Hoe kies je een verfspuit?
Met een verfspuit kan je voor je schilderwerk heel wat tijd uitsparen. Met een beetje oefening kan je in een mum van tijd je tuinhuis behandeld hebben, of je kamer opgefrist krijgen. Verf spuiten was lange tijd voorbehouden voor de professional, maar al geruime tijd zijn er ook eenvoudigere systemen voor de doe-het-zelver op de markt. Maar waarop moet je letten bij de keuze van zo’n toestel? En hoe werk je ermee? Wat houdt de reiniging in? Je leest het in dit artikel.
WAAROM verf spuiten?
Wie vaak schildert, moet uiteraard goed overweg kunnen met kwast en roller. Een elektrisch aangedreven verfspuit kan echter een nuttige toevoeging zijn aan je toolarsenaal.
wat zijn de VOORDELEN?
Aan het verf spuiten zijn een aantal interessante voordelen verbonden:
- de professioneel ogende afwerking;
- de hoge werksnelheid;
- een betere dekking met minder verf: vaak is er maar één laag nodig, en dankzij het gelijkmatiger aanbrengen zal je met minder verf een egaler resultaat bereiken, zonder strepen of aanzetten van een roller;
- een verfspuit is beter geschikt om op moeilijker bereikbare plaatsen te komen dan de meeste rollers of kwasten, hoeken moeten niet langer met een aparte kwast worden gedaan;
- verf spuiten is minder belastend voor de rug en de armen;
- de droogtijd van gespoten verf is korter.
wat zijn de NADELEN?
Verf spuiten kent uiteraard ook wel zijn nadelen, al zijn die meestal makkelijk te overwinnen:
- de aanschafprijs van de machine is een evident nadeel, maar een verfspuit is dan ook geen impulsaankoop die je voor één klus doet. Als je van plan bent om veel te spuiten, heb je je investering door tijdwinst snel terugverdiend;
- het verfverbruik gaat per laag iets hoger liggen, maar daar staat tegenover dat je doorgaans minder lagen nodig hebt dan bij het verven met een roller of kwast;
- verf spuiten vergt iets meer voorbereiding wat betreft het afplakken en beschermen van de omgeving, en je moet ook rekening houden met de reiniging van het toestel. Dat moet je echter in rekening brengen met de tijdwinst die je boekt bij het verven zelf;
- hoewel traditioneel verven ook oefening vergt, is werken met een verfspuit niet iets waar je in één-twee-drie mee weg bent – bedenk wel: er bestaan verschillende technieken, de ene al wat moeilijker dan de andere.
WANNEER KOOP je EEN VERFSPUIT?
Moet je grote oppervlakken aanpakken, zoals de muren en plafonds van je living of enkele slaapkamers? Heb je een gevel of omheining te schilderen? Is er een garagepoort, carport of tuinhuis dat je regelmatig moet behandelen? Moet je moeilijke vormen schilderen, zoals een radiator of tuinhout met dieper liggende voegen?
Dan kan je, als je de voorbereiding (het afplakken, het beschermen van de omgeving …), goed aanpakt, zeker tijdwinst boeken bij het schilderen of behandelen zelf én je hebt – afhankelijk van hoe geoefend je bent in de spuittechniek – een mooi resultaat.
Moet je slechts die ene muur in je nieuwe keuken aanpakken? Dan wegen de voordelen van een spuitsysteem niet op tegen de kosten en de voorbereiding. Dan werk je met een borstel of roller nog steeds het snelst. Ook bij kleine oppervlaktes blijft de conventionele techniek de absolute winnaar. Je werkt nauwkeuriger dan met een spuittoestel, het vergt minder voorbereiding en minder oefening.
Of je al dan niet een verfspuit aankoopt, hangt dus vooral af van hoe vaak je die zal gebruiken en hoe intensief de klus is waarvoor je het spuittoestel zou aanschaffen. Heb je maar één grote klus in het vooruitzicht? Dan kan je uiteraard ook een spuittoestel huren.
COMPROMIS: DE VERFSPUITBUS
Voor kleinere klussen met moeilijk bereikbare hoeken en kanten kan een spuitbus een mooi compromis vormen. Ze biedt dezelfde fijnere afwerking die typisch is voor het spuiten, en is tegelijkertijd heel wat lager in kostprijs. Uiteraard gebruik je ze slechts voor kleine objecten of retouches.
