Het elektriciteitsplan: hoe begin je eraan?
Elke elektriciteitsinstallatie start altijd vanuit een elektriciteitsplan: de combinatie van een situatieschets en een eendraadschema, een grondplan waarop alle elektrische elementen zijn aangeduid. Deze documenten zijn nodig om de installatie uit te voeren en zijn onontbeerlijk bij de keuring. Voorts zijn ze handig voor wanneer er werken moeten gebeuren in huis.
Mits genoeg kennis kan je zelf een situatieschets en eendraadschema opstellen, maar beter doe je het in samenspraak met een professional. Hoe je deze correct moet opmaken staat beschreven in het AREI (Algemeen Reglement op Elektrische Installaties).
Veranderingen in het AREI sinds 2023
Sinds 1 juni 2023 kregen alle drie de boeken van het nieuwe AREI een update. We leggen kort uit wat de veranderingen zijn op het gebied van huishoudelijke installaties.
1. Nieuwe symbolen
Er komen een aantal symbolen bij die mogen gebruikt worden in schema’s. Je zal ook eigen symbolen mogen ontwerpen. Daar komt wel de verplichting bij om de legende bij de schema’s te plaatsen, zodat het voor gebruikers duidelijk is wat bedoeld wordt.
2. Verandering bij differentiëlen
De plaatsing van een differentieelschakelaar wordt aangepast. Vroeger was dit beperkt tot de bekende 300 mA aan de hoofddifferentieel en moest er voor natte ruimtes een bijkomende differentieel geplaatst worden van 30 mA .
Voortaan moet elke kring met stopcontacten, verlichting en niet-vaste toestellen achter een differentieel van 30 mA geplaatst worden, ook hier in combinatie met de hoofddifferentieel van 300 mA. Per differentieel van 30 mA mogen slechts 8 kringen aangesloten worden. Dit geldt dus niet voor vast opgestelde toestellen, zoals een fornuis of een koelkast, en contactdozen via een beschermingstransformator.
Deze verandering komt er door het toenemend gebruik van hoogfrequente schakelingen in toestellen. Daarin wordt er meer gebruikgemaakt van filters die hun lekstroom afvoeren via de aarding. Een differentieel ziet het verschil niet tussen een lekstroom en een foutstroom. Er was dus een toenemend risico dat de differentieel niet uitschakelt op basis van de foutstroom. Er is met andere woorden meer bedrijfszekerheid van de installatie dankzij deze aangepaste beveiliging.
3. Definitie huishoudelijke installatie
Voortaan worden in de definitie van 'huishoudelijk' enkel de woonruimte zelf als huishoudelijk beschouwd, en niet meer de technische ruimtes, gangen, ... Dit is vooral belangrijk voor gebouwen met dubbel gebruik waarin te veel ruimtes als huishoudelijk werden aangeduid. Zij vielen dus binnen de verplichte keuringstermijn van 25 jaar, niet bij de 5 jaar die voor de gemeenschappelijke delen gelden. Daar komt nu verandering in.
Situatieschets
Wat is het?
Een situatieschets of situatieschema is een grondplan van je woning, waarop elk element van de elektrische installatie staat aangeduid met een symbool. Het gaat hier om stopcontacten, lichten, schakelaars, verbindings- en aftakdozen en de verdeelkast, maar ook alle elektrische apparaten. In een situatieschets wordt rekening gehouden met de plaats van de elementen in de ruimte.
Zelf een situatieschets maken
Om zelf een situatieschets te maken, teken je eerst een grondplan uit van je woning (of van de ruimte waar je de installatie wil uitbreiden/aanpassen). Dat kan je met de hand doen, maar professionals gebruiken tegenwoordig software hiervoor. Als doe-het-zelver kan je dat uiteraard ook, maar koop dan geen duur pakket aan, er zijn tegenwoordig handige (veelal gratis) online alternatieven. Je kan je zelfs al uit de slag trekken met MS Paint.
