Kleine isolatie-ingrepen die je zelf kan doen
Goed isoleren kan een flinke hap uit je energierekening nemen, maar dat hoeft niet altijd groots of duur te zijn. Er zijn naast dak-, muur- en vloerisolatie ook een hoop kleine ingrepen die je gemakkelijk zelf kan doen om tocht een halt toe te roepen en de warmteverliezen in je woning te beperken, zoals kieren dichten, buizen isoleren en de garagepoort isoleren. We gidsen je doorheen die kleine werken, die op zichzelf al voor heel wat energiebesparing kunnen zorgen.
Tegen tocht
Tochtstrips
Kieren zijn ook terug te vinden bij de openingen van deuren en ramen. Daar komen tochtstrips van pas. Deze sluiten de kieren af, maar zorgen er ook voor dat je het raam of de deur nog kan openen of sluiten. De meeste tochtstrips zijn zelfklevend en plaats je gewoon tegen de slaglat van je deur of tegen het kozijn van je raam. Dat moet je ontvetten voor je de zelfklevende strip aanbrengt. Er bestaan verschillende profielen, afhankelijk van de kier die je moet dichten.
Tochtborstel
Een tochtborstel plaats je onder aan de deur of in je brievenbus. Tochtborstels onder de deur bestaan uit borstels of uit flexibel rubber of schuimrubber. Die dienen voor gladde oppervlakken. Maar ook voor vast tapijt zijn er aangepaste borstels. De brievenbusgleuf vervang je gewoon door een model met tochtborstels.
Bij een deur kan je de dorpelprofielen of borstels gewoon tegen de zijkant van de deur of tegen de onderkant plaatsen. Je hebt zowel zelfklevende modellen als modellen die je moet vastschroeven.
Kieren dichten
Tocht doet de ruimte kouder aanvoelen. Ook kan je meer dan 10% van de warmte verliezen via kieren of spleten. Afdichten dus! Grotere spleten, zoals tussen het raam- of deurkozijn en de muur, dicht je het best af met purschuim. De opening tussen de deur- of vensterlijst en de muur vul je op met kit.
Rolluikkast isoleren
Het koudegevoel dat van een rolluikkast komt heeft niet alleen te maken met het gebrek aan isolatie, maar ook met tocht. Die problemen kan je wel gemakkelijk oplossen. Eerst maak je de oude rolluikkast open. De nieuwe omkasting moet iets vooruit komen om voldoende te kunnen isoleren. Voorzie dus eerst een balkje tegen je plafond om de omkasting in te schroeven.
Aan de zijkant monteer je dan eerst een stuk mdf dat op maat gezaagd is. Lijm daarna een stuk mdf op de oude rolluikkast. Dan kan je isoleren met platen, ook aan de zij- en onderkant. Wanneer de platen in de kast geplaatst zijn, kleef je de randen nog eens af met luchtdichte tape. Uiteindelijk maak je de rolluikkast nog toe met een mdf-plaat.
Lees hier het volledige artikel.
Tegen warmteverlies
Radiatorfolie
Radiatorfolie reflecteert de warmte achter de radiator naar voren in de ruimte. Radiatorfolie is vooral effectief bij een buitenmuur of als de aanpalende ruimte niet is verwarmd. De folie breng je ofwel aan tegen de muur, ofwel aan de achterkant van je radiator, met de reflecterende kant richting de radiator.
Kleef dubbelzijdige plakband boven aan de radiator en onder aan de radiatorfolie. Laat de radiatorfolie naar beneden zakken en kleef die op die plaats vast. Trek de folie strak en snij de bovenkant af met een mes. Kleef de folie dan ook bovenaan vast.
Buisisolatie
Buisisolatie is heel effectief in niet- verwarmde ruimtes zoals je garage of je kelder, wat ook meestal de plaats is waar de leidingen toekomen. Je neemt je buisisolatie het best dubbel zo dik als de diameter van je buis. De buisisolatie kleef je vast of klem je vast door middel van beverstaarten. Waar twee buizen moeten aansluiten, kleef je de opening dicht met tape. Voor bochten en T-stukken moet je enkele inkepingen maken.
Garagepoort isoleren
Heb je een garage aan je huis, dan verlies je waarschijnlijk veel warmte via die garagepoort. Zeker als deze enkel uit metaal bestaat. Maar je kan ook dat gemakkelijk isoleren. Kleef gewoon stijve isolatieplaten tegen de garagepoort. Het enige wat je moet doen, is de isolatie op maat snijden. Dat gaat gemakkelijk met een breekmes. Daarna kleef je de isolatie tegen de garagepoort. Kieren tussen de isolatie kan je opvullen met purschuim.
Tocht opsporen
Door te voelen met je hand zal je snel te weten komen langs waar tocht binnenkomt, maar om het wat gerichter uit te pluizen, kan je ook gebruikmaken van een aansteker, kaars of theelichtje. Als de vlam snel wappert, dan zal er ergens in de buurt een luchtstroming zijn. Tape je de zone af, en de vlam wakkert niet meer, of minder, dan weet je wel zeker waar de tocht vandaan komt. Voor de liefhebbers van gadgets is een warmteverliesmeter ook interessant: het is een betaalbare warmtelekmeter die je richt op vermoedelijke tochtgaten. Het toestel scant de omgeving naar warmteverliezen, om te achterhalen of je nog moet bij-isoleren.