Hoe zelf vloerverwarming plaatsen met een railsysteem?

De voordelen van vloerverwarming zijn legio. Het kan dus zeker de moeite waard zijn om te overwegen of je die in jouw woning wil toepassen. Bovendien bestaan er verschillende systemen waardoor je de plaatsing ook zelf kan aanpakken. In dit artikel bespreken we vloerverwarming die via een railsysteem geïnstalleerd wordt. Voor deze case kozen we een zelfbouwpakket. Het systeem wordt bovenop de isolatie geplaatst en de leidingen worden na het plaatsen overgoten met de chape. 

 

Voorbereiding

Wanneer je werkt met een zelfbouwkit, overloop je de installatie vooraf eens met de leverancier. Hij controleert al het materiaal om zeker te zijn dat je bestelling volledig is, en legt ook uit waarvoor je alles moet gebruiken. Vervolgens wordt de werkwijze uit de doeken gedaan. Nadien kan je met een gerust hart vlotjes aan de slag.

Voor je effectief begint, hang je het bijgeleverde legplan en de rolverdeling aan de muur met schilderstape. Zo kan je te allen tijde het plan raadplegen, behoud je een duidelijk overzicht en kan het plan niet verloren gaan.

Ondergrond en randisolatie

Zorg steeds voor een schone en effen ondergrond. Daarna kan je de randisolatie tegen alle muren plaatsen. Dit is noodzakelijk omdat je chape kan uitzetten door de onderliggende vloerverwarming. Met randisolatie voorzie je de nodige speling, zodat je dekvloer niet barst.

Rol de randisolatie af langs de muur, zodat je die in één beweging kan vastmaken met bijgeleverde tackers. Als je muren al gepleisterd zijn, kan je de randisolatie ook vastnieten aan de muur. Vergeet dan niet de nietjes uit je pleisterwerk te halen na het gieten van de chape!

In en aan de hoeken zorg je voor een mooie aansluiting. Gaat je randisolatie mooi in een knik van 90°, dan kan de chape netjes tot in de hoek doorlopen. Om die hoek te kunnen maken, maak je een incisie op de plaats waar de plooi moet komen.

Dampfolie aanbrengen

De dampfolie dient deels om het vocht uit de chape tegen te houden, maar is ook nuttig voor het leggen van de circuits. Op het plastic is een raster voorzien met hokjes van 10 op 10 centimeter. Deze zijn een groot hulpmiddel om de leidingen recht en volgens de juiste tussenafstand te leggen. 

Zorg dat de folie je muren en je randisolatie voldoende overlapt. Kleef het plastic vast met schilderstape, zodat het op zijn plaats blijft zitten bij het gieten van de chape. Tussen de stroken folie zelf voorzie je ook een overlapping van 10 cm. Leg de dampfolie vast met enkele rode tackers.

Uittekenen en rails plaatsen

Eens je het plan bestudeerd hebt, teken je de kringen uit op de vloer. Doordat de dampfolie voorzien is van een raster, hoef je niet telkens af te meten en kan je nauwkeurig het legplan overzetten. Start aan de rand van het circuit en zet daar het juiste aantal hoeken over. Naast muren of kasten voorzie je 5 cm ruimte vanaf de buis. Op alle andere plaatsen hanteer je een hart-op-hartafstand van 10 cm tussen de leidingen.

Tape, stift of spuitverf

Om het legplan uit te tekenen, kan je alcoholstift gebruiken. Het is overzichtelijker als je twee verschillende kleuren gebruikt voor aanvoer en retour. Daarnaast is ook schilderstape een optie. Mocht je een fout maken, kan je de schilderstape nog makkelijk verplaatsen. 

Eens je het principe meester bent, kan je overschakelen naar een stift of spuitbus in één kleur om de hoeken te markeren. De plaatsen waar geen vloerverwarming moet komen, zoals onder keukenkasten, markeer je eveneens met de spuitbus.

Met een volle pijl duid je aan waar je warm water zal vertrekken, met een lege pijl toon je waar het koude water je circuit verlaat. 

TIP
Wees aandachtig op de plaats waar alle leidingen vertrekken vanuit de collector. Daar moeten veel buizen door een nauwe doorgang, dus zullen ze dichter bij elkaar liggen. Zorg dat je bij elk circuit plaats voorziet voor een aanvoer en retour. 

Systeemprofielen

Vervolgens plaats je de systeemprofielen. De rails worden voorzien op alle plaatsen waar de leidingen mooi recht lopen, dus voornamelijk in de lengte van de circuits. Elke 5 cm bevatten ze een opening waar een leiding in kan geklemd worden. Deze moeten netjes boven de lijnen van het raster zitten. Pas de rails af en breek ze op maat.

TIP
Plaats de rails niet te dicht bij bochten. De leidingen moeten namelijk recht en haaks geplaatst worden. Zitten ze schuin, dan kan er een knik in komen en kan je leiding beschadigd worden.

Elk klemprofiel zet je om de 30 cm vast met bijgeleverde rode tackers. Door om de 75 cm een profiel te monteren met 10 cm tussenruimte, zorg je voor een snelle en evenwijdige bevestiging van je vloerverwarming. Ook in de binnenkant van de lussen kan je een systeemprofiel fixeren ter ondersteuning. 

