ZO ZORGT U VOOR
EEN GOEDE VERSPUITBARE VERLIJMING
TIPS BIJ VOORBEREIDING EN VERWERKING
Verspuitbare contactlijmen vinden toepassing in de interieurbouw, waarbij een grote diversiteit van afwerkingsplaten verbonden wordt met een drager. Een mooi voorbeeld hiervan is het verlijmen van laminaat op een gebogen multiplexpaneel.
PRAKTISCHE TIPS
Beide zijden
Bij contactlijm moet men steeds beide zijden inlijmen.
Persdruk en perstijd
Bij contactlijmen is de persdruk belangrijk, de perstijd minder. Men kan hiervoor een aandrukrol of een pers gebruiken, of aankloppen met een rubberen hamer.
Temperatuur en vochtigheid
De omstandigheden qua temperatuur en vochtigheid in het atelier moeten optimaal zijn. Ook de temperatuur en de vochtigheid van de materialen (lijm en te verlijmen stukken) moeten perfect op elkaar en op de omgeving afgestemd zijn.
VOORBEREIDING TE VERLIJMEN OPPERVLAKTES
De ondergrond moet proper, droog en stof- en vetvrij zijn, en ontdaan van roest en olie. Metaal moet ontroest worden en opgeschuurd worden tot op een St 3-niveau (volgens ISO8501-1). Reinig de te verlijmen oppervlakken met Dissol (Spray), indien nodig.
De te verlijmen materialen moeten bij voorkeur dezelfde temperatuur hebben. Men dient de materialen te laten acclimatiseren voor gebruik. Anders is het verschil in afdamptijd te groot en krijgt men problemen met de open tijd. De ondergrond kan men eventueel opruwen, wat o.a. oppervlaktevergrotend werkt en een betere hechting geeft. Op niet-courante ondergronden is een hechtingstest aanbevolen.
Verdunnen
Algemeen gesproken moet men de spuitlijm niet verdunnen. De spuitlijm wordt altijd geleverd met een normale spuitviscositeit, die 17% tot 18% meer solvent bevat dan de spatelbare versie. Men mag nog meer solvent (Dissol) toevoegen om de viscositeit te verlagen, maar hierdoor stijgt de afdamptijd en kan er lijm in het materiaal dringen.
Spuittechniek
Het pistool dient steeds perfect verticaal gepositioneerd te zijn t.o.v. het te verlijmen oppervlak. In tegenstelling met het verfspuiten, waarbij de pols een zwaaibeweging maakt, dient er bij het verlijmen gewerkt te worden met een vaste pols.
Positioneer het spuitpistool loodrecht op een constante afstand van het oppervlak en haal de trekker over. Beweeg vervolgens met een constante snelheid over het oppervlak. Deze afstand is afhankelijk is van de gekozen nozzle. Een nozzle van 15° op een spuitafstand van 10 cm à 15 cm geeft een 3 cm à 5 cm breed spuitpatroon, terwijl een nozzle van 90° op een spuitafstand van 30 cm tot 40 cm een 20 cm tot 40 cm breed spuitpatroon geeft.
Correcte dosering
Men kan enkel weten of men de goede dosering gebruikt heeft op basis van ervaring en opleiding. Te weinig resulteert in onvoldoende kleefkracht, waardoor de verlijming kan loskomen. Bij een teveel kan er door het onvoldoende afdampen blaasvorming ontstaan.
Condensatie
Er kan condensvorming op de lijmlaag optreden tijdens het afdampen.
De omgevingstemperatuur ligt dan te dicht bij het dauwpunt. Omdat er dan een dunne waterlaag tussen de gelijmde oppervlakken zit, zal de verlijming, ofwel onmiddellijk, ofwel na een paar uur, ofwel de dag nadien gewoon verbroken kunnen worden. Er moet steeds voor gezorgd worden dat de omgevingstemperatuur +4 °C hoger ligt dan het dauwpunt.
Opslag canister
De canister kan het best voor ingebruikname bewaard worden in de oorspronkelijke gesloten verpakking op een droge en goed geventileerde plaats tussen 10 °C en 25 °C. Bewaar de canister na ingebruikname op een droge plaats, het best bij 18 °C tot 20 °C. Positioneer de canister niet rechtstreeks op een beton- of tegelvloer.
Vergrendel het spuitpistool, reinig de nozzle, maar draai de kraan van de canister nooit dicht. De materiaalslang moet steeds onder druk staan.
Canisterverwarmer
De temperatuur van de canister kan te laag zijn. De lijm is ideaal verwerkbaar bij een temperatuur van +15 °C tot +25 °C. Bij veelvuldig gebruik op de werf of een frequent transport van de canister raden fabrikanten een canisterverwarmer aan. Deze canisterverwarmer zorgt voor een ideale temperatuur van de canister, zodat die steeds gebruiksklaar is.
Versleten nozzle
Voor het verkrijgen van een optimaal resultaat vervangt u de nozzle het best elke tien à vijftien canisters.