Wat is decentrale ventilatie?
Zie je breekwerken niet zitten, of is een centraal C- of D-systeem simpelweg niet mogelijk? Of is een bestaande badkamer- of toiletventilator aan vervanging toe? Dan kan je ook decentrale ventilatie voorzien in je woning. Lees hier meer over de verschillende mogelijkheden, en wanneer decentrale ventilatie nuttig is.
Wat is decentrale ventilatie?
Zit je met slechts een beperkte renovatie van je woning, of is een centraal C- of D-systeem simpelweg niet mogelijk? Dan kan je ook een decentrale ventilator voorzien om vervuilde lucht af te voeren. Deze kent zijn toepassing vooral in badkamers.
Het gaat hier ook om mechanische afvoer door een ventilator die vervuilde lucht de woning uitblaast via een dak- of geveldoorvoer. Uiteraard moet er hiervoor ook stroomvoorziening zijn.
Soorten decentrale ventilatoren
Decentrale ventilatoren kun je handmatig in- en uitschakelen, of aansluiten op de lichtschakelaars. Er bestaan ook vraaggestuurde ventlatoren met vocht-, geur- en zelfs CO2-sensoren. Van zodra die meten dat een van die parameters de pan uitswingt, slaat de ventilator aan. Is de binnenluchtkwaliteit opnieuw in orde, dan schakelt die vanzelf uit.
- Opbouwventilatoren zijn de eenvoudigste vorm en plaats je in de muur of het plafond. De inplanting vergt in principe weinig kap- en breekwerk en het geheel kan terug mooi afgewerkt worden zonder al te grote littekens aan de woning.
- Buisventilatoren worden in een afvoerbuis geplaatst. Ze zijn vooral geschikt voor kleine ruimtes met korte ventilatiekanalen zoals badkamer en toilet.
- Kanaalventilatoren worden ingebouwd in kanalen. Omdat dergelijke ventilatoren buiten de badkamer geplaatst worden, kan je geluidsoverlast tot een minimum beperken.
De genoemde verschijningsvormen kunnen verder opgedeeld worden in axiale of centrifugale uitvoeringen:
- Axiaalventilatoren bestaan uit grote voorovergebogen schoepen, waarmee grote hoeveelheden lucht getransporteerd kunnen worden. De ventilatoren zijn door hun capaciteit om grote volumes te verplaatsen erg geschikt voor lagedrukventilatiesystemen.
- Centrifugaalventilatoren voor badkamers hebben een wat dikkere ombouw dan axiaalventilatoren maar zijn beter geschikt om langere afstanden in de afvoerbuis aan te kunnen. Ze worden ook ingezet tussen twee afvoerbuizen in gemonteerd worden. Ze produceren weinig geluid en hebben een hoge capaciteit.
Waar plaats je een decentrale ventilator?
Niet te dicht bij bad of douche
In het AREI worden specifieke regels vermeld voor vochtige ruimtes, waar ook elektrische apparatuur voor de regeling van ventilatie aan moet voldoen. Om te bepalen wat mogelijk is en wat niet, wordt de badkamer opgedeeld in vier zones, gebaseerd op het potentieel gevaar van de meest risicovolle locatie – het bad of de douche.
In zone 0 (volledige inhoud van bad of douche) kan geen ventilator geplaatst worden (en er is ook geen enkele noodzaak om dat al te doen). In zone 1 - tot 2,25 m boven bad of douche - kunnen ventilatoren geplaatst worden die werken op lage veiligheidsspanning (maximaal 12 V AC) en beschikken over beschermingsgraad IPX4 én behoren tot veiligheidsklasse 2 (dubbel geïsoleerd of extra geïsoleerd). Hier moet de ventilator aangesloten worden op een differentieel van 30 mA.
In de zones 2 en 3 (dus vanaf 0,6 m van de rand van bad of douche, verticaal tot op 2,25 m van bad of douche) zijn meer toestellen toegelaten, al blijft de beschermingsgraad van minimaal IPX4 en de vereiste elektrische bescherming via differentieel behouden.
Niet te dicht bij de luchttoevoer
Om voldoende luchtcirculatie te garanderen, plaats je de badkamerventilator het best niet te dicht bij de plek waar verse lucht de ruimte binnenkomt - dichtbij ramen of deuren is dus ook niet ideaal. Idealiter bevindt de ventilator zich direct tegenover de luchttoevoer. Zorg ook altijd voor een toevoeropening via een deurrooster of kier onder de deur.
Hoe onderhoud je een decentrale ventilator?
Het onderhoud van een decentrale ventilator (bijvoorbeeld een opbouw- of buisventilator om vervuilde lucht af te voeren vanuit de badkamer) houdt op zich weinig in. Belangrijk is dat je om de twee jaar de luchtkanalen eens nakijkt en reinigt, om dezelfde reden als voor een C- of D-systeem: je wil dat lucht zonder moeite afgevoerd kan worden, met een zo laag mogelijk verbruik.
Als je decentrale ventilator over filters beschikt, dan kijk je die ook zeker twee keer per jaar eens na. Reinig ze, en indien ze verzadigd zijn, vervang je ze.