 

Leidingen installeren

Technische ruimte

Voor je de leidingen installeert, moet je eerst nog de collectoren en de doorgangen naar de technische ruimte voorzien. De circuits hebben elk een aanvoer- en retourleiding. Dit betekent dat er behoorlijk wat leidingen door de muur moeten passeren.

Om de draagkracht van je muur niet aan te tasten, voorzie je beter aparte gaten in plaats van een volledige sleuf. Gebruik hiervoor een steenboor met een voldoende grote diameter, zodat de buis van 18 mm mét beschermhuls erdoor past. Let er op de gaten schuin te boren, zo kan je meteen starten met een bocht.

Collectoren ophangen

Met een waterpas teken je af waar je de beugels voor de collectoren zal bevestigen. De tussenafstand bepaal je aan de hand van de collector. Zet die maat ook over op je plaat, waarna je de bevestigingsbeugels kan vastschroeven en de collectoren monteren.

De hoofdwaterleidingen zijn links voorzien, dus moet je de collectoren met het aanvoerpunt aan die kant voorzien. In deze case hangen die voor het warm water boven die voor het koud, maar in principe maakt dit niet uit.

Leidingen leggen

Op het bijgeleverde plan kan je terugvinden welke rol je moet gebruiken om de eerste kring te leggen. Verwijder eerst het plastic rond de rol met je handen, zo kan je de buizen niet beschadigen. Voor je het uiteinde van de buis door de voorziene opening in de muur steekt, dek je die af met tape. Zo kan er geen stof in de leiding terechtkomen.

Steek de beschermhuls door de muur voor je er de buis doorhaalt. Zo vermijd je beschadiging én bescherm je de leiding waar ze uit de chape komt. Waar warm water vertrekt, kies je voor een rood exemplaar.

Met behulp van een conische klemkoppeling kan er vervolgens een lekvrije aansluiting op de aanvoercollector gemaakt worden. Span goed aan.

Circuit afrollen

Volg de lijnen die je uitgetekend hebt volgens het plan en klem de leiding meteen vast in de systeemprofielen. Begin steeds aan de buitenkant en leg de leidingen dan naar binnen toe. Bij de eerste stappen laat je nog 20 cm tussen de leidingen, zodat er ruimte overblijft voor de retour.

Bochten

De hoeken zijn dan wel in 90° afgetekend, maar met de leidingen moet je een afgeronde bocht maken om te voorkomen dat er een knik zou ontstaan. In bochten kan je tevens geen klemprofielen voorzien, daarom is het nodig om daar de leidingen extra vast te maken aan de vloerisolatie. Doe je dit niet, dan zou de chape de leidingen terug naar boven duwen.

De speciale blauwe of zwarte tackers kan je met de hand in de isolatie prikken. Je kan hiervoor ook een rubberen hamer gebruiken, maar let goed op dat je de buizen niet beschadigt. De tackers hebben speciale weerhaakjes, waardoor ze zorgen voor een stevige bevestiging in je vloerisolatie.

Circuit afronden

Het einde van de leiding snijd je met voldoende marge af, vooraleer je ze aan de retourcollector koppelt. Doe opnieuw wat tape over het uiteinde en steek de buis door de muur. Vergeet ook de beschermmantel niet. Dit keer gebruik je een blauwe huls, omdat het hier over een koudwaterleiding gaat. Met het aansluiten van de buis op de collector is je eerste kring geïnstalleerd en kan je de volgende starten.

Patroon

Het gehanteerde slakkenhuispatroon – dat zijn naam te danken heeft aan de vorm – zorgt voor een goede verdeling van de warmte doordat warme en koude leidingen elkaar afwisselen. In het midden van het slakkenhuis moet je een scherpe bocht maken om terug te kunnen keren. Hierbij let je goed op dat die lus zeker 20 cm breed is. Leg je die smaller, dan kan er een knik in de leiding komen. Dit tast het debiet van je vloerverwarming aan.

TIP
Bij koudere temperaturen kunnen de leidingen nogal stroef zijn. Leg de rollen op voorhand dus even in de zon of in een warme ruimte zodat ze flexibeler (en dus makkelijker te hanteren) zijn.

Afwerking

Eens alle kringen uitgerold zijn, werk je af met extra verstevigingen. Daar waar er uitzetvoegen in de chape komen, moeten er beschermhulzen op de buizen gezet worden zodat ze niet beschadigd worden. Meestal is dit ter hoogte van de deuropeningen, maar op het legplan vind je terug waar dit overal moet gebeuren.

Luchtdruktest

Laat je installatie nog testen op lekken voor je de chape legt. Door middel van een druktest en een controle van alle aansluitingen kan je zeker zijn van een lekvrije vloerverwarming. Na het plaatsen van de dekvloer moet je nog enige tijd wachten voor je de afwerkingslaag plaatst. In afwachting daarvan, kan je de vloerverwarming al eens laten draaien. De fabrikant zal je helpen bij de opstart van de verwarming en het instellen van je systeem.