Op het grondplan duid je aan welke aansluiting waar precies komt. Daarvoor gebruik je uiteraard de juiste symbolen, zoals aangegeven in het AREI. Ben je niet helemaal zeker van je stuk? Vraag indien nodig raad aan een elektricien en laat je plan zeker eens nakijken.
Eendraadschema
Wat is het?
Een eendraadschema is een gedetailleerde, schematische uiteenzetting van de volledig elektrische installatie van een woning, waar geen rekening wordt gehouden met waar een element zich bevindt in de ruimte.
Elke elektrische kring wordt hierop met een letter aangeduid. Binnen elke kring zijn er een bepaald aantal aftakpunten. Elk aftakpunt is genummerd en wordt aangeduid met een symbool naargelang de aard van het aftakpunt (stopcontacten, schakelaar, elektrisch apparaat …). Op het plan wordt ook elke kabel en leiding met een symbool weergegeven, daarnaast wordt er ook telkens geduid om welk type kabel het gaat.
Zelf een eendraadschema maken
Om zelf een eendraadschema te maken, heb je geen grondplan nodig. Het is immers een schematische weergave van de elektrische installatie in een ruimte. Houd er rekening mee dat je elke kring (leiding) met een letter aanduid en elk aftakpunt (stopcontact, schakelaar, apparaat …) met een cijfer. De zekeringen of zekeringsautomaten worden later met dezelfde letter aangeduid als deze van de verschillende kringen op het plan. Het ampèrage van elke kring moet ook aangeduid worden op het eendraadschema.
Met behulp van de juiste symbolen – volgens het AREI – duid je op het schema bij elke kring/leiding het type leiding aan, de doorsnede en het aantal geleidingen. Ook of het al dan niet om een ingebouwde leiding gaat, moet aangeduid worden. Bij de lichtpunten, schakelaars, stopcontacten en aftakdozen moet ook het type geduid worden met het juiste symbool. Ook bij de zekeringen en differentieelschakelaars vergeet je niet het type en de kenmerken aan te duiden.
Ook hier geldt: houd het AREI bij de hand en spreek een professional aan bij twijfel.
Aandachtspunten
Voor je begint met het uittekenen van je installatie, houd je volgende aandachtspunten indachtig:
- Je mag slechts 8 (enkelvoudige of meervoudige) aansluitpunten hebben per elektrische kring
- Ook de aansluitingen voor audio/video, internet en telefonie moeten worden aangeduid op de tekeningen.
- Elke kring met stopcontacten, verlichting en niet-vaste toestellen moet achter een differentieel van 30 mA geplaatst worden, in combinatie met de hoofddifferentieel van 300 mA. Per differentieel van 30 mA mogen slechts 8 kringen aangesloten worden.
- Voorzie genoeg stopcontacten in ruimtes waar je veel aanwezig bent en naar alle waarschijnlijkheid veel apparaten komen: in een keuken plaats je best zes stopcontacten, in een woonkamer wordt minstens vijf stopcontacten aangeraden. In de slaapkamer voorzie je er drie. In kamers waar je weinig komt, voorzie je zeker één stopcontact. De stopcontacten horen geaard te zijn.
- Elke kamer in je woning voorzie je minstens van één lichtpunt en één schakelaar.
- Zowel op het eendraadschema als op de situatieschets moeten de naam van de woningeigenaar, het adres van de installatie, de datum en de handtekening van de installateur en de inspecteur van het erkend organisme staan. Beide documenten moeten ook in drievoud worden opgemaakt: eveneens voor eigenaar, installateur en inspecteur.
