Hoe kies je de juiste schroef?
Er bestaan verschillende soorten schroeven voor universele of specifieke toepassingen. We bekijken in dit artikel eens de schroef van kop tot punt en overlopen welke soort schroef je waarvoor gebruikt.
Soorten schroefkoppen
Op basis van aandrijfpunten
- Een Phillips-uitvoering (PH), of kruiskop, deze bestaat uit vier aandrijfpunten;
- de Pozidriv-schroef (PZ) heeft ook een kruiskop, maar dan met meer aandrijfpunten;
- de Torxkop (T) heeft een stervormige uitvoering met 6 aandrijfpunten;
- er zijn ook schroeven die met een inbussleutel vastgedraaid kunnen worden, met een vierkante of zeshoekige (H) - dus niet stervormige - kop;
- er is verder ook nog de sleufkop, die wordt vastgedraaid met een platte schroevendraaier.
Op basis van kopvorm
- Een verzonken kop, met een schuin aflopend gedeelde onder de kop, zorgt ervoor dat schroeven mooi in zachte materialen zoals vurenhout kunnen verzinken;
- een platte kop blijft op het hout liggen en gaat de twee te verbinden delen samentrekken;
- verder heb je ook de cilinderkop, deze is een iets dikkere versie van de platte kop;
- de eentoerige schroefkop kan slechts in één richting worden ingedraaid en niet meer worden teruggedraaid. Deze is niet terug te draaien na het aanbrengen zonder schroef en ondergrond te beschadigen;
- je hebt ook koppen met verzinkribben, die zich in het hout trekken. Een verzonken kop doet dit niet automatisch, hiervoor moet je eerst met een verzinkboor aan de slag;
- je kan ten slotte ook gaan voor een lens- of een bolkop. Deze zorgen voor een egaler ogende afwerking. Lenskoppen hebben een conische, aflopende onderkant. Bolkoppen hebben dat niet en zorgen zo net als platte koppen voor een groter drukvlak.
Schroefpunten
Ook aan de punt kan je schroeven van elkaar onderscheiden:
- Bij de ‘doorsnee’ universele schroeven valt daar weinig over te zeggen. De punt is scherp en de draad loopt over de hele lengte, de klassieke standaard dus.
- Zelfsnijdende schroeven zijn schroeven met minstens één groef aan de punt. Deze groeven zorgen ervoor dat het hout wordt weggesneden voor de schroef grip krijgt. Dit maakt voorboren overbodig.
- Daarnaast heb je ook zelfborende schroeven met een klein boorkopje voor de draad begint. Ook hier is het logischerwijze niet nodig om voor te boren. Deze worden dan meestal gebruikt om door metaal te schroeven.
TIP
Gebruik zelfborende en zelfsnijdende schroeven niet in combinatie met een plug, dat zal de plug totaal ruïneren!
Schroefdraad
Draaddoorloop
Je hebt schroeven waar de draad volledig van kop tot teen doorloopt, zoals de universele spaanplaatschroef. Daarnaast zijn er ook schroeven waar de draad pas verder onder de kop begint. Dit vergemakkelijkt het werk, want bij houtconstructies is het de bedoeling dat de twee delen tegen elkaar worden getrokken. Door op het einde geen draad meer te hebben, gebeurt dat tegen elkaar trekken quasi vanzelf en moet je hier ook niet meer voorboren – wat bij een volledige draad wel nodig is.
Verder heb je ook schroeven waar tussen de kop en het begin van de draad zich freesribben bevinden. Die maken de gemaakte doorgang vrij voor de schacht en nemen de spanning op de schacht van de schroef weg, daardoor kan je met minder energie de schroef indraaien. Dat is vooral handig bij dikkere, grotere schroeven of bij harde houtsoorten.
Grof of niet?
Nog een verschil tussen schroefdraad is hoe grof ze is, bij de ene zal er een dichtere spiraal zijn dan bij de andere schroef. Dat heeft puur te maken met de snelheid van indraaien. Bij een grovere draad gaat je schroef veel sneller in het hout draaien dan bij een dunnere draad.
Voorboren
Wil je voorkomen dat je hout splijt wanneer je schroeft, dan moet je voorboren! Daarbij moet je boorgat (A) altijd kleiner zijn dan de schroefdiameter (B).
Om twee houten delen met schroeven te verbinden, boor je het deel waar eerst doorheen wordt geschroefd, altijd een halve tot één millimeter groter voor dan de schroefdiameter. Het deel waarin geschroefd wordt, moet je dan wel weer kleiner voorboren dan de schroefdiameter. Zo kan de schroefdraad goed grijpen in het hout.
