Hoe kan je een vloer isoleren?
Een geïsoleerde vloer heeft tig voordelen. Niet alleen helpt extra isolatie je energiefactuur laag te houden (12% van de warmte in je huis verdwijnt langs de grond), het comfort van een geïsoleerde vloer is eveneens niet te onderschatten. Het voelt aangenamer als je erover loopt - zeker met vloerverwarming - en storende voetstappen worden gedempt. Ook problemen met vochtigheid en schimmels kan je zo oplossen. Maar hoe moet je nu beginnen aan het isoleren van je vloer? Lees het hier.
Langs welke kant?
Vloeropbouw
Bij vloerisolatie moet je rekening houden met de lagen waaruit je vloer is opgebouwd. Je hebt de betonnen fundering ondergrond, afgedekt met een bouwfolie waarop de isolatie terechtkomt - al dan niet met nog een uitvulchape voor de leidingen. Je zorgt minimum voor een isolatielaag van 11 cm, idealiter is dat 15 tot 20 cm. Daarop komt dan de afwerkingschape te liggen, waarop de uiteindelijke vloerbedekking terechtkomt.
Isoleren langs boven
Isoleren langs boven doe je het best met drukvaste, stevige isolatieplaten voor de beloopbaarheid, isolerende chape of purschuim. Die laatste twee zijn vooral interessant wanneer je zo weinig mogelijk ruimteverlies wil, want platen nemen meer plaats in.
Isoleren op bestaande vloer
Om de vloer niet te moeten openbreken kan je ook op de bestaande vloer een isolatielaag en een nieuwe afwerkingslaag leggen, maar dan is het ook belangrijk om zo dun mogelijk te isoleren (minimaal 3 cm dik wel, wil je een premie verkrijgen) en zo weinig mogelijk ruimte te verliezen. Hou hier ook rekening met deuren en dorpels.
Isoleren langs onder
De vloer isoleren langs onder is enkel mogelijk wanneer er een (kruip)kelder is. De isolatie wordt aangebracht aan het kelderplafond. Als er leidingen aanwezig zijn, kan je daarrond werken met purschuim. Het voordeel van isoleren langs onder is dat je niets hoeft te doen aan de bestaande vloer. Het is ook best dat je de kruipruimte vochtdicht maakt en de bodem beschermt met een folie.
Isolatiematerialen voor vloerisolatie
Een vloer isolatie met platen
Hoofdzakelijk worden EPS- of XPS-platen aangewend, dat zijn platen op basis van polystyreen die zeer drukvast zijn en veel gewicht aankunnen. EPS bestaat voor 98% uit stilstaande lucht en levert zo een hoog rendement. XPS heeft een gesloten celstructuur, waardoor het nagenoeg ongevoelig is voor wateropname.
Daarnaast worden vaak pur - of PIR-platen gebruikt, gezien deze een lagere lambdawaarde hebben en je dus dunner kan isoleren. Daarnaast heb je Resolplaten, die bevatten een vezelvrije kern en zijn uitstekend te verwerken in combinatie met vloerverwarmingssystemen.
Isolatieplaten zorgen wel voor een dikkere opbouwhoogte van je vloer. Wanneer je werkt met isolatieplaten, is er namelijk ook eerst een uitvulchape nodig voor nutsleidingen, waarop dan vervolgens de platen terechtkomen.
Isolerende chape
Om te zorgen voor een egale vloer waarop je de uiteindelijke vloerbedekking kan aanbrengen, heb je een chapelaag nodig. Dat is een mengeling van zand, cement en water. Een chape is niet inherent isolerend, maar kan wel met isolatiematerialen worden verwerkt. Isolerende chapes zijn vooral thermisch isolerend.
Wanneer je een isolerend materiaal toevoegt, is het overigens beter om zand uit de mengeling te weren, gezien dat de werking van de isolatie kan verstoren. Om een isolerend karakter te krijgen, worden aan het mengsel in de plaats daarvan vaak polystyreenkorrels toegevoegd, al kan dat ook met korrels op basis van pur, schuimbeton of klei. Doordat het isolatiemateriaal in de chape zelf zit verwerkt, is het een interessante optie voor renovaties waarbij een dunnere vloeropbouw gewenst is. De uitvul- en chapelaag worden als het ware gecombineerd.
Isolerende chape zal ook sneller drogen dan traditionele chape en zal minder kans geven op koudebruggen dan de combinatie van chape met isolatieplaten. Al zal de combinatie van een traditionele chape met isolatieplaten over het algemeen wel beter isoleren.
Isoleren met purschuim
Om een vloer te isoleren, beroept men zich vaak op gespoten pur op het grondoppervlak. Pur spuiten op de ondergrond vult daarnaast immers ook de ruimte rond eventuele leidingen vanzelf uit. Daardoor is er ook minder kans op koudebruggen dan bij platen en hoef je bovendien geen extra uitvullingslaag te voorzien. Het voordeel van gespoten pur is dat je vloeropbouw dunner is dan wanneer je met platen werkt.
Isoleren met minerale wol
Wanneer de vloer niet massief is kunnen de lege ruimtes in de vloerconstructie ook worden opgevuld met een minerale wol. Dat is bijvoorbeeld vaak het geval bij zoldervloeren. Daarbij wordt net als bij een dak de structuur gevuld met (minerale) wol. Bij massieve vloeren is dit echter geen aanrader. Zeker niet als je langs onder gaat isoleren in een kelder.
Nieuwbouw of renovatie?
In een nieuwbouwsituatie zijn meestal meer mogelijkheden om dikkere isolatielagen te plaatsen. Daar komen plaatmaterialen als PIR, EPS of XPS het best van pas. Bij renovatie is vaak minder ruimte voor isolatie. Daar worden materialen zoals purschuim, dunne PIR-platen of - in het geval van een zolder - minerale wol gebruikt, die makkelijker tussen bestaande structuren kunnen worden aangebracht.