PERFECTE FINISHING TOUCH MET LAK
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN LAKVERVEN
Een lakverf is een eindlaag die in eerste instantie voor puur decoratieve doeleinden gebruikt wordt, maar eveneens een meerwaarde kan bieden op het vlak van bescherming, krasvastheid, slijtvastheid, afwasbaarheid en vetresistentie van het bewerkte materiaal.

PRIJS
Het product komt vaak in een wat minder goed daglicht te staan omdat het duurder is, maar daar is een goede reden voor. Van een lak verwacht een schilder andere resultaten dan van een muurverf. Een lak moet namelijk een strak en glad eindresultaat opleveren, en dat wordt bereikt door hoogwaardige bindmiddelen toe te voegen aan de lakverf, waardoor de prijs naar boven gedreven wordt. Die bindmiddelen zorgen er voor dat alle vaste deeltjes, zoals pigmenten en matteringsmiddelen, goed ingekapseld zitten en een gesloten en gladde verffilm opleveren. Wat vaak over het hoofd gezien wordt, is het rendement. Zo kan er bij een gewone muurverf ongeveer tien vierkante meter per liter verf geverfd worden, terwijl dat bij lakverven rond de vijftien vierkante meter per liter lakverf ligt. Op die manier kan een prijs per vierkante meter opgemaakt worden en is het verschil qua prijs minder groot.
SOLVENT VS. WATER
Er bestaan twee soorten lakverven, namelijk de solventgedragen en de watergedragen lakverf. Traditioneel gezien wordt er van een solventgedragen lak steeds een perfect strak en glad eindresultaat verwacht omdat het aanwezige alkydbindmiddel een tragere oxidatieve droging kent, waardoor de lak beter en langer kan vloeien. Een watergedragen lak droogt daarentegen sneller omdat het aanwezige water verdampt, waardoor de verffilm minder tijd krijgt om zich op te spannen. Fabrikanten zijn steeds op zoek naar een manier om bij watergedragen lakken een even goed resultaat te krijgen en zijn daarom bepaalde bindmiddelen beginnen te testen. De meeste watergedragen lakken die indoor gebruikt worden, bestaan uit acrylurethanen. Zo wordt er, bijvoorbeeld, vaak polyurethaan aan de acrylaten toegevoegd om een mooiere vloei op te leveren en een betere kras- en slijtvastheid op te leveren. Een ander onderscheid dat gemaakt kan worden tussen de twee, is de watergevoeligheid. Zodra de solvents verdwenen zijn uit de solventgedragen lak en de verffilm uitgehard is, zal die onaangetast blijven indien er zich water ophoopt op de verflaag. Bij watergedragen lakken is dat een ander verhaal. De lak blijft steeds watergevoelig en kan bij langdurige blootstelling zelfs een deel van dat water doorlaten. Het gevaar daarbij is dat wanneer de verffilm vervolgens droogt, het onderliggende water niet meer voldoende snel door de verffilm kan ontsnappen, in dampvorm, waardoor er druk opgebouwd zal worden en er een risico is op onthechting van de lak. Een derde verschil is de laagdikte, met het bijbehorende vastestofgehalte in volume, bij solventgedragen lakken is die namelijk bijna twee maal hoger. Een combinatie van het beste van de twee is mogelijk, zo kan bijvoorbeeld een solventgedragen primer, in combinatie met een tweede, watergedragen laklaag, in bepaalde situaties een hogere duurzaamheid opleveren.

GLOSS UNITS
In het algemeen worden er drie glansgraden onderscheiden bij lakverven. In België zijn we vooral fan van de matte en zijdeglans, terwijl er in onze buurlanden meer met hoogglans gewerkt wordt. Er zijn natuurlijk bepaalde voorschriften, zoals de DIN EN13300, die bepaalde glanswaarden vastleggen specifiek voor binnenmuren, maar sommige fabrikanten spelen met hun glansgraden en creëren op die manier tussenglansgraden. Om die uit elkaar te houden, bestaan er zogenaamde gloss units. Zo heeft een matte binnenmuurverf een waarde die tussen één en tien gloss units ligt, gemeten onder een hoek van 85°. Een zijdeglans zit tussen tien en zestig gloss units, gemeten onder een hoek van 60°, en een hoogglans is alles wat boven de zestig gloss units ligt, gemeten onder een hoek van 20°. Een lakverf kan echter nooit even mat zijn als bijvoorbeeld een muur- of plafondverf. Er is een limiet op de hoeveelheid matteringsmiddelen die aan de lak toegevoegd kan worden, aangezien die een deel van de gebruikte bindmiddelen en solvents absorberen. Elk deeltje moet goed ingesloten zitten. Wanneer de grens overschreden wordt, is dat niet meer het geval en verliest de lak een deel van zijn technische eigenschappen. Indien dat toch zou gebeuren en er met die lak geverfd wordt, zal het eindresultaat poreus zijn en is er te weinig bindmiddel aanwezig om een strak eindresultaat te hebben.
KLEURVASTHEID
In theorie zijn er weinig beperkingen qua kleur bij lakverven, zelfs metallieke kleuren voor ferro- en non-ferromaterialen. Er zijn twee methodes om die kleuren in de lak te krijgen. Zo zijn er readymixkleuren die in de fabriek zelf gemaakt worden door pigmenten toe te voegen aan de lak. Daarnaast zijn er de lakken die gekleurd worden met behulp van een mengmachine en bijbehorende kleurpasta’s in een afhaalpunt of winkel. Net vanwege het mengen van kleuren kunnen de kleurvastheid en duurzaamheid van een lak niet altijd even sterk gegarandeerd worden. Elke gebruikte colorant heeft zijn eigen karakteristieken en reageert op zijn eigen manier op zonlicht en temperatuur, wat kan leiden tot een verkleuring van de lak. Hier spelen opnieuw de gebruikte bindmiddelen een belangrijke rol. Die worden namelijk afgebroken door zonlicht, waardoor er pigmenten vrij komen te liggen en de verf kan verkleuren of poederen. Op dat vlak breken watergedragen lakken minder snel af dan solventgedragen lakken. Fabrikanten zijn daarom steeds op zoek naar pigmenten, bindmiddelen en additieven, waardoor de verffilm tot minder hoge temperaturen opwarmt en het bijbehorende degradatieproces dus langzamer zal verlopen.
CROSSLINKING
Een goede acrylaatverf van vroeger was niet huidvetresistent en bleef steeds kleverig. Fabrikanten zijn op zoek gegaan naar bindmiddelen die meer doen dan enkel een verffilm leggen. Dankzij crosslinking zijn ze daarin geslaagd. Dat houdt in dat de bindmiddelen in het 3D-karakter van de lak speciale bindingen aangaan, zodat er geen huidvet of ander vuil in de verf zelf terechtkomt. Ideaal voor bijvoorbeeld trapleuningen, deuren of kasten zonder klinken.