EEN VERFSPUIT KIEZEN
Als je overstag gaat voor een verfspuit, of een machine wil huren, weet dan dat er grosso modo twee systemen zijn voor de zelfbouwer: verfspuiten die werken met de HVLP-techniek, en zogenaamde ‘airless’ toestellen. Al is er de laatste jaren vanuit de HVLP-stroming ook een krachtigere 'XVLP'-afscheiding ontsproten.
SPUITTECHNIEKEN
MET COMPRESSOR
De traditionele manier van verf spuiten is de techniek waarbij je een verfspuitkop aansluit op een compressor. Dat wordt vandaag echter niet vaak meer toegepast vanwege het lage rendement tegenover de andere verfspuittechnieken. Er bestaan ook LVLP verfspuiten die je aansluit op een compressor. Die zijn iets beter ontworpen en goedkoop, maar niet precies en enkel geschikt voor dunne verven.
HVLP (‘High Volume, Low Pressure’)
De HVLP-techniek maakt gebruik van een lage spuitdruk in combinatie met een hoge verfopbrengst en een sterke luchtstroom, die de verfstraal 'stuurt'. Dat zorgt voor een grote controle over de spuitrichting en een fijn resultaat. HVLP-toestellen zijn vooral geschikt voor dunne verven en beitsen. Wil je met een dikkere verf aan de slag? Dan zal die dus verdund moeten worden.
HVLP-toestellen zijn uitgerust met een kleinere verfcup of reservoir dat je op de spuit moet monteren. HVLP-toestellen zijn geschikt voor kleine tot middelgrote verfklussen in en rond het huis.
XVLP
XVLP-verfspuiten werken volgens dezelfde manier als HVLP-systemen, maar hebben een groter vermogen. Dat komt neer op een hogere verstuivingscapaciteit, een grotere dekking en minder nevelvorming. Met deze toestellen kan je heel precies werken, wat het geschikt maakt voor het wat fijnere schilderwerk, van bijvoorbeeld deur- en raamkozijnen of keukenkasten.
AIRLESS
Airless-toestellen werken zonder luchtstroom, en met een veel hogere druk dan HVLP-toestellen. De verf wordt rechtstreeks aangezogen vanuit de verfemmer. Je werkt een stuk sneller, maar de techniek vraagt iets meer oefening omdat het minder makkelijk te ‘sturen’ is. Het is dan ook minder geschikt voor precisiewerk.
Als je veel grote oppervlakten moet spuiten (bijvoorbeeld een hele verdieping), loont het dus zeker de moeite om airless te (leren) gebruiken. De meeste verven hoeven overigens niet verdund te worden, het pistool is lichter (je 'sleurt' geen verfcup mee) en je kan in alle richtingen spuiten.
ONDERDELEN VAN EEN VERFSPUIT
Een verfspuitsysteem bestaat uit een pistool, met spuitmond en handvat, dat in verbinding staat middels een slang met het (vaak met een schouderriem draagbare) toestel zelf, waarin de turbine zit verwerkt. Het toestel wordt vrijwel altijd elektrisch gevoed op netstroom.
Onder de HVLP-toestellen heb je ook goedkopere compacte uitvoeringen, waarbij de snoer rechtstreeks op het pistool is aangesloten en er geen luchtslang is, de turbine zit in het pistool zelf. Bij die kleinere toestellen heb je ook varianten die werken met een accu. Goed nieuws voor wie meer bewegingsvrijheid wil bij zijn spuitverfklussen.
RESERVOIR
Bij HVLP- en XVLP-machines wordt de verf in een verfcup/reservoir gegoten, dat meestal boven of onderaan het pistool of de spuitkop wordt gemonteerd. Hier kan dan een kleine hoeveelheid (meestal tot 1 l) verf in. Dit is ideaal voor kleinere klussen waarbij je niet te vaak moet bijvullen. Er bestaan ook spuittoestellen met een groter reservoir (voor 7 à 8 l) dat je kan meedragen. Om gevels, muren en plafonds aan te pakken, zijn er ook systemen met een apart, staand reservoir.
