TAL VAN EISEN AAN INDUSTRIEVLOER
Een goede industrievloer voldoet aan de vaak strenge vereisten van een industriële omgeving. Het is dan ook belangrijk om een goede analyse te maken van wat nodig is. Gelukkig bestaan er diverse vloertypes, op maat van de wensen en noden.
TOEPASSING
Quasi alle industriële omgevingen hebben belang bij een goede vloer. Ze hebben dan ook uiteenlopende toepassingen. Elke toepassing kent daarbij haar vereisten.
Machinebouw
Machinebouwers hebben een vloer nodig die bestand is tegen een mechanische belasting en die slijtvast is. Er moeten immers zware machines op rusten, al dan niet met trillende of bewegende componenten.


(Foto: © Marc Evans)
ELektronische industrie
In deze omgeving geldt er boven alle andere één belangrijke vereiste: de vloer moet statische elektriciteit onmogelijk maken. De vloer moet dus in zekere zin geleidend zijn en dus ESD-veilig (electrostatic discharge).
Chemische industrie
Hier mag de industriële vloer niet aangetast worden door bv. chemicaliën die op de vloer belanden. Daarenboven is het van belang dat de vloer vloeistofdicht is.
De juiste vloer
Ongeacht de toepassing moet er een analyse gemaakt worden om de juiste vloer te bepalen.
ONDERGRONDEN
Beton
Beton, met als bindmiddel cement, geldt in feite als de basis voor een industrievloer. Er komt op de betonvloer vaak een afwerkvloer, naargelang van de eisen, maar dat is niet altijd noodzakelijk. In dat geval spreekt men van een monolithisch afgewerkte betonvloer.
Cementdekvloer
Deze vloer is ook gebaseerd op cement. Met deze vloer kan er aan bouwgerelateerde eisen, zoals de vlakheid of het aanbrengen van een gecompliceerd afschot, worden voldaan.
Pantservloer
Deze vloer omvat doorgaans een grijze cementvloer met toeslagstoffen zoals korund of siliciumcarbide. Wat opvalt, is de hoge onderlaag (25 mm), die meestal bestaat uit grind en zand, met daarbovenop dan de 4 à 15 mm dikke pantserlaag.
Anhydrietvloer
Deze witte vloer krijgt zijn kleur door het bindmiddel calciumsulfaat, beter bekend als gips. Bijzonder aan de vloer is de oplosbaarheid van het gevormde gips in water. Om die reden mogen anhydrietvloeren, die in contact staan met de bodem en de grond, enkel met dampopen coatings behandeld worden.
Steen/houtvloer
Het crèmewitte oppervlak van deze vloer valt op door zijn gladde structuur en wordt in de woningbouw gebruikt, maar ook in de industriebouw. De vloer wordt gebonden met magnesiumchloride of hydroxide, die vulstoffen als fijn grind, houtmeel en houtspaanders binden. Afhankelijk van de hoeveelheid vulstof kan het restvochtgehalte daardoor soms op 12% liggen; de aangebrachte coatings moeten hier bijgevolg zeer dampdoorlatend zijn.
Magnesiumgebonden dekvloer
Deze vloer bestaat uit een mengsel van magnesiumoxide, een waterige oplossing van magnesiumchloride en hulpstoffen als houtzaagsel. Mede daardoor dient de aangebrachte coating een hoge dampdoorlaatbaarheid te hebben.
GIetasfalt
Een gietasfaltvloer wordt vaak als ondergrondmateriaal ingezet, vanwege zijn waterafstotende eigenschappen. De vloer bestaat uit een mengel van steenmeel, zand, split en grind, dat gebonden wordt met bitumen, dat de zwarte kleur aan de vloer geeft. Direct na het koud worden kan er een polyurethaancoating aangebracht worden op het met kwartszand ingestrooide gietasfalt, wat een voordeel is op het vlak van verwerkingstijd.

