VERWARRING TUSSEN MODULEREN EN PENDELEN
HET VERSCHIL TUSSEN BEIDE
Moduleren: het vermogen van de ketel aanpassen aan de nood van de gebruiker. Bijvoorbeeld in het tussenseizoen slechts 50% van het vermogen uitsturen in plaats van de beschikbare 100%.
Pendelen: dit fenomeen ontstaat als de nood van de gebruiker kleiner is dan het verkregen vermogen van de ketel. Een huis kan bijvoorbeeld met 5 kW voldoende verwarmd worden. Als er nu door de ketel 10 kW uitgestuurd wordt (overdimensioneren), dan zal de ketel continu aanslaan en uitvallen om het te grote vermogen te compenseren, het pendelgedrag. Om die grijze zone zo veel mogelijk te vermijden moet het maximale vermogen zo klein mogelijk gehouden worden. Hoe kleiner het maximale vermogen, hoe kleiner ook het minimale.
VOORVENTILATIE NADELIG VOOR RENDEMENT
Een ander probleem waarvan de oorzaak ligt bij het pendelgedrag zit bij de voorventilatie. Telkens als een ketel opstart, volgt eerst een voorventilatie om er zeker van te zijn dat er geen restgassen in de verbrandingskamer aanwezig zijn. Het verwarmingswater blijft echter circuleren, waardoor dit door de koude voorventilatielucht afkoelt. Dat heeft een nadelig effect op het jaarrendement van de ketel. De voorventilatie resulteert niet in nuttig energieverbruik. Pendelen betekent dus ook meer slijtage (aan/uit), energieverlies (voorventilatie) en een slechte emissie door een slechte verbranding tijdens de opstart: problemen die vermeden kunnen worden door een correcte dimensionering.