Zo genees je gazonziektes
Extreem weer, slecht onderhoud, te intensieve maaibeurten, sterke vervilting, slechte beluchting, plaagdiertjes etc. zijn allemaal gesels voor je gazon. Wil je je grasmat weer sterk en gezond krijgen? Dan is de eerste stap om te achterhalen wat de problemen veroorzaakt en vervolgens in te grijpen. We bieden een overzicht van mogelijke gazonziektes.
herkennen en behandelen
Voorkomen is beter dan genezen
Houd je je gras in topconditie, dan zal het niet zo gauw ziek worden of kapot gaan - dat spreekt voor zich. Een effen groene grasmat vergt echter wel wat onderhoud. Zet deze klus dan ook minimum om de zes maand op de agenda. Bovendien zal je door een correct onderhoud van je gazon problemen ook veel sneller opmerken en gemakkelijker kunnen aanpakken.
Snelle diagnose
De eerste ziekteverschijnselen in je gazon zijn gemakkelijk op te merken: verkleuringen en/of kale plekken. Daarnaast is ook de aanwezigheid van andere plantjes zoals mos of paddenstoelen een teken aan de wand.
bodemproblemen
DICHTSLAAN VAN DE BODEM
Het 'dichtslaan' van gazon kan gedurende het hele jaar voorkomen en ontstaat door overmatige betreding, slechte bodemstructuur en onvoldoende organische stoffen in de bodem. Wanneer bodems dichtslaan, kan er minder lucht in de grond trekken waardoor dit nefast is voor voedings- en wateropname. Hierdoor verzwakt je gras en is het bijgevolg veel vatbaarder voor ziektes en schimmels. Het gazon voldoende beluchten of verticuteren kan dit probleem voorkomen.
TYPE BODEMS
De structuur van de bodem bepaalt voor een groot deel hoeveel water en voedingsstoffen kunnen doorsijpelen. Zandbodems bevatten minder organische stoffen en kunnen minder goed vocht vasthouden. Anderzijds heb je leem- en kleigronden die vaak meer organische stoffen bevatten waardoor ze goed water kunnen vasthouden. Het risico bij dit type ondergrond is echter dat er snel verharding kan optreden. Zware, compacte bodems zijn doorgaans gevoeliger voor ziektes dan andere type ondergronden. Je kan een staal van je eigen tuingrond laten analyseren om zeker te zijn waar je op moet letten.
EXTERNE FACTOREN
weersomstandigheden
Al onderhoud je je gazon nog zo goed, over bepaalde factoren heb je gewoonweg geen controle. Denk dan aan zaken zoals extreem weer. De afgelopen zomers hebben we het al vaak met lede ogen moeten aanzien: droog en zonnig weer kan je grasmat in recordtijd herleiden tot stro. Behalve bewateren kan je daar niet veel tegen doen, hoewel het ecologisch meer verantwoord is om beplanting te voorzien die je gras wat schaduw kan bieden en/of sterkere grassoorten te zaaien.
Ook het verwilderen van de grasmat zorgt ervoor dat die beter bestand is tegen droogte en hitte.
Anderzijds kan slechte afwatering in je tuin ervoor zorgen dat je gazon permanent natte voeten heeft - met alle gevolgen van dien. Zorgen voor een betere infiltratie van regenwater kan hier oplossingen bieden.
belasting
Hoe intensiever je je gazon gebruikt, hoe meer het te verduren krijgt. Spelende kinderen, gravende honden, sproeiende katten, scharrelende kippen, barbecues of vuurkorven ... het zijn allemaal factoren die je gras verzwakken. Ook hier is het aangewezen om in te zaaien met robuust graszaad. Je kan ook stukken grasmat afzetten zodat het even kan bekomen.
onder- of overvoeding
Gele punten en bleekgroene grashalmen wijzen op een gebrek aan bemesting, een slechte bodemstructuur met een laag humusgehalte, of een verkeerde pH-waarde. Het gebrek aan ijzer en stikstof kan je snel verhelpen door een product aan je sproeiwater toe te voegen waarmee het gras de benodigde voedingsstoffen krijgt.
Opgelet, het omgekeerde kan natuurlijk ook. Een teveel van bepaalde voedingsstoffen door overbemesting is eveneens niet goed. Eerst krijgt het gras een donkergroene tot blauwachtige kleur. Wordt er niet ingegrepen, dan zal het zoutgehalte in de bodem te hoog worden en de grashalmen zullen verbranden.
SCHIMMELS
Veel schimmelziekten kunnen worden voorkomen door het gazon tijdig te beluchten en een goede waterafvoer te voorzien. Maar stap 1 is het gebruiken van de correcte meststoffen.
ROODDRAAD
Rooddraad is een zwamziekte die het hele jaar kan optreden. Doorgaans komt het voor bij gazons die een tekort hebben aan stikstof of gazons met een matige bodemstructuur en een dichtgeslagen toplaag. De ziekte komt voornamelijk voor bij fijne grassoorten zoals raaigras.
Kenmerken
Als het gazon lijdt aan rooddraad komen er rood/bruine vlekken in het gras waarin roze gekleurde schimmeldraden zichtbaar zijn. Deze schimmeldraden zijn zwammen die vooral in vochtige omstandigheden (regen of dauw) goed zichtbaar zijn. Na verloop van tijd worden de schimmeldraden pluizig. Wanneer de rooddraad pluizig is, kan de infectie zich verspreiden door het betreden of het maaien van het gras!