BItumenemulsie - dekvloer
Aan de basis van deze vloer ligt de combinatie van een bitumenemulsie met cement. Als vulling wordt er gekozen voor zand, split, kwarts of steenmeel. De eigenschappen van de cementgebonden compressieafwerking wordt bepaald door het bitumen.
Kunsthars - troffelvloer
Deze vloer kan diverse bindmiddelen hebben als bindmiddel: naast epoxyhars kan dat ook polyurethaan, polymethacrylaat of onverzadigde polyester hars zijn. Als vulstof wordt kwartszand, korund of siliciumcarbide gebruikt.
Testen van de ondergrond
Er zijn diverse methodes om de ondergrond te testen; die moet immers sterk genoeg zijn om de industrievloer te dragen.
- Druksterkte: de duurzaamheid van een coating hangt in grote mate af van het gebruik alsook de druksterkte van de ondergrond. Die druksterkte wordt niet-destructief gemeten met een terugslaghamer. Idealiter bedraagt die druksterkte meer dan 25 N/mm². Is dat niet het geval, dan moet men een verstevigende impregnering aanbrengen om de mechanische belasting aan te kunnen.
- Hechttreksterkte: dit is het getal dat de kracht op het oppervlak beschrijft, en wordt gemeten met een hechttreksterktemeter. Die sterkte moet minimaal 1,5 N/mm² zijn, voor een goede hechting van het vloercoatingsysteem met de ondergrond.
- Onderzoek naar schade: de te behandelen ondergrond moet uiteraard in een uitstekende staat verkeren, wil men er een industrievloer correct op installeren. Een mechanische belasting door bv. heftruckverkeer kan niet-behandelde vloeren immers schaden, zeker nabij voegen en in de verkeerszones.
- Vochtmeting: de geschiktheid van een coating hangt af van het vochtgehalte van de ondergrond. Wil men schade, in de vorm van bv. afknappen of blaasvorming, vermijden, dan moet men de negatieve vochtinwerking van de vloerplaat kunnen opsporen. De meest geschikte methode om het vochtgehalte te meten, is een CM-meting.
- Scheuren: het is belangrijk dat scheuren hersteld of overbrugd worden. Om dat goed te doen, moet men kijken naar de vorm en/of de grootte van de scheur. Er bestaan immers diverse types en groottes: haarscheuren, netscheuren, voegscheuren, bouwdynamische scheuren enz. Die moeten allen voorbehandeld worden en, afhankelijk van het type, opgevuld dan wel geïnjecteerd worden.
VLOERSYSTEMEN
Sealers
Voor licht tot middelzwaar belaste vloeren kan men een sealer aanleggen, voor een beschermende werking. Sealers volgen de structuur van de ondergrond en zijn prijsefficiënt. Ze kunnen ingezet worden in productieruimtes en magazijnen.
Gietcoating
Inherent aan dit systeem is de mogelijkheid om kleine oneffenheden in de ondergrond te egaliseren. Het gepigmenteerde materiaal is zelfnivellerend en vloeit goed uit, zodat er een glad oppervlak verkregen wordt. De gietcoating wordt in een laag van zo'n 3 mm aangebracht. Een gietcoating wordt toegepast op vloeren waar er niet wordt gewerkt met stoffen: mocht er een lap stof op de grond gevallen zijn, dan kan men hierop uitglijden. Daarnaast kan de vloer nog gebruikt worden in omgevingen die dynamisch belast worden.
Vloer met instrooilagen
Voor een hoge mechanische en thermische belasting kan men een vloer met instrooilagen installeren. Die bestaat uit een zelfnivellerende basislaag, waarin het kwartszand of Hardkorn dan vol en zat wordt ingestrooid. Laagdiktes kunnen zo variëren tussen 1,5 en 9 mm. De instrooilaag is antislip en kan dus toegepast worden in natte omgevingen. Ook de metaalverwerkende industrie maakt gebruik van deze vloeren.
Troffelvloer
Deze vloer heeft het laagste aandeel van bindmiddel, met een zeeflijn van vulstoffen die daarop is afgestemd. De mortel kan verwerkt worden onder een rei en moet nadien met een spaan verdicht en gladgemaakt worden. De laagdikte bedraagt daarbij minstens 4 mm. Troffelvloeren zijn inherent antislip en zijn mechanisch zeer zwaar te belasten.

(Foto: © Rehan Quresh - Shutterstock)
SPECIFIEKE VEREISTEN
Naast de mechanische, thermische of chemische belasting zijn er ook specifieke kenmerken die moeten voldoen aan bepaalde normen.
Geleidende vloeren
Geleidende vloeren zijn voorzien van een coating die de elektrostatische oplading moet voorkomen. De vloeren worden samengesteld en getest om de veiligheid van mens en machine te verzekeren. Daarbij zijn er andere normen, naargelang van het type vloer, zoals EN 1081 voor elastische vloerbedekkingen.
Antislipvloeren
Ook antislipvloeren moeten aan verscheidene normen inzake de slipweerstand voldoen, zoals de NEN EN 13329 en de DIN 51130. Daarin is ook de methode vastgelegd om de slipweerstand te bepalen. In bepaalde omstandigheden is het ook noodzakelijk om de verdringingsruimte ('holle' ruimte in de ruwheid van de vloer voor het opnemen van stoffen) in het vloeroppervlak te bepalen. Dat is nodig op werkplekken waar vloeibare stoffen op de vloer kunnen komen en voor een mogelijk slipgevaar zorgen.