Samengevat: wanneer moet je niet voorboren?
- wanneer je met zelfsnijdende schroeven werkt;
- wanneer je met zelfborende schroeven werkt;
- wanneer je met schroeven werkt waarop de draad een stuk verder onder de schroefkop begint;
- wanneer je met mdf-schroeven werkt;
- wanneer je met damwandschroeven werkt.
Materiaal
Een schroef is gemaakt uit gehard staal of inox – op enkele hieronder besproken uitzonderingen na.
Staal
De stalen schroeven kunnen wit of geel verzinkt gecoat zijn ter verlenging van de levensduur. Tussen de twee is geen wezenlijk verschil in eigenschappen, ze kunnen zowel binnen als buiten gebruikt worden (let buiten wel op voor regen, want deze kunnen roesten). Deze worden dan vooral gebruikt voor zachte houtsoorten.
Inox
Daarnaast heb je ook de rvs- of inox-schroeven, iets minder sterk dan stalen schroeven. Deze kunnen wel tegen elke weersomstandigheid. Inox schroeven kun je dan weer beter gebruiken bij harde houtsoorten.
COATING
Tegenwoordig worden meer en meer schroeven voorzien van een roestwerende coating voor buitengebruik. De coating biedt een zeer goede corrosiebestendigheid, vergelijkbaar met inox. Een dergelijke gecoate schroef breekt minder snel af dan een inox schroef en is bovendien goedkoper.
Gereedschap op te schroeven
Handmatig schroeven
Iedereen heeft wel een bassiset schroevendraaiers in de toolbox zitten. Er bestaan verschillende soorten. We gaan in dit artikel dieper in op die soorten en enkele andere belangrijke aandachtspunten bij het handmatig schroeven.
Elektrisch schroeven
Als het om elektrische gereedschappen gaat, gebruik je een schroefmachine, idealiter een schroefboormachine. Een slagschroevendraaier kan in bepaalde gevallen dan weer beter van pas komen. Lees hier meer over welke schroefmachines er allemaal voorhanden zijn, en welk type wanneer van toepassing is.
CE-KEURMERK
Pluggen en schroeven zijn, in tegenstelling tot bouten, moeren en ringen, niet DIN- of ISO-genormeerd. Dit betekent dat producenten vrij zijn om het ontwerp zelf te bepalen, en er dus eigenlijk voortdurend wordt vernieuwd. De Europese CE-wetgeving geldt als enige verplichte keurmerk.
Soorten schroeven
Spaanplaatschroef of universele schroef
De meest gebruikte schroef voor hout en plaatmateriaal is zonder twijfel de spaanplaatschroef, daarom ook wel de universele schroef genoemd. Deze heeft een dunne schacht, een diepe, scherpe spiraalvormige draad en een zeer scherpe punt. Dat alles zorgt ervoor dat deze schroef zeer gemakkelijk in te brengen is.
Mdf-schroef
De mdf-schroef is smaller dan een spaanplaatschroef en heeft een smallere kop om splijten te voorkomen. De diamantvormige boorpunt zorgt ervoor dat de schroef gemakkelijk haar weg vindt in het mdf zonder dat het gaat splijten. Dat maakt bovendien voorboren overbodig. Een ander voordeel is dat de kop zichzelf verzinkt. Die verzinking kan je dan wegwerken door te plamuren.
Afstandsschroef of regelschroef
De afstandsschroef heeft aan één kant houtdraad en aan de andere kant een metrische draad. Dankzij de schacht zonder draad kan je dan een afstand overbruggen en bijregelen, en uiteindelijk vastschroeven. Deze worden vooral toegepast bij trapleuningen of het ophangen van lavabo's, maar ook bij zonnepanelen worden ze gebruikt.
Je hebt ook afstandsschroeven die langs beide kanten een schroefdraad hebben voor in hout, bijvoorbeeld om een latwerk op te hangen.
Vlonderschroef of vloerschroef
Deze schroef is, zoals de naam al verraadt, uitermate geschikt voor het aanleggen van houten vloeren. De kleine kop met freesribben verzinkt goed, en door de scherpe punt is de kans op splijten klein. Al blijft het best om toch nog even voor te boren. Deze zijn zeer vaak uit inox vervaardigd.
