Wat zijn de basiscomponenten van een verf?
De kwaliteit en de toepassing van een verf hangt af van drie basiscomponenten. Welke deze zijn en hoe die zich tegenover elkaar moeten verhouden om voor een bepaalde toepassing gebruikt te worden, of een bepaalde look te creëren, lees je hier.
Basiscomponenten
1. Pigment
Een pigment in de verf zorgt voor de dekkracht en voor de kleur, zoals bijvoorbeeld titaaldioxide (titaanwit) of spaans rood. Deze component beschermt eveneens het verfoppervlak tegen UV-straling.
Schilder je dus buiten of in een ruimte waar er veel zonlicht komt? Dan houd je rekening met het pigment, wil je dat je gevel, vensterband of tuinhuis lang haar kleur behoudt.
2. Oplosmiddel
Het oplosmiddel waarmee een verf wordt verdund zorgt ervoor dat de verf vloeibaar is en dat ze kan worden aangebracht (gerold of geborsteld). Nadat de verf wordt aangebracht, verdampt dit middel volledig en wordt een verffilm gevormd.
Qua oplosmiddel wordt er een opdeling gemaakt tussen watergedragen verf (waar het oplosmiddel water is) en solventgedragen verf (waar het oplosmiddel een synthetisch product is, zoals terpentine).
3. Bindmiddel of hars
Het bindmiddel of de harsconcentratie is de belangrijkste graadmeter voor de algemene kwaliteit van de verf. Hoe meer bindmiddel, hoe beter de kwaliteit van de verf (meestal is dit ook evenredig met de prijs van de verf). Deze zorgt voor de binding tussen de verschillende bestanddelen van de verf onderling.
Het bindmiddel bepaalt de belangrijkste eigenschappen van een verf: de hechting, de sterkte (stootvastheid, onderhoudbaarheid, krasvastheid en UV-bestendigheid) en de elasticiteit. Deze beïnvloedt ook de glans van de verf.
Bij watergedragen verven is het bindmiddel bijvoorbeeld acrylaathars of vinylhars (bij latex- of muurverven), bij solventgedragen verven gaat het meestal om alkydhars.
Hulpstoffen
Los van de de 3 belangrijkste basiscomponenten, kunnen verven ook bepaalde hulpstoffen bevatten die het geschikt maken voor een specifieke toepassing. Vaak zijn dat stoffen om bijvoorbeeld roest of schimmel tegen te gaan (resp. bij verven voor metaal of voor vochtigere ruimtes).
Glansgraad
De mate waarin een verf glanst heeft hoofdzakelijk te maken met het bindmiddel of de harsconcentratie van de verf. Hoe meer bindmiddel, hoe glanzender de verf is. Daar zijn er verschillende gradaties in, van mat tot hoogglanzend, met daartussenin halfmatte, halfglanzende en zijdeglanzende verven.
Glanzende verf
Een glanzende verf biedt enkele belangrijke voordelen, zo is deze door de hogere harsconcentratie beter bestand tegen stoten, vocht of krassen. Glanzende verf is daarnaast ook gemakkelijker te reinigen, wat het meteen de beste keuze maakt voor een keuken- of badkamermuren en -meubels. Ook uit esthetisch oogpunt zijn glanzende verven interessant, deze geven namelijk meer diepte aan het te beschilderen oppervlak.
Het nadeel van glanzende verf is echter dat foutjes niet zo gemakkelijk te verdoezelen zijn als met een matte verf. Zorg dus zeker dat je ondergrond deftig is voorbereid voor je een glanzende verf aanbrengt.
Matte verf
Een matte verf bevat dan weer minder bindmiddel en meer pigment. Het voordeel van matte verven is dat ze uitstekend dekken en zo foutjes in de ondergrond beter kunnen wegsteken dan een glanzende verf.
Een matte verf is echter minder onderhoudsvriendelijk (de pigmenten zijn niet helemaal omhuld met bindmiddel en er is meer lucht aanwezig). Matte verf droogt ook sneller, wat kan zorgen voor strepen en zichtbare overlappingen. Daarom zijn matte verven ook beter geschikt voor een plafond dan een muur, plafonds zijn immers minder vlekgevoelig.
Verf of lak?
Een lak is dunner dan een muurverf en wordt vrijwel alleen maar toegepast als kleur- en beschermlaag op houtwerk (voor zowel binnen als voor buiten), metaal en kunststoffen. Lakverf is beschikbaar in verschillende glansgraden. Doorgaans is de kwaliteit evenredig met de glans.