Hoe plaats je zelf een badkamerventilator?
Een volledig ventilatiesysteem plaatsen is niet iets dat je snel zelf zal doen. Een decentrale badkamerventilator kan je daarentegen wel zelf plaatsen. Dit vereist echter soms wel wat niet-alledaags gereedschap. We gidsen je doorheen deze klus.
Voorbereiding
Wat we in dit geval plaatsen, is een opbouwventilator tegen de gevel. Het gaat hier om een mechanische ventilator die vervuilde lucht de woning uitblaast via een geveldoorvoer. De muur waarin we de ventilator plaatsen, is een buitenmuur. Er was in dit geval reeds stroomvoorziening aanwezig.
Plaats van de ventilator bepalen
In de juiste zone
Ga je zelf een ventilator plaatsen in je badkamer? Denk dan goed na over de locatie. In het AREI worden specifieke regels vermeld voor vochtige ruimtes, waar ook elektrische apparatuur voor de regeling van ventilatie aan moet voldoen. Om te bepalen wat mogelijk is en wat niet, wordt de badkamer opgedeeld in vier zones, gebaseerd op het potentieel gevaar van de meest risicovolle locatie – het bad of de douche.
In zone 0 (volledige inhoud van bad of douche) kan geen ventilator geplaatst worden (en er is ook geen noodzaak om dat te doen). In zone 1 - tot 2,25 m boven bad of douche - kunnen ventilatoren geplaatst worden die werken op lage veiligheidsspanning (maximaal 12 V AC) en beschikken over beschermingsgraad IPX4 én behoren tot veiligheidsklasse 2 (dubbel geïsoleerd of extra geïsoleerd). Hier moet de ventilator aangesloten worden op een differentieel van 30 mA.
In de zones 2 en 3 (dus vanaf 0,6 m van de rand van bad of douche, verticaal tot op 2,25 m van bad of douche) zijn meer toestellen toegelaten, al blijft de beschermingsgraad van minimaal IPX4 en de vereiste elektrische bescherming via differentieel behouden.
Niet te dicht bij de luchttoevoer
Om voldoende luchtcirculatie te garanderen, plaats je de badkamerventilator het best ook niet te dicht bij de plek waar verse lucht de ruimte binnenkomt - dichtbij ramen of deuren is dus ook niet ideaal. Idealiter bevindt de ventilator zich direct tegenover de luchttoevoer. Zorg ook altijd voor een toevoeropening via een deurrooster of kier onder de deur.
Bekabeling voorbereiden
Het eerste dat we aanpakken, is de voorbereiding van de aanwezige elektrische bekabeling voor de aansluiting met de unit van de ventilator. Daarvoor dien je uiteraard eerst de juiste stroomkring uit te schakelen.
Er ligt in ons geval al een XVB-kabel klaar met drie geleiders van 2,5 mm². Deze knip je op maat. Daarna neem je een stukje van de grijze ontmanteling weg, zodat je de geleiderdraden kan bereiken. Ook de geleiders ontmantel je. Neem er een kleine centimeter van af zodat bij alledrie de draden (bruine fasedraad, blauwe nulgeleider en geelgroene aarding) een centimetertje koper blootligt. Dan sluit je de uiteinden van de geleiders voorlopig af met een steekklem.
Groot gat in de muur
Deze opbouwventilator blaast afvoerlucht naar buiten door de gevel. Daarvoor moet eerst een groot gat gemaakt worden in de muur. Door dat gat komt een koker voor de ventilator.
Diamantkernboormachine voorbereiden
Als je gaten met een dergelijke diameter wil maken in een stenen muur, gebruik je een watergekoelde diamantkernboormachine. Dat heeft niet iedereen zomaar liggen, maar kan je wel huren.
Bevestig eerst de handgreep op het toestel. Monteer vervolgens het centreerpunt (dat zal voorkomen dat de boor wegglijdt), en plaats de boor zelf handvast op het toestel. De boor, dat is eigenlijk een soort gatenzaag op steroïden. Om door harde stenen materialen te geraken, is zo'n boor voorzien van diamantsegmenten.
Dan sluit je nog de waterkoppeling erop aan - dit is essentieel om te voorkomen dat de boor oververhit bij het werken. Als de koppeling gemaakt is, vul je het waterreservoir aan. Sluit dan de koppeling aan op de waterslang van het waterreservoir. Zet de handgreep terug op de watertank en pomp er voldoende druk in. Dankzij de regelbare koppeling kun je het water nu gebruiken.