Terrasschroef
Terrasschroeven met een kleinere kop en een aangepaste deeldraadverhouding, perfect voor houten terrassen. Of met een gepatenteerd systeem waarbij de bevestiging onderaan de plank gebeurt. Hierdoor worden de esthetiek en de afwerking van het terras naar een hoger niveau gebracht.
Gipsplaatschroef
Deze zijn zeer gelijkaardig aan de spaanplaatschroef, maar worden uitsluitend gebruikt voor het aanbrengen van gipsplaten. Gipsplaatschroeven zijn gefosfateerd, wat roest tegengaat en ook de zwarte kleur ervan verklaart. De kop is ook zo gemaakt dat het papier van gipsplaat niet wordt opengetrokken. Het schroeven doe je best met een afstandshouder, zo beschadig je het gipskarton niet door te diep te schroeven.
Metaal- en montageschroef
Voor metaalconstructies worden er metaalschroeven gebruikt. Doordat ze eigenlijk over metrische draad beschikken, worden ze ook wel onder bouten geklasseerd. Deze bestaan ook in extra kleine maten, ideaal voor modelbouw en fijnmechanica, met verschillende kopvormen.
Plaatschroef
Plaatschroeven worden vooral gebruikt bij metalen platen in strips en zijn kort van lengte. Deze hebben een schroefdraad van gehard staal die doorloopt tot onder de kop. De bolle kop heeft een groot contactoppervlak en trekt zo beter de metalen plaat waarin je schroeft, tegen je werkstuk.
Deze schroeven heb je ook in een zelftappende uitvoering. Dat wil zeggen dat ze zelf in het geboorde materiaal schroefdraad snijden wanneer ze worden ingeschroefd.
Houtdraadbout
Dit is een combinatie van een bout en een schroef. De zeshoekige kop maakt het een bout, maar het draad zorgt ervoor dat deze ook onder schroeven geklasseerd wordt, het is namelijk – zoals doorgaans bij houtschroeven – houtdraad. Bij hout – in combinatie met een plug – geeft deze bout een zeer sterke verbinding voor het verankeren in beton of bij zware houtverbindingen.
Houtbouwschroef
Houtbouwschroeven of tellerkopschroeven zijn speciaal gemaakt voor dragende houtconstructies of het verbinden van houten balken. De samenstelling uit gehard staal gecombineerd met de brede kop zorgt voor een grote draagkracht en een groot klembereik.
Deze schroef geldt eigenlijk als vervanger voor de traditionele houtdraadbout of slotbout. Houtbouwschroeven zijn immers een stuk sterker. Ze zijn ook gemakkelijker te verwerken met de speciale boorpunt met cross-sections en toevoeging van een speciale snijkerf voor een optimale boorcapaciteit.
Damwandschroef
Hier wordt ook naar verwezen als ‘montageschroef’. Deze heeft een voorgemonteerde EPDM-ring en heeft ook een zelfborende punt (waardoor voorboren niet nodig is). Deze wordt (net als de golfplaatbout) gebruikt voor golfplaten. De functie van de EPDM-ring zorgt voor waterdichtheid.
Beslagschroef
Deze schroeven worden vooral gebruikt bij de montage van beslag en scharnieren. Ze hebben geen freesribben onderaan de kop. Op die manier zullen ze de verf- of verzinkingslaag op het beslag niet beschadigen.
Paalhouderschroef
Dit zijn schroeven die speciaal aangewend worden voor het vastschroeven van houten palen in stalen paalhouders; de schroef valt precies in het gat van de houder en is door zijn verdikking onder de kop zelfcentrerend. Deze is doorgaans gemakkelijker te verwerken dan bijvoorbeeld houtdraadbouten.
Eentoerige schroef
De eentoerige schroef is er een die slechts in één richting kan worden aangedraaid. Zodra deze bevestigd is, kun je ze niet meer terugdraaien zonder schroef en ondergrond definitief te beschadigen. Deze schroeven worden vooral gebruikt bij de inbraakbeveiliging, omdat potentiële inbrekers de schroeven niet los kunnen draaien.
Schroefhaak, -oog en -duim
Naast materialen verbinden, kunnen schroeven ook gebruikt worden om dingen aan op te hangen. Daarvoor worden deze drie varianten gebruikt.
- De schroefhaak is handig om iets aan het plafond te hangen;
- een schroefoog is beter geschikt voor het opspannen van draden;
- als je een klok of schilderij of iets dergelijks aan de muur wilt hangen, kies dan voor een schroefduim.