Nieuwe wijzigingen EPB-eisen in 2022

Nadat de EPB-regelgeving begin dit jaar al fel werd aangepast – sinds 1 januari 2021 moet elke nieuwbouwwoning een BEN-woning (Bijna Energie Neutraal) zijn – worden de eisen in 2022 opnieuw gewijzigd. Nieuwbouwwoningen mogen vanaf dan maximaal een S-peil van S28 hebben. Daarnaast is er een verstrenging van het E-peil voor ingrijpende energetische renovaties (IER) van wooneenheden en niet-residentiële gebouwen, alsook voor nieuwe niet-residentiële gebouwen.

Nieuwbouwwoningen

Strenger S-peil

Het S-peil of schildpeil drukt uit hoe het gesteld is met de energie-efficiëntie van de gebouwschil. Vanaf 1 januari 2022 moet het S-peil van een nieuwbouwwoning lager zijn dan of gelijk zijn aan S28 (in 2021 volstond nog S31). Om die waarde zo laag mogelijk te houden, kan met verschillende zaken rekening worden gehouden, zoals de luchtdichtheid en de isolatie van het dak, de muren en de vloer.

Andere EPB-eisen

De andere EPB-eisen voor nieuwbouwwoningen blijven ongewijzigd in 2022. Meer concreet moet aan volgende zaken worden voldaan:

• De energetische prestatie of het E-peil van een woning mag maximaal E30 zijn;
• Elk constructiedeel moet voldoen aan de maximaal toegelaten U-waarde of warmtedoor­gangscoëfficiënt (zie tabel 1);
• Jaarlijks moet minstens 15 kWh/m² hernieuwbare energie geproduceerd (en gebruikt) worden;
• De woning moet voorzien zijn van de nodige ventilatievoorzieningen om een goeie luchtkwaliteit te garanderen;
• De nodige maatregelen moeten worden genomen om de kans op oververhitting te beperken.

 

IER wooneenheden

Strenger E-peil

Ook op het vlak van ingrijpende energetische renovatie (IER) van een woning gelden vanaf 2022 andere regels. Wooneenheden zullen immers moeten beschikken over een E-peil dat lager is dan of gelijk is aan E60.

Vanaf 1 januari 2022 moet het S-peil van een nieuwbouwwoning lager zijn dan of gelijk zijn aan S28

Andere EPB-eisen

Bij de renovatie van een wooneenheid moet ook aan andere EPB-eisen – die niet worden gewijzigd in 2022 – worden voldaan:

• Elk constructiedeel moet voldoen aan de maximaal toegelaten U-waarde (zie tabel 1);
• Jaarlijks moet minstens 15 kWh/m² hernieuwbare energie geproduceerd (en gebruikt) worden;
• De woning moet voorzien zijn van minimale ventilatievoorzieningen om een goeie luchtkwaliteit te garanderen.

 

Niet-residentiële gebouwen

Algemene aanpassing E-peil

Voor niet-residentiële gebouwen wordt het E-peil voor verschillende functiedelen strenger in 2022, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie. Tabel 2 toont een overzicht van de (gewijzigde) E-peileisen.

Andere eisen: nieuwbouw

Verder gelden voor nieuwe niet-residentiële gebouwen volgende EPB-eisen:

• Elk constructiedeel moet voldoen aan de maximaal toegelaten U-waarde (zie tabel 1);
• Jaarlijks moet minstens 20 kWh/m² hernieuwbare energie geproduceerd (en gebruikt) worden;
• Het gebouw moet voorzien zijn van minimale ventilatievoorzieningen om een goeie luchtkwaliteit te garanderen.

Andere eisen: IER

Bij een ingrijpende energetische renovatie van een niet-residentiële gebouwen moeten volgende EPB-eisen in acht worden genomen:

• Elk constructiedeel moet voldoen aan de maximaal toegelaten U-waarde (zie tabel 1);
• Jaarlijks moet minstens 15 kWh/m² hernieuwbare energie geproduceerd (en gebruikt) worden;
• Het gebouw moet voorzien zijn van minimale ventilatievoorzieningen om een goeie luchtkwaliteit te garanderen.

 

“Strenger S-peil brengt uitdagingen voor de toekomst”

Al bij al is er niet zo veel veranderd in de EPB-regelgeving. Dat merkt ook architect en energieconsulent voor Bouwunie Luc Dedeyne, maar hij waarschuwt tegelijkertijd voor enkele uitdagingen voor de toekomst.

S-peil compenseren

“Uiteraard is het broodnodig om zo veel mogelijk energieneutraal te bouwen, maar ik sta toch niet helemaal positief tegenover het strengere S-peil”, begint Luc Dedeyene. “Want mensen die net niet voldoen aan die S28 en een S29, S30 of S31 hebben, kunnen dat volgend jaar compenseren met vijf E-peilpunten. Binnen twee jaar zullen tien E-peilpunten nodig zijn voor die compensatie. Uit­eindelijk zal dat dus neerkomen op het plaatsen van nog grotere pv-installaties. En waar ga je dan naartoe met al die opgewekte (en ongebruikte) zonne-energie?

