HUBO GEBRUIKT GDSN

Hubo kondigt aan om voortaan de GS1 standaard GDSN te zullen gebruiken om productgegevens uit te wisselen. Ze willen ook al hun leveranciers op dezelfde golflengte krijgen. “We willen één gestandaardiseerd en geharmoniseerd systeem gebruiken om productgegevens te ontvangen om zowel logistiek als in de E-commerce over de juiste gegevens te beschikken," zegt Marck Henkens, E-commerce manager bij Hubo België. Hubo sluit zich bij retailers uit de sector aan die al hun eerste stappen richting GDSN gezet hebben. Op 9 december zullen de retailers en enkele leveranciers van de Doe-Het-Zelf, Tuin & Dier sector een intentieverklaring ondertekenen om zo hun engagement over het gebruik van GDSN te officialiseren. Jan Somers (CEO GS1 Belgilux) legt uit waarom de standaard zo belangrijk is.
 

NOOD AAN GOEDE PRODUCTDATA ZAL STEEDS GROTER WORDEN

Jan Somers (CEO GS1 Belgium & Luxembourg) over het belang van datasynchronisatie

Retailers hebben steeds meer informatie nodig om hun producten te verkopen. De wetgeving wordt van langsom strenger, het omnichannelgebeuren brengt een gigantische datavraag met zich mee en de klant wordt veeleisender. Intergamma schaarde zich een tijdje terug al achter het netwerk van GS1, de vzw die het Global Data Synchronisation Network beheert, en ook Hubo verklaarde recent dat het zal meestappen in het verhaal. “GDSN is er niet enkel voor de grote spelers", benadrukt Jan Somers (CEO GS1 Belgilux). “Ik denk dat dit de enige manier is om kwaliteitsvolle data vlot tot bij de klant te krijgen."

WAT?

“GDSN is een globaal netwerk van dertig datapools dat het mogelijk maakt om data van de leverancier met de retailer te synchroniseren", vertelt Jan Somers. “Dat klinkt misschien exotisch, maar het komt er gewoon op neer dat de leverancier zijn data invoert in een cloudsysteem, waar de retailer ze vervolgens weer af haalt. Op die manier krijgt de retailer altijd hetzelfde formaat binnen en is hij er zeker van dat de data kwaliteitsvol en up-to-date zijn."

WAAROM?

Maar waarom die moeite doen? Somers ziet verschillende trends. “Om te beginnen, is er de wetgeving, waarbij de Declaration of Performance en veiligheidsbladen een veel grotere uitwisseling van informatie tussen leverancier en retailer vragen. Dat geldt zeker ook voor de food: alle informatie die je op het etiket vindt, moet ook online beschikbaar zijn."

Omnichannel

“Een tweede trend is het omnichannelgebeuren, waarbij de grenzen tussen online en offline steeds verder vervagen. Beleving wordt ook op het internet veel belangrijker en als je iets op het internet wilt verkopen, dan heb je veel en kwaliteitsvol fotomateriaal en technische specificaties nodig. Wanneer die niet gestandaardiseerd zijn, is het voor de klant bijna onmogelijk om bijvoorbeeld de juiste afmetingen van een rolgordijn terug te vinden. Dan haakt hij af."

Efficiëntie

“De retailer die uit allerlei verschillende formaten data moet halen, zit al snel met de handen in het haar. Als de vraag naar data blijft stijgen, en dat zal zo zijn, heeft hij op den duur iemand nodig die de hele dag door data zit over te tikken, met veel kans op fouten. Als alternatief kan hij zelf een webportaal bouwen, waar de retailer zelf de informatie moet invoeren. Dat is veel werk voor de retailer, want hij moet dat portaal bouwen en onderhouden, maar nog meer voor de leverancier. Die moet immers voor elke retailer afzonderlijk zijn gegevens invoeren. Alweer: niet efficiënt. Met GDSN hoeft hij maar eenmaal alle gegevens in te voeren en is het een koud kunstje om ze up-to-date te houden.

Veiligheid

De data staan daar bovendien veilig: er moet steeds een 'match' zijn tussen leverancier en retailer. Uiteraard kan alles geautomatiseerd worden. De concurrentie speelt zich af op het schap en op het internet, niet op het vlak van de data. Als de consument op zoek is naar info op uw website en die er niet op staat, dan is dat een groot probleem."

OOK VOOR KLEINERE SPELERS

“Momenteel bedenken we systemen die voor kleinere retailers, die slechts een paar duizenden referenties aanbieden, eenvoudiger zijn om aan te sluiten. Je hebt heus geen groot informaticasysteem nodig. Het vergt wel opleiding en het heeft uiteraard ook een prijskaartje. Dat valt echter in het niet, vergeleken met de tijd die je zou spenderen om de data zelf op te laden. Dit is een instrument om een probleem op een eenvoudige manier op te lossen. Vroeger zei men 'stuur maar een mail', maar 100.000 mails verwerken, dat gaat niet meer."

DRUK NEEMT TOE

“Toen Intergamma zich besloot aan te sluiten, en nu dus ook Hubo, zal de druk aan de leveranciers om zich aan te sluiten, groter worden. Als al hun data zich mooi en up-to-date in de cloud bevinden, zullen ze geen zin hebben om hun data nog eens apart in een portaal in te voeren.

In Nederland zijn ze al verder: bij Ahold raak je als leverancier niet meer op het schap als je niet bij GDSN aangesloten bent. In de foodsector is Delhaize bij ons sinds juni volledig operationeel met 130 aangesloten leveranciers. Ook in de doe-het-zelfsector zijn er al enkele grote namen aangesloten, en het zal alleen maar sneller gaan. Het is de toekomst en het is bedoeld voor de hele sector."

Meer informatie vindt u op www.gs1belu.org