Hoe zelf een LVT-vloer plaatsen
Een LVT-vloer zelf plaatsen is een relatief gemakkelijke klus. Afhankelijk van welke vloer je kiest, bestaan er verschillende legsystemen en daarbijhorende technieken. We overlopen deze en geven je ook mee welke voorbereidingen je moet treffen, welke stappen je moet doorlopen en welke handige aandachtspunten je best in acht neemt. Via de video zoomen we in op de installatie van LVT-kliksystemen.
voorbereiding
AFMETINGEN
Zorg ervoor dat je eerst en vooral de nodige afmetingen kent en dat je alle materialen in huis hebt om je vloer te kunnen installeren.
ondergrond
Het grote voordeel van vinylvloeren is dat je ze zowat op elke bestaande vloerbedekking kan plaatsen. Wanneer het om een zachte en soepele vloerbekleding gaat, zoals vast tapijt of een oude vinylvloer op rol, moet je die uiteraard wel eerst verwijderen.
Een andere voorwaarde is dat je start met een schone, effen ondergrond zonder barsten of diepe voegen, met een maximumtolerantie van 3 mm per 2 m. Dat ga je na met een waterpas of een lange regel. Als de vloer ergens meer dan 3 mm afwijkt, dan moet je eerst nivelleren.
IDEALE OMGEVINGSOMSTANDIGHEDEN
Ongeacht de manier waarop LVT wordt geplaatst – dus als kliksysteem, looselay of dryback – moet je de vloer vooraf minstens 24 u laten acclimatiseren in de ruimte waar je hem gaat plaatsen. Verder moet je letten op de ideale omgevingsomstandigheden. Dat houdt in dat:
- de omgevingstemperatuur niet lager mag zijn dan 18 °C;
- de ruimte niet onderhevig mag zijn aan grote temperatuurschommelingen. Idealiter bedraagt de temperatuur tussen de 18 °C en 28 °C;
- de luchtvochtigheid zich tussen de 40% en 60% moet bevinden;
- de vloertemperatuur tussen de 15 °C en 18 °C moet liggen.
LEGSYSTEMEN
Looselay
Looselay LVT is een vorm van LVT die je los (zonder lijm) op de ondergrond mag leggen. De planken blijven stabiel dankzij een soort antisliplaag. Op die manier kan je je vloer heel snel leggen, maar kan hij tegelijkertijd gemakkelijk verwijderd worden, mocht dat nodig zijn.
In kleine ruimtes met een oppervlakte tot 16 m² kan looselay LVT volledig los worden geplaatst, maar bij grotere ruimtes – tussen 16 m² en 64 m² – wordt de vloerbekleding idealiter rondom de kamer gefixeerd.
Gluedown of dryback LVT
Gluedown of dryback LVT maak je vast aan de ondervloer met een kleefmiddel. Daardoor zijn ze uitermate geschikt voor ruimtes waar de vloer onderhevig zal zijn aan zware belastingen. In tegenstelling tot kliksystemen en looselay LVT mag dryback LVT wel worden geplaatst in ruimtes waar zich grote temperatuurschommelingen kunnen voordoen (zoals veranda’s). Een voorwaarde is dan wel dat je een tweecomponentenlijm gebruikt. In de andere gevallen moet dryback LVT verlijmd worden met een acrylaatemulsie die je op de ondergrond aanbrengt.
Je start vanuit het midden van de kamer. De planken mogen gewoon van links naar rechts worden geplaatst, maar dan moeten de pijlen op de achterkant – indien deze aanwezig zijn – steeds in dezelfde richting lopen. In tegenstelling tot bij andere LVT-systemen, hoef je hier geen uitzetvoeg aan te houden. Na de plaatsing moet de vloer nog stevig in beide richtingen worden aangedrukt met behulp van een zware roller van ongeveer 45 kg.
LVT-kliksystemen
Dat is een tijdbesparende methode, want in het geval van renovatie – dankzij zijn beperkte dikte is LVT uitermate geschikt voor renovatie – moet de bestaande vloerbekleding soms niet worden verwijderd. Bovendien kunnen met een kliksysteem kleine oneffenheden worden overbrugd, dus de ondergrond moet voor de plaatsing niet volledig geëgaliseerd worden. Het is dus het meest gekozen LVT-legsysteem bij de zelfbouwer.
KLIKKEN IN DE PRAKTIJK
LVT of vinylplanken kan je dus zonder te verlijmen plaatsen op de ondervloer. Meestal is dat met een kliksysteem, asymmetrisch met een tand en groef. Je hebt de platen maar op maat te snijden. Bovendien kan je dankzij het speciale kliksysteem de planken in twee richtingen aanleggen.
