Waterinfiltratie via bestrating in de praktijk
In theorie kunt u op elke bodem waterdoorlatende/-passerende bestrating aanleggen. Hoe hoger de doorlatendheid van de bodem, hoe eenvoudiger wel de opbouw.
Met een zware leem- en kleilaag of een grondwaterpeil kort onder het maaiveld moet u in een dikkere opbouw voorzien, om het water te bufferen. Laat de bodem minder dan 10-5 m/s water door of is de grondwaterspiegel te hoog, dan kunt u ook een drainagekoffer en/of drainageleidingen aanbrengen, en het water bufferen, zodat het geleidelijk aan in de bodem sijpelt (grind zal al 30% van het water in de opbouw bufferen). Ga voor de benodigde buffercapaciteit in uw situatie uit van de Vlaamse gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afval- en hemelwater, of van de KMI-gegevens over regenintensiteit.
Belang van goede onderbouw
Belangrijk is dat alle waterdoorlatende/-passerende toplagen gecombineerd worden met een juiste, doorlatende onderbouw. Ook bij steenslag- en graskunststofplaten moet de ondergrond stabiel, egaal en waterdoorlatend zijn. Het bodemleven moet bovendien overal vlot aan kunnen, om de doorlatendheid op lange termijn te garanderen. Dichtslibbende lagen zijn daarbij uit den boze. Daarom vermijdt een gesproken bedrijf bijvoorbeeld antiworteldoeken.
Hoe bestrating in het algemeen aanleggen?
bij deze oprit met kasseien (ELS-Garden)
We volgen een voorbeeld voor een zachtere ondergrond, weliswaar in grote lijnen. Eerst graaft u het baanbed uit. Dan plaatst u geotextiel, met daarover een goed waterdoorlatende en dragende fundering uit zo groot mogelijke, ongebonden steenslag (0/32 met een kleine fractie fijn materiaal) of drainerend schraal beton. Plaats bij een weinig doorlatende ondergrond ook een onderfundering in hetzelfde materiaal. Verdicht de (onder)fundering goed. Daarop komt eventueel geotextiel, (tweede geotextiel volgens een fabrikant niet nodig als je de fundering voldoende verdicht hebt) met erboven bv. gebroken steenslag (2-7 cm), lava gecombineerd met moraine split of drainerende mortel (4 cm voor tuin/terras) en de bestrating zelf, zoals klinkers. Voeg op met hetzelfde materiaal als het legbed. Tril af en voeg eventueel opnieuw in. Voorzie ook nog in 1 tot 2% helling naar de beplanting toe. Een bedrijf haalt ook een andere methode aan, waarbij bestrating op gebroken puin wordt geplaatst, met een egalisatielaag van fijn grind of brekerszand.
Hoe gras-/grindkunststofplaten aanleggen?
Legt u een grindmat aan, plaats dan een goed aangedrukte nivelleringslaag boven de fundering. Voorzie in een boord van 1,5 tot 2 cm boven het grind. Plaats de platen en snij ze waar nodig bij. Verdeel dan grind type 6/10 of 8/15 met een hark over de cellen van de mat. Vermijd daarbij mobiele belasting op de mat, vooraleer die gevuld is. Leg de laag 1 tot 2 cm dikker dan de mat, voor een goed resultaat. Stamp ten slotte het grind stevig aan. Bij een graskunststofplaat zorgt u ervoor dat de fundering ook voldoende vruchtbaar is, en werkt u die af met een vruchtbare egalisatielaag, zonder een tweede laag geotextiel. Vervolgens werkt u de boorden af en legt u de platen (waar nodig bijgesneden). U vult ze met een vulsubstraat, bezemt de tegels af en zaait ten slotte het gras.