Oplossing
Het gazon sterft niet af door rooddraad en de schimmel is vrij makkelijk te behandelen. Voldoende stikstofhoudende voeding eventueel in combinatie met verticuteren moet volstaan om rooddraad te bestrijden. Opgelet! Door een laattijdige stikstofbehandeling in het najaar geef je sneeuwschimmel een grotere kans.
MEELDAUW
Grasmatten die zich in de schaduw bevinden en ten prooi vallen aan vochtig, warm weer kunnen meeldauw ontwikkelen.
Kenmerken
De grashalmen krijgen een witte, meelachtige aanslag waardoor het lijkt alsof er poeder op het gazon ligt.
Oplossing
Het wegsnoeien van overhangende planten garandeert meer zonlicht voor het gras. De bodem moet gedraineerd en goed belucht zijn om van meeldauw af te geraken. Preventief zaai je een zaadmengsel in dat hiertegen bestand is.
SNEEUWSCHIMMEL
Sneeuwschimmel treedt op in koudere, natte en donkere periodes. Je krijgt dan witte schimmelpluis en afgestorven plekken in het gazon. Een tekort aan kalium en een teveel aan stikstof in het najaar wakkeren de ziekte aan. De schimmel is het meest agressief wanneer een sneeuwlaag op onbevroren grond wordt belopen.
Kenmerken
De aangetaste plekken zien er eerst wit en waterig uit en worden daarna geel/oranjebruin. Een hoge pH-waarde van de bodem stimuleert de schimmel. Het fenomeen komt doorgaans voor van de herfstperiode tot aan het voorjaar, bij temperaturen lager dan 15 graden. De schimmel kan heel snel uitbreiden, maar stopt wanneer het gras opdroogt.
Oplossing
Door gebruik te maken van kaliumrijke meststoffen in het najaar in combinatie met een goede beluchting, prikken en diep verticuteren, kan dit euvel in de meeste gevallen worden verholpen. Het gras herstelt zich doorgaans vanuit het midden van de aangetaste plekken. Betreed je besneeuwde gazon zo min mogelijk!
DOLLARSPOT
Dollarspot wordt vooral zichtbaar wanneer er een dauwlaag op het gazon ligt. Vooral fijne grassoorten lijden aan dollarspot. Een tekort aan stikstof in de bodem is ook hier een belangrijke factor.
Kenmerken
Er worden kleine ronde, gebleekte en droge plekken van 2 tot 5 centimeter zichtbaar. De ziekte ontstaat bij warm weer met een hoge luchtvochtigheid. Vooral tijdens warme dagen en koele nachten met veel dauw.
Oplossingen
Een drainage, beluchting en bewatering van het gazon is belangrijk. Zorg voor bemesting met extra stikstof en calcium en stimuleer de compostering van de viltlaag. Maai je gras dan zeker niet te kort.
ROEST
Roest is een van de meest voorkomende grasziekten in een gazon. Ze komt voor op arme ondergronden en/of gronden met een te lage N-gift. Vooral veldbeemdgras en Engels raaigras zijn gevoelig voor roest.
Kenmerken
Het gazon kampt met oranje/bruine roestplekken die zich vrij snel kunnen verspreiden. Roest ontstaat vaak in het voorjaar en kan tot in het najaar zichtbaar blijven.
Oplossingen
Breng de bemesting in balans en kies voor grassoorten met een hoge weerstand. Het gazon moet een goede luchtcirculatie en irrigatie hebben zodat het niet te lang nat blijft. Maai het besmette gras kort en voer het af.
HEKSENKRING
Je kan dan wel leuke verhalen vertellen over deze paddenstoelenkring die in je gazon opduikt, het is wel een teken van zwakte in je gras.
Kenmerken
Onder het gazonoppervlak groeit het mycelium of schimmelweefsel dat ‘s nachts vruchtlichamen vormt. Ze vormen bovengronds een cirkel van paddenstoelen.
Oplossingen
Maak in de lente of de herfst de aangetaste delen van je grasmat los met een riek om het mycelium te verscheuren. Geef die plekken daarna vaak en veel water. Het oppervlak mag gerust twee weken doornat zijn. Geef je gazon zuurstof door te beluchten. Lukt dit niet, dan moet je het aangetaste deel minimaal 50 cm afgraven en vervangen door bemeste teelaarde.
PLAGEN
EMELTEN
Emelten zijn larven van de langpootmug en komen ‘s nachts boven de grond om allerlei plantmateriaal dat bladgroen bevat op te eten. Ze gedijen in een los en vochtig bodemoppervlak. Ze bijten een deel van de plant af en trekken die vervolgens mee onder de grond, waar ze overdag de tijd doorbrengen. Emelten bestrijden doe je met aaltjes, idealiter in de maanden september en oktober.
ENGERLINGEN
Ook engerlingen kunnen ernstige schade toebrengen aan het gazon. Het zijn larven van de bladsprietkeverfamilie die het gazon aantasten door de wortels van het gras op te eten. Engerlingen nestelen zich in gazons met een losse bodemstructuur of gazons in een bosrijk gebied. In tegenstelling tot emelten blijven engerlingen steevast onder de grond.
Ook engerlingen kunnen worden bestreden met soortspecifieke aaltjes.