MINDER DRUK BIEDT MEER CONTROLE
Airmix spuitapparatuur voor diverse schilderwerken

AIRMIX
Airmix toestellen, ook wel aircoat of air-assisted genoemd, bieden in zekere zin een middenweg. Bij deze toestellen wordt er namelijk niet alleen onder druk verspoten, zoals bij airless het geval is, maar wordt er verder nog perslucht toegevoegd. Deze zorgt voor een mooiere verneveling enerzijds (verstuivingslucht) en een betere aflijning anderzijds (vormlucht), terwijl er wel nog steeds sneller gewerkt kan worden dan met een potpistool.
Lagere druk, meer controle
Dankzij de toevoeging van perslucht kan er bij een lagere druk verspoten worden (60 à 120 bar met ondersteuning van perslucht bij max. 1,5 à 2 bar en een luchtdebiet van 80 tot 100 l/min.), waardoor men een betere controle en een mooiere oppervlakteafwerking krijgt dan bij het airless verspuiten. Door de lagere druk treedt er verder minder nevel op, wat deze spuittechniek ook voor kleinere, residentiële projecten geschikt maakt.

BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
Pomp
De pomp is het hart van het toestel en zorgt voor de benodigde druk. Men heeft daarbij de keuze uit twee types: plunjer- en membraanpompen. Voor schilderstoepassingen wordt er doorgaans gebruikgemaakt van elektrisch aangedreven pompen.
- Plunjerpomp: de plunjerpomp is de meest klassieke pomp, waarbij het materiaal door de slagbeweging van de plunjer getransporteerd wordt. Op deze manier geniet de pomp van een hoog aanzuigvermogen, wat onder andere voor het verspuiten van hoogviskeuze materialen interessant is. Bij lage drukken kan de plunjertechniek echter leiden tot pulsatie in het spuitbeeld.
Wegens het grote aantal kleine doorgangen en dode hoekjes behoeft de pomp alleszins een grondige spoeling, terwijl de op- en neergaande beweging van de plunjer op termijn altijd voor slijtage zorgt. In aankoop is een dergelijke pomp dan weer wel goedkoper.

- Membraanpomp: voor het verspuiten van lakken en afwerkingslagen is men in principe meer gediend met een lichtere, maar doorgaans ook duurdere, membraanpomp. Hierbij gebeurt de materiaaltoevoer via een op- en neergaande slagbeweging van het membraan, waardoor er ook bij lage druk geen pulsatie in het spuitbeeld optreedt. De inhoud van het verfhuis is bij dergelijke pompen beperkt en er zijn ook geen pakkingen die kunnen verslijten, waardoor zowel de reiniging als het onderhoud snel en eenvoudig kan gebeuren, wat bijvoorbeeld snelle kleur- en materiaalwissels mogelijk maakt. Elektrische membraanpompen kunnen zowel in airmix als airless toepassingen gebruikt worden.
Compressor
Naast de pomp, die de nodige druk levert, is er bij de airmix techniek uiteraard ook lucht nodig, en dat aan een debiet van minimaal 80 l/min. Dat kan zowel door een aparte compressor geleverd worden als door een compacte, geïntegreerde compressor op de spuitinstallatie. Bij die laatste kan men bovendien opteren voor een compressor die rechtstreeks door de trekker geactiveerd wordt en dus niet werkt wanneer er niet gespoten wordt.
Materiaalslang
Materiaalslangen zijn beschikbaar in verschillende afmetingen, waarbij een lengte van 10 à 15 m voor de schilder de standaard is. Voor binnenmuurverven en lakken wordt er doorgaans een diameter van 4 mm gebruikt, terwijl er voor buitengevelverven minimaal 6 mm wordt aangeraden.
De lengte en de diameter van de slang hebben verder een impact op het reinigen van de installatie. Wil men snelle kleurwissels kunnen doorvoeren, dan is ook dit met andere woorden iets om rekening mee te houden.
Spuitpistool

Er bestaan twee types spuitpistolen die zich vooral onderscheiden op het vlak van hun filter. Het ene spuitpistool werkt met een relatief grote kooifilter in de trekker; het andere met een compactere spaltfilter. Het tweede type is bijgevolg iets lichter in gebruik, maar vraagt tegelijk ook meer onderhoud. Verder dient men zich er ook bewust van te zijn dat men voor het controleren of vervangen van spaltfilters steeds sleutels nodig heeft.
Kooifilters, daarentegen, kunnen met de hand vervangen worden. Hou verder ook rekening met het al dan niet aanwezig zijn van draaikoppelingen. Deze zorgen ervoor dat het pistool wendbaarder is, en verhogen dus het gebruiksgemak.
Een ander belangrijk onderdeel van het spuitpistool is de spuitkop of nozzle. Deze moet, net zoals de filter, aan de toepassing en het te verspuiten product aangepast worden en kan gemakkelijk vervangen worden. De meest frequent gebruikte nozzles voor muurverven hebben een opening van 0,015 tot 0,017 inch en een spuithoek van 40 à 50°, terwijl er voor lakken kleinere nozzles gebruikt worden. Zij hebben een opening van 0,009 inch (vernis), 0,011 inch (eindlagen) of 0,013 inch (grondlagen), en een spuithoek van 30 à 40°. Naast de klassieke spuittippen bestaan er vandaag tevens speciale nozzles met een inwendige voorverstuiver. Hierbij wordt de verf eerst intern verneveld, waardoor men bij de tweede verneveling een mooier en zachter spuitbeeld krijgt en waardoor men dus ook bij een lagere druk een mooie oppervlakteafwerking kan realiseren. Dit is bijvoorbeeld interessant voor interieurafwerkingen en het gebruik met moeilijk verspuitbare grondlagen.