Bovendien heeft overisoleren geen zin, aangezien je dan in een situatie terechtkomt waarbij een woning in de zomer veel te warm wordt. Er wordt luchtdicht gebouwd, dus de warmte kan niet weg. Met als gevolg dat er enkele jaren na de EPB-aangifte een airco wordt geplaatst …”

Nog te vroeg voor batterijen

“Natuurlijk zou je die extra zonne-energie kunnen opslaan met een batterijsysteem, maar volgens mij is het nog te vroeg om die richting op te gaan. Voor een pv-installatie met een supplementair batterijsysteem moet je nu zo’n 7.000 euro extra neertellen. Ik verwacht dat die kostprijs tegen 2025 sterk zal dalen, dus het is beter om tot dan nog even te wachten.”

 

Besturingssysteem

“Het is trouwens sowieso interessanter om de opgewekte stroom meteen doeltreffend te gebruiken, zeker met het capaciteitstarief (waarbij een deel van het nettarief wordt aangerekend o.b.v. de netcapaciteit die wordt gebruikt, n.v.d.r.) dat er binnenkort aankomt”, weet Luc Dedeyne. “Maar het is voor fabrikanten een belangrijke uitdaging om een besturings­systeem of home-managementsysteem te ontwikkelen waarmee alle installaties en toestellen kunnen worden aangestuurd. Daarmee bedoel ik niet alleen de pv-installatie en bijvoorbeeld een warmtepomp, maar ook alle huishoudelijke toestellen. Stel bijvoorbeeld dat een wasmachine zo geprogrammeerd kan worden dat ze wordt aangezet wanneer veel hernieuwbare energie wordt opwekt en dan volledig wordt uitgeschakeld eens de was is gedaan, dat zou ideaal zijn.”

Tip van een expert: “Voorzie een afzonderlijke energiesector voor de badkamer”

Luc Dedeyne: “Dankzij goede isolatie en luchtdicht bouwen is verwarmen bijna niet meer nodig, behalve in de badkamer natuurlijk. Om ervoor te zorgen dat de algemene verwarming langer kan blijven uitstaan, voorzie ik vaak elektrische verwarming in de badkamer. Normaal gezien zou dat zwaar worden afgestraft in de EPB, maar daarom werk ik met een afzonderlijke energiesector. Het gebouw wordt dan ingedeeld in zones, afhankelijk van de installatie die er staat. Die aanpak zorgt voor een "verlies" van slechts 2 E-peilpunten, wat je gemakkelijk kan goedmaken door 0,5 kWp pv – goed voor 2,5 E-peilpunten winst – extra te voorzien. Als je die elektrische verwarming dan aanstuurt met een bewegingssensor, zal dat voor weinig extra verbruik zorgen.”

Wat met ‘gewone’ renovaties?

“Een communicatief besturingssysteem is trouwens niet de enige uitdaging waarmee de sector te kampen heeft. De grote uitdaging voor de toekomst zal zijn om alle bestaande gebouwen klaar te maken voor de toekomst”, waarschuwt Luc Dedeyne. “De EPB-eisen gelden enkel voor werkzaam­heden waar een bouwvergunning aan te pas komt. Maar ook bij andere renovaties zullen eisen moeten worden opgelegd waardoor kan worden voldaan aan de Europese langetermijndoel­stellingen. En ook de renovatiegraad op zich moet natuurlijk de hoogte in, anders komen we er niet.”

 

Scholen ventileren

“Los van de algemene bevoorradingsproblemen heeft de sector weinig problemen gekend door de coronapandemie. Al heeft corona wel een ander pijnpunt aan het licht gebracht, namelijk dat de ventilatiesystemen in scholen ontoereikend zijn. De taskforce raadt nu aan dat de systemen een ventilatiedebiet van minstens 40 m³ per uur per persoon hebben, terwijl volgens de EPB-regelgeving 22 m³ voldoende is. Uiteraard werd vroeger vanuit monetaire overwegingen altijd voor de kleinste mogelijke installatie geopteerd, met als gevolg dat alle scholen met ventilatiesysteem die sinds 2006 zijn gebouwd eigenlijk verkeerd zijn”, vertelt Luc Dedeyne. “Recent heb ik nog een simulatie uitgevoerd, waaruit is gebleken dat een installatie die voldoet aan de richtlijnen van de taskforce zo’n 54 euro per leerling kost, zonder btw. En scholen hebben die budgetten natuurlijk niet zomaar liggen.”

Wat brengt de toekomst?

Ook in de toekomst zitten er nog EPB-wijzigingen aan te komen. “In een volgende legislatuur zal E60 voor de ingrijpende energetische renovatie van wooneenheden waarschijnlijk nog zakken. Ik vrees ook dat E30 voor nieuwbouw nog zal worden teruggebracht naar E20, wat in de praktijk zal neerkomen op 2 kWp pv extra. Nog een geluk dat pv-panelen tegenwoordig ook in de tuin mogen worden geplaatst”, besluit Luc Dedeyne.