LVT PLAATSEN OP VLOERVERWARMING
Indien LVT wordt geplaatst in een renovatie bovenop een reeds bestaande vloerverwarming, moet de verwarming 48 uur voor de installatie worden uitgeschakeld. Bij nieuwbouw moet de vloerverwarming eerst worden aangezet nadat de dekvloer werd gelegd. De verwarming moet daarna geleidelijk aan opwarmen, met een stijging van 5 °C per dag.
Wanneer de vloerverwarming zijn hoogste stand heeft bereikt, moet die 7 dagen draaien op die instelling. Daarna is de ondervloer volledig droog. Na afkoeling van de ondervloer kan de LVT vervolgens geïnstalleerd worden. De vloerverwarming mag dan wel pas na drie dagen opnieuw worden ingeschakeld met een maximale temperatuur van 27 °C.
OP MAAT
Om de planken op maat te zetten, snij je eerst met een breekmes door de toplaag. Als je een eerste insnede gemaakt hebt, dan kan je de bij de meeste LVT-planken de plank gewoon breken. Wil je iets meer controle hebben, dan kan je de plank op de rand van een tafel leggen.
Is je vinylplank voorzien van een ondervloer onderaan, dan hangen na het breken waarschijnlijk de twee delen nog aaneen met de ondervloer. Die kan je dan helemaal doorsnijden, opnieuw met behulp van je breekmes. Voor complexere vormen en bochtenwerk neem je even makkelijk de wipzaag.
REGEL VAN 30
Begin een nieuwe rij altijd met een reststuk van meer dan 30 cm. Ook het laatste stuk van elke rij moet minstens 30 cm zijn. Zorg er bovendien ook voor dat de kopse naden telkens meer dan 30 cm verspringen. Door deze regels in acht te nemen, heb je een stevige vloer en krijg je optisch het mooiste resultaat. Vermijd ook te veel regelmaat in de manier waarop je planken verspringen.
ROND EEN DEUR WERKEN
Rond een deur is er altijd wat extra werk als je op een bestaande vloerbedekking een nieuwe vinylvloer plaatst. De deurlijsten kan je op maat zagen. Leg daarvoor een plankje bij de lijst en plaats daarop een oscillerende multitool. Op die manier zaag je de deurstijl bij, de planken zullen er perfect onder passen. Ook een houten binnendeur kan je op die manier inkorten. Een metalen deur kan je wat hoger plaatsen. Til de deur op (met behulp van kussentjes) en regel vervolgens de scharnieren wat bij.
UITZETVOEGEN EN PLINTEN
Bij de installatie via een kliksysteem moet aan de randen van de kamer met behulp van afstandshouders een voeg worden voorzien van minstens 6 mm breed. Die voeg moet ook worden aangehouden ten opzichte van buizen, deurlijsten enz. Om die te verbergen breng je langs de muren plinten aan. Let op: fixeer de plint nooit aan de vloer, maar altijd aan de muur, dat om te vermijden dat de LVT niet meer zou kunnen uitzetten en krimpen. Zaag de plinten eerst op maat, in verstek waar nodig. Met montagelijm kleef je ze probleemloos op hun plaats.
AANDACHTSPUNTEN
Ondergrond: Net zoals voor andere dampdichte vloerbedekkingen geldt dat het restvochtgehalte in de ondervloer niet meer dan 2% mag bedragen. Bij verlijmde systemen moet je de ondergrond verder egaliseren en afschuren. Ondervloeren moeten bij plaatsing steeds stofvrij zijn.
Natuurlijk effect: Mix de planken voor de plaatsing om een zo natuurlijk mogelijk effect te bekomen.
Bescherming: Hoewel LVT-vloeren relatief krasbestendig zijn, is geen enkel systeem volledig krasvast. Daarom is het best om je vloer gedurende de werken met platen en/of beschermfolie te bedekken. Doe je dit niet, dan kan je eventuele schade nog met een intensieve cleaner proberen herstellen, al is er geen garantie dat dit volledig zal lukken.
Vochtige ruimtes: Indien de keuken, badkamer of wasplaats kleiner is dan 12 m² moet de voeg aan de muren worden afgewerkt met silicone zodat er geen water tussen de vloer en de bekleding kan komen. Bij vochtige ruimtes die groter zijn dan 12 m² wordt de voeg idealiter eerst gevuld met isolatietape vooraleer je afwerkt met silicone of een plint.