CITROËN C5 START NIET MEER

Benzine doet injectoren intern vastlopen

Een diagnosetechnicus werd onlangs in zijn werkplaats geconfronteerd met een Citroën C5 die niet meer startte. De Citroën was een voertuig van het bouwjaar 2003 en was uitgerust met een 2.2 dieselmotor die niet meer wilde starten. Het voertuig kwam met de depannagedienst tot in de garage. De diagnosetechnicus contacteerde de technische hotline van Sergoyne Diagnostics met het probleem.

EERSTE STAPPEN
Startmotor

De technici gaan aan de slag. Bij het opstarten merken ze dat de startmotor aanslaat en rondgaat, maar de motor zelf slaat niet aan. Dan kan men al stellen dat er aan de startvoorwaarden wordt voldaan.

Motormanagement

Wanneer men daarna het motormanagement uitleest, zijn er ook geen foutcodes op te merken. Bij een storing zou een duidelijk signaal aangeven dat de auto niet in orde is. Dit is hier dus niet het geval: een indicatie van een goede werking.

Dieselinspuitsysteem

De technicus meet daarna met een scope het dieselinspuitsysteem. Hij stuurt zo een vierkanaalsscopebeeld van de meting door. Op deze meting zien we een krukas- en nokkenassignaal, een raildruksensorsignaal en een injectorsignaal afgebeeld tijdens een startpoging. We zien op het beeld een blauwe lijn die de spanning op de signaaldraad van de raildruksensor weergeeft. Deze loopt op naar 1 V spanning, tot zelfs 1,5 V tijdens het starten. Dit toont dat er meer dan voldoende raildruk is. We zien op het beeld ook een perfect binnenkomend krukas- en nokkenassignaal. Het inductieve krukassignaal in het rood geeft een visueel golvende lijn weer als we alle pieken imaginair met elkaar verbinden. Deze bevinding toont dat de compressie van de vier cilinders gelijkloopt. Het gele signaal dat we zien, is de nokkenassensor. Hier zien we een bloksignaal tussen 0 V en 5 V. Uit het scopesignaal van de krukas en de nokkenas kunnen we niet concluderen of de distributietiming van de motor correct staat.

Maar via het groene signaal, gemeten door de stroomtang rond de bekabeling van de eerste injector te plaatsen, kunnen we wel concluderen dat er een duidelijke aansturing tot voor- en hoofdinspuiting van de eerste injector zichtbaar is. We zien zelfs stroompieken tot 18 ampère. Mocht de timing van het krukas- en nokkenassignaal niet correct zijn, dan zou in dit geval het motormanagement nooit beslissen om een aansturing van de injector uit te voeren. Het wil namelijk geen brandstof inspuiten die niet verbrand zou worden. Dit garandeert de bescherming van de motor, de katalysator … We concluderen dat de injectoren aangestuurd worden en de brandstofdruk en de synchronisatie tussen krukas- en nokkenassignaal goed is.

OORZAAK

Voor een verdere diagnose gaat men over tot een demontage van de injectoren om de compressie na te meten. De injectoren worden opgestuurd naar een dieselspecialist voor een grondige test, want de technicus heeft het vermoeden dat de injectoren niet injecteren. Want ondanks de aangegeven aansturing op de injectoren was de kop van de injector droog.

OPLOSSING

Het vermoeden van de technicus wordt bevestigd. De injectoren zaten mechanisch vast, waardoor de auto niet meer startte. De garage belt de klant op en licht hem in. De klant biecht ten slotte op dat hij per ongeluk benzine heeft getankt. Door die benzine zijn de injectoren intern vastgelopen en gingen ze niet meer open. Dit verklaart dus ook waarom we 18 ampère stroom zien bij het aansturen van de injectoren. Het motormanagement probeert met alle moeite de injectoren te openen en een versnelling van de krukas te bekomen, maar zonder resultaat.

TERUG NAAR DE KLANT

Na een spoeling van het volledige systeem, zodat alle benzine uit het dieselsysteem is, wordt voor de zekerheid ook nog de hogedrukpomp getest en de brandstoffilter vervangen. Daarna gaat de Citroën C5 terug naar de klant. Een correcte informatie van de klant vooraf had de technicus misschien wel wat tijd kunnen besparen.