Bij airless-toestellen wordt de verf met een slang rechtstreeks uit de verfemmer aangezogen. Er bestaan inmiddels ook HVLP-toestellen waarbij dat mogelijk is.
SPUITKOPPEN OF NOZZLES
Meestal is er één spuitkop meegeleverd met het verfspuittoestel, en is het toestel geschikt voor dunne (of verdunde) verven (lakken, oliën, beitsen), of voor dikkere verven (muur- en plafondverf, latexverf). Idealiter heb je (minstens) twee nozzles, zodat je zowel je omheining als je plafond kan aanpakken met één toestel.
Wanneer je heel dunne verf gebruikt, is het belangrijk om een spuitmond met een kleine opening te gebruiken, bij een te grote spuitkop kan dergelijke vloeibare verf gaan lopen. Voor een minder lopende verf (plafond- en muurverf of latexverf) moet de opening dan weer groter zijn om vlot te verspuiten.
SPECIFIcaties VAN EEN VERFSPUIT
Kies je een verfspuit, kijk dan naast de techniek, de inhoud van het reservoir en de spuitkoppen ook naar andere specificaties die het werken aangenamer kunnen maken. Zo is een hoger vermogen (uitgedrukt in Watt) belangrijk voor intensievere klussen en biedt een langere snoerlengte meer bewegingsvrijheid. Daarnaast zijn onderstaande zaken ook belangrijk, specifiek voor verfspuiten.
VERFOPBRENGST
De verfopbrengst slaat op hoeveel verf er per minuut uit het toestel kan komen. Bij heel wat toestellen is die traploos en nauwkeurig regelbaar. Logisch, want je wil je spuit voor verschillende klussen kunnen gebruiken, en een radiator schilderen benodigt een kleinere verfopbrengst dan een volledig plafond.
SPUITHOEK
Bij veel verfspuiten kan je ook de spuithoek van de verfstraal aanpassen aan de klus. Voor een radiator mag die al wat kleiner zijn dan voor een muur. Voor grotere oppervlakten beslaat de spuithoek best 50° of meer.
VERFRICHTING
Met een verfspuittoestel kan je zowel verticaal als horizontaal spuiten. Het hangt af van wat je zelf het makkelijkste vindt. Daarvoor beschikken verfspuiten over een instelbare straal: meestal verticaal of horizontaal. HVLP heeft meestal nog een derde stand voor de hoeken, die een ronde straal produceert. Bij airless spuit je volle muren en hoeken op dezelfde manier.
EEN VERFSPUIT GEBRUIKEN
Werken met een verfspuit vergt, net als elke andere schilderklus, een doorgedreven voorbereiding. We gidsen je erdoor.
OPPERVLAK BEHANDELEN
Uiteraard moet je het te schilderen oppervlak eerst goed schoonmaken en ontvetten. Dicht ook eventuele scheuren en gaten in muren en plafonds. Last van een poederend oppervlak? Gebruik dan eerst een fixeermiddel.
goed AFPLAKKEN
Net als bij het traditioneel verven moet je bij het spuiten van verf de ruimte op voorhand goed afplakken. Dit afplakken zal bij het spuiten wel iets meer tijd vragen: door de rondvliegende nevel krijgen stukken die niet goed afgeplakt zijn, al snel een ongewenst kleurtje. Gebruik niet enkel traditionele afplaktape, maar combineer met plastic folie om grote oppervlakken (muren, vloeren, plafonds, schrijnwerk dat niet moet meegeschilderd worden …) en deuropeningen af te dekken.
PERSOONLIJKE BESCHERMING
Voor je begint te spuiten, moet je niet enkel je omgeving, maar ook jezelf goed beschermen. De fijne verfnevel kan immers schadelijk zijn als je die inademt. Gebruik daarom altijd een speciaal spuitmasker, zowel bij binnen- als bij buitenklussen.
Vergewis je ervan dat een gewoon stofmasker onvoldoende bescherming biedt. Let op de A-aanduiding bij de aanschaf van een masker. Dat wil zeggen dat er een gasfilter op het masker zit. Draag ook een veiligheidsbril, zeker als je boven je hoofd werkt. Voor grote klussen kan een wegwerpverfpak een goed alternatief zijn.