De laatste stap in de voorbereiding: de kabel in het stopcontact brengen. Omdat er gewerkt wordt met water, werk je met een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging. Vóór gebruik met de boormachine, moet je die nog wel even resetten.
De ventilator komt op enige hoogte en de boormachine is zwaar dus haal er een trap bij om comfortabel te kunnen werken. Sluit de waterslang van de watertank nog aan op de boormachine.
Gat uitboren
Positioneer de boormachine en laat vervolgens de machine het werk doen. Er is weinig stof doordat je met water werkt, maar het kan nooit kwaad om een raam open te zetten. Draag wel zeker gehoorbescherming en een veiligheidsbril.
Wanneer de boor al enigszins door de stenen is geleid, mag het centreerpunt er al uitgenomen worden. Die is niet bedoeld om verder mee te boren. Dan kan je verder tot er uitgeboord is tot aan de spouw. Die fractie kun je al uit de boor verwijderen voordat je verder boort tot de buitenmuur volledig is doorboord.
Van de euforie van de doorboring naar het minder leuke werkje: de opkuis. Even doorbijten maar het moet nu eenmaal.
Ventilator plaatsen
Uit welke onderdelen bestaat de ventilator?
Er is een rooster met insectengaas dat langs de buitenkant aan de muur wordt geplaatst. De doorvoer zelf kun je uitschuiven naargelang de breedte van de muur. Daarnaast is er ook nog een terugslagklep die verhindert dat koude lucht naar binnen gaat, terwijl het de af te voeren lucht wel naar buiten laat gaan.
Dan heb je nog de ventilatorunit zelf. Die zal werken met behulp van een bewegingssensor. Langs binnen zit ook een sleuteltje waarmee je de gebruiksduur van de ventilator kan instellen.
Terugslagklep en doorvoer monteren
Eerst monteer je de terugslagklep en dan de doorvoer. Je fixeert het met wat montageschuim. Je laat dit eerst wat verder uitharden voordat je de andere delen monteert.
Na uitharding kan bij de doorvoer het overtollige montageschuim weggesneden worden. De doorvoer steekt nog wat uit. Dit is nu eens een perfecte situatie waarbij een multitool handig van pas komt! Je kan de doorvoer makkelijk op maat maken met een zaagje. Nadien werk je de holle ruimte rondom de doorvoer nog af met wat afwerkgips. De ventilatie-unit kan al even in de doorvoer gepast worden.
Buitenrooster monteren
De buitenkant van het rooster zet je vast met wat montagelijm. De lijm zorgt meteen ook voor wat afdichting zodat beesten geen weg naar binnen vinden.
Ventilatorunit installeren
Van binnenuit bevestig je de ventilatorunit, eveneens met montagelijm. Zodra die vastzit, kun je de bekabeling aansluiten.
Bekabeling tot bij de ventilator
De aanwezige bekabeling moet nog doorgetrokken worden tot aan de ventilator. Om breekwerk te sparen en de bekabeling in de muur te willen inwerken, voorzien we een kabelgoot. We zagen deze op maat af en bevestigen deze met dubbelzijdige tape (je kunt ook schroeven gebruiken als je dat wilt).
Via een aftakdoos
De verbinding van de aanwezige XVB-kabel met de geleiders van de ventilator stoppen we hier weg in een aftakdoos. Ontmantel daarvoor de uiteinden van de geleiders en verbind de geleiders van de ventilator met de geleiders van de aankomende XVB-kabel via enkele steekklemmen. Duw alles netjes weg in de aftakdoos en schroef de behuizing ervan dicht. Trek de kabel met de geleiders van de ventilator vervolgens door in de kabelgoot tot aan de ventilator.
Knip de geleiders wat beter op maat af. Ontmantel daarna de uiteindes van de geleider, en verbind de bedrading met het juiste kleur van draad in het kroonsteentje van de ventilator. Dankzij de extra montagebeugel zet je de bekabeling nog beter vast.
Dan moet je enkel nog het sleuteltje toevoegen dat de instellingen regelt, zodat je het altijd weet terug te vinden.
Rooster plaatsen
Plaats uiteindelijk het rooster op de unit.