Courante symbolen
De symbolen die worden gebruikt in het situatie- en eendraadschema zijn niet lukraak gekozen, maar moeten in overeenstemming zijn met hoe ze staan in het AREI. Vanaf 1 juni 2023 kan je ook zelf symbolen ontwerpen, maar dan moet je wel met een duidelijke legende werken in je schema's. Hieronder volgt een overzicht van de courante symbolen:
1. Gelijk- en wisselstroom
Van links naar rechts:
- gelijkstroom (DC)
- wisselstroom (AC)
- wisselstroom met eenfasige aansluiting
- wisselstroom met drievoudige aansluiting
- bestaande installatie
2. Elektrische toestellen
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- verdeelbord (algemeen)
- verdeelbord met bepaald aantal leidingen (hier 5)
- (in)bouwdoos (algemeen)
- verbindings-, aansluit- of aftakdoos
- aftakkast
- aardingsonderbreker
3. Leidingen
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- leiding (algemeen)
- ondergrondse leiding
- elektrische luchtleiding
- leiding in een buis
- bundel van zes buizen
- leiding geplaatst in inbouw (in een wand)
- leiding geplaatst in opbouw (op een wand)
- leiding in een buis in een wand
- twee leidingen
- n* leidingen
- leiding met 3 geleiders
- leiding met n* geleiders
*n = het aantal geleiders of leidingen, bij geleiders gaat het altijd om het totale aantal, met de aardingsgeleider en de nulgeleider bijgerekend.
Voorbeelden
- links: XVB-kabel met 5 geleiders met een doorsnede van 4 mm², geplaatst in een buis in een wand.
- rechts: XVB-kabel met 3 geleiders met doorsnede 2,5 mm², geplaatst op een wand
4. Beschermingstoestellen
Van links naar rechts:
- smeltveiligheid
- smeltveiligheid met een nominale stroomsterkte van 16 A
- automatische differentieelschakelaar op 300 mA
- kleine automatische schakelaar op 20 A
- aarding
4. Schakelaars
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- schakelaar (algemeen)
- schakelaar met verklikkerlamp (de lamp brandt altijd en dient om de schakelaar in het donker terug te vinden)
- eenpolige schakelaar met vertraagde opening
- tweepolige schakelaar
- driepolige schakelaar
- eenpolige omschakelaar (om twee stroombanen afzonderlijk te sluiten of te openen op een enkele plaats)
- eenpolige wisselschakelaar (om een stroombaan te sluiten of te openen op twee afzonderlijke plaatsen)
- tweepolige wisselschakelaar
- kruisschakelaar
- dimmer
- eenpolige trekschakelaar
- eenpolige schakelaar met signalisatielamp
- drukknop
- drukknop met verklikkerlamp
- drukknop met afgeschermde toegang
- minuterie
- tijdschakelaar
- impulsschakelaar
- thermostaat
5. Contactdozen
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- contactdoos (algemeen)
- meervoudige contactdoos (voor drie stopcontacten)
- (half) waterdichte of hermetische contactdoos
- contactdoos met contact voor beschermingsgeleider
- contactdoos met contact voor beschermingsgeleider en kinderbescherming
- contactdoos met tweepolige schakelaar
- contactdoos met tweepolige vergrendelingsschakelaar
- contactdoos met beschermingstransformator (bijvoorbeeld voor een scheerapparaat)
6. Lichtpunten
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- aansluitpunt voor verlichting, voorgesteld met toevoerleiding
- aansluitpunt voor wandverlichtingstoestel
- fluorescentie-armatuur
- armatuur met 3 fluorescerende buislampen
- projector
- projector met weinig divergerende lichtpunt (bv. een spot)
- projector met divergerende lichtpunt (bv. een floodlight)
- verlichtingsarmatuur met ingebouwde enkelpolige schakelaar
- noodverlichtingstoestel, aangesloten op een veiligheidsstroombaan
- autonoom noodverlichtingstoestel
7. Tijd en slot
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- bel
- zoemer
- hoorn
- sirene
- horloge
- elektrisch slot
8. Ventilatie, verwarming, SWW
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- ventilator (met elektrische leiding)
- verwarmingstoestel
- verwarmingstoestel met accumulatie
- verwarmingstoestel met accumulatie en ventilator
- boiler
- boiler met accumulatie
9. Huishoudtoestellen
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- vast elektrohuishoudelijk toestel (te gebruiken om bv. een dampkamp aan te duiden)
- elektrisch fornuis
- microgolfoven
- elektrische oven
- wasmachine
- droogkast
- afwasmachine
- koelkast
- diepvriezer
- motor
10. Andere
Van links naar rechts:
- transformator
- kWh-teller
- zonnepaneel
- inverter