Spuit enkel in goed verluchte ruimtes en maak zoveel mogelijk gebruik van verf op waterbasis
DE JUISTE SPUITKOP
De tip of spuitkop die het product vernevelt, is een van de belangrijkste onderdelen van het spuitpistool. Kies steeds de juiste spuitkop in functie van de dikte van de verf, afhankelijk van welke klus je doet: een gevel verven, een tuinhuis beitsen, tuinmeubels lakken ...
VERF VERDUNNEN
Soms moet je verf of beits verdunnen om vlot te spuiten. Zeker als je met dikkere verf gaat werken in een HVLP-toestel. Op de verpakking van de verf staat aangeduid hoeveel ze verdund moet worden.
Als je al wat ervaren bent, kan je zelf aanvoelen hoeveel je moet verdunnen. Anders zijn er speciale viscositeitsbekers beschikbaar, of mengstokjes met maataanduidingen. Solventgedragen verven moet je doorgaans iets meer verdunnen dan hun watergedragen broeders.
LET OP
Niet elke verf is geschikt om te verspuiten! Structuurverven met een korrel kan je bijvoorbeeld enkel traditioneel aanbrengen. De vaste deeltjes zouden de machine doen verstoppen.
DE RICHTING INSTELLEN
Stel dan de richting van werken in: horizontaal of verticaal. Als je meer dan één laag moet aanbrengen (wat vaak niet nodig is), breng je de tweede laag kruislings aan. Heb je de eerste laag dus horizontaal gespoten, dan doe je de volgende laag verticaal.
SPUITTECHNIEK TESTEN
Voor je begint, kan je een uitgebreide test doen om de juiste snelheid, spuitafstand en houding onder de knie te krijgen en om de instellingen (spuithoek, richting) indien nodig aan te passen. Dat doe je het best op een stuk karton of papier, dat heeft ongeveer dezelfde zuigkracht als hout of pleister.
VERF SPUITEN
Dan kan je aan de slag met het spuiten zelf. Let daarbij zeker op de volgende aandachtspunten.
STROKEN
Probeer (zeker op een wand of plafond) tussen de stroken steeds een overlapping van zo'n 50% aan te houden. Op die manier ben je zeker van een perfecte dekking.
AFSTAND
Tijdens het spuiten is het van groot belang om steeds dezelfde afstand (tussen de 15 en de 25 cm) ten opzichte van het oppervlak aan te houden, om zoveel mogelijk spuitnevel te vermijden.
Om dezelfde reden is het erg belangrijk om steeds loodrecht te blijven ten opzichte van de muur. Probeer dus niet te zwengelen met je arm. Op die manier vermijd je niet enkel nevel, maar ben je er ook zeker van dat de verflaag overal even dik is. Zo vermijd je verfuitlopers.
LAAGDIKTE
Er is niet echt een gouden regel die bepaalt wat de juiste laagdikte is. Hoeveel verf je in één keer mag aanbrengen, zal voornamelijk van de ondergrond afhangen. Een beetje experimenteren en uitproberen is hier dus de boodschap.
TIP
Laat na elke spuitbeweging de trekker van het toestel los om verdikkingen te vermijden.
VERFSPUIT REINIGEN
De meeste verfpistolen zijn gemakkelijk te reinigen. Je kan ze helemaal leegspuiten – zo beperk je verfverlies tot een minimum – en wat er toch in het pistool achterblijft, kan je eruit halen door het te spoelen met white spirit (bij solventgedragen verven) of met water en zeep (bij watergedragen verven). Dat herhaal je vervolgens tot de spuitstraal volledig helder is.
Als er nog veel verf in de HVLP-beker achterblijft, giet je die gewoon weer in de emmer. Daarna vul je de beker met water of white spirit en spuit je door, tot de straal helemaal helder is. De meeste toestellen hebben als accessoire (al dan niet meegeleverde) reinigingsborsteltjes of reinigingssets voor alle onderdelen. Sommige verfspuiten zijn overigens zelfreinigend.
TIP
Reinig het toestel altijd meteen na gebruik, om ervoor te zorgen dat de verf niet opdroogt. Want dat gaat je enkel meer werk opleveren bij het reinigen.