7 technieken om vloerverwarming te plaatsen
Het installeren van een vloerverwarmingssysteem kan volgens verschillende technieken. In wezen is er veelal geen verschil in werking of technologie, het gaat vooral om diverse types waarbij er ofwel tijdwinst bij de plaatsing valt te halen, of er gewoonweg een makkelijkere installatie volgt in moeilijkere ruimtes. In dit artikel geven we een overzicht.
Plaatsingstechnieken
Nettensysteem
Een net wordt bevestigd op de folie die de scheiding maakt tussen de laag isolatie en de chapelaag waarin de vloerverwarming verwerkt zal zitten. Aan het net zelf worden de verwarmingsbuizen bevestigd, meestal met een clipsysteem.
Bevestiging met tacker
De verwarmingsbuizen kunnen ook met behulp van tackerklemmen of prikbeugels vastgezet worden. Hierbij wordt doorgaans met een rasterfolie gewerkt. Dankzij het rasterpatroon kan je de buizen dan makkelijker op gelijke afstand van elkaar leggen.
Bij de plaatsing dient er voldoende overlap te zijn per gelegd stuk folie met het aansluitende stuk folie, zodat het raster telkens mooi doorloopt en je dus steeds een goede richtlijn hebt om de buizen te plaatsen volgens het vooropgestelde circulatieplan.
Railsysteem
Bij gebruik van een railsysteem worden er, op de folie die de isolatie scheidt van de chapelaag, rails geplaatst waar de vloerverwarmingsbuizen wordt ingeklikt. Indien het niet haalbaar is om de ruimte voldoende op te warmen met een circulatienetwerk in de vloer alleen, kunnen er met een railsysteem ook makkelijk leidingen bijgezet worden op de muren, en in uiterste nood zelfs op het plafond.
Wanneer er verdergewerkt wordt op de muren, wordt er minder met flexibele buizen gewerkt, maar veeleer met verwarmingsbuizen met een aluminium kern die beter rechtop kunnen staan. De buizen worden dan met pluggen aan de wand bevestigd via een railsysteem waar ze in geklikt worden.
Isolatierolsysteem
Vloerisolatie én voorbedrukte rasterfolie kunnen ook in één keer worden geplaatst, doordat ze samen verwerkt zijn in één rol. De plaatser rolt ze dan laag per laag af, tot de volledige vloeroppervlakte is bedekt. Het is dan zaak om de naden tussen de isolatiebanen goed af te tapen om indringing van de ondervloer te vermijden. De verwarmingsbuizen kunnen dan meteen geplaatst worden, eventueel ook bevestigd met tackers in de isolatielaag. Deze techniek heeft een grote plaatsingsvrijheid en is ook weinig arbeidsintensief.
Noppenplaten
Het gaat hier om voorgevormde noppenplaten uit PE. Elke plaat is voorzien van een speciale randstrook, waardoor de platen met elkaar kunnen worden verbonden. De noppenfolie dient enkel als bevestigingsmat, er is nog steeds een onderliggende isolatielaag nodig (gespoten pur of isolatieplaten).
Deze techniek is wel wat duurder, maar biedt een ideale toepassing bij woningen met een rechthoekige vorm, omdat je vlot grote oppervlaktes kan overbruggen met deze folie. Er moet wel steeds rekening gehouden worden met de maximale buigradius van de verwarmingsleidingen om het dichtknikken ervan te vermijden.
Ingeslepen vloerverwarming
Hierbij worden de sleuven voor de verwarmingsbuizen in de bestaande chape gefreesd. In de sleuven kan je dan de verwarmingsbuizen inwerken. De buizen liggen dan extreem dicht bij de afwerkingslaag, waardoor de vloer heel snel kan opwarmen. Afhankelijk van het soort vloer dat erop komt te liggen, moet er wel nog een extra egalisatielaag op de vloerverwarming komen.
Elektrische vloerverwarming
Dit droge systeem is niet zozeer bedoeld als hoofdverwarmingssysteem, maar eerder als extra verwarming voor ruimtes die niet altijd verwarmd moeten worden, zoals de badkamer. Indien ze gebruikt worden, heb je een vlugge verwarming dankzij de snelle reactietijd van het systeem. De installatie verloopt met matten, kabels of foliesystemen.
Het werkingsprincipe is voor alle systemen nagenoeg gelijk: een elektriciteitskabel is naadloos verbonden met een weerstandskabel die het verwarmende element vormt. Elektronen verplaatsen zich razendsnel door deze kabel en door de ontstane wrijving ontstaat er warmte. Hoe beter de omringende materialen de warmte geleiden, hoe effectiever de warmteafgifte zal zijn.