omdat je niet de hele dag oog in oog staat met je klanten.

Niet creatief

Deraedt wijst op iets opmerkelijks: “Een goede franchisenemer is best niet té creatief, want het conceptuele zit bij het moederhuis. Eigenlijk is hij beter volgzaam op dat vlak en is creativiteit niet z’n sterkste punt. Zoniet ligt hij binnen de kortste keren in de clinch met de hoofdzetel. Of komt er miserie van omdat hij constant buiten de lijntjes kleurt.”

Collectief denken

Als franchisenemer denk je niet alleen in termen van ‘samen met het enseigne’, maar ook ‘samen met collega-franchisenemers’. Je moet het leuk vinden collega-ondernemers te hebben die in dezelfde vijver actief zijn. Je bent dus best sociaal en houdt van een groepsgevoel. Naast de (meestal weinige) formele events georganiseerd door het enseigne, waar je je collega’s ontmoet, zijn de informele contacten niet te onderschatten, vindt Deraedt. “Een franchisenemer mag best zelfs wat competitief zijn ten opzichte van collega’s van het enseigne. En diegene die er lak aan heeft wat een ander doet, is geen goede franchisenemer.”

Over multifranchisenemers

En voor diegenen die al een franchisezaak hebben en denken aan een tweede: “Multifranchisenemers hebben toch wel andere competenties nodig naast die waar we het al over hadden. Hier loert het Peterprincipe om de hoek. Het zou kunnen dat de persoon na de grote stap niet meer functioneert zoals voorheen omdat hij zijn vaardigheden had overschat.” Als je meerdere franchisezaken runt, heb je nog meer people management skills nodig, nog meer organisatietalent. Je moet meer aansturen vanop afstand en je hebt een sterke rechterhand nodig in elke winkel. Best iemand die het beter kan dan jij, of je maakt je constant zorgen.

 Een goede franchisenemer word je als je:
- wil sharen
- je voor een lange termijn wil engageren
- vertrouwen hebt in mensen (lees: franchisegever)
- kan investeren
- risico durft nemen
- hard wil werken
- enorm gepassioneerd bent door je vak
- bereid bent de richtlijnen van het enseigne te volgen
- klantvriendelijk bent
- creativiteit niet je sterkste punt is
- oor hebt voor collega-franchisenemers van het enseigne