Zo zorg je voor meer Veiligheid in het atelier
Omdat je te allen tijde moet voorkomen dat je de veiligheid uit het oog verliest, wensen we hier nog even de puntjes op de i te zetten. Er valt immers met nogal wat rekening te houden. Daarom staan we even stil bij verschillende maatregelen die je kunt treffen om veiliger te werken in onze sector.
Welzijn op het werk
Welzijn op het werk staat intussen sinds 1996 in de Belgische wet. De voorganger van de Welzijnswet, de Veiligheidswet van 1952, was immers enkel gericht op veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen.
In die ‘Welzijnswet’ staan specifieke welzijnsdomeinen die betrekking hebben op de arbeidsvoorwaarden waarin het werk moet worden uitgevoerd:
- veiligheid op het werk
- bescherming van de gezondheid van de werknemer
- psychosociale aspecten van het werk
- ergonomie
- arbeidshygiëne
- verfraaiing van de werkplaatsen
De meeste uitvoeringsbesluiten werden gecodificeerd in de zogenaamde 'Codex over het welzijn op het werk'.
Verantwoordelijkheid
Ten eerste moet de werkgever een welzijnsbeleid uittekenen en toezien op het correct naleven ervan. Dat beleid is algemeen gestoeld op de toepassing van de preventiehiërarchie: eerst wordt er bekeken of veiligheids- en gezondheidsrisico's kunnen worden voorkomen. Indien niet, dan moeten die worden verkleind en bij de bron worden aangepakt. Zijn de risico's nog steeds aanwezig (zij het in beperktere mate), dan moet er worden overgegaan tot het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (cbm). Pas daarna komen de persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) aan bod. Materiële maatregelen gaan steeds voor op andere (organisatorische) maatregelen: bij de twee laatste stappen in de preventiehiërarchie moeten werkgevers hun personeel ook voorzien van de nodige opleidingen en informatie, zodat de werknemers ook weten hoe ze zo veilig en gezond mogelijk kunnen werken.
Daarnaast moet elke onderneming een Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk (IDPB) hebben. Voor sommige aspecten zal de hulp worden ingeschakeld van een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk (EDPB). Die worden onder andere belast met de evaluatie van risico’s.
Voor elke situatie moet een correcte risicoanalyse worden gemaakt. Dat gaat om het correcte gebruik van machines, het werken in de hoogte, het omgaan met houtstof, brandgevaar, het onderhoud van machines, enz. Die analyses gebeuren door de IDPB, al kan het vóórkomen dat preventieadviseurs een beroep doen op deskundigen van een EDPB voor bepaalde specifieke taken, zoals het uitvoeren van metingen, berekeningen en beoordelingen van risico's, alsook het uitwerken van preventiemaatregelen.
Op basis van de risicoanalyses worden de gepaste preventiemaatregelen uitgewerkt, om risico's uit te schakelen of te verminderen. Dat gaat om het toezien op de orde en netheid, het voorzien van (collectieve én persoonlijke) beschermingsmiddelen, het wegwerken van ergonomische problemen, enz. Daarbij beschikt het bedrijf dan over een Globaal Preventieplan (GPP) en een Jaaractieplan (JAP).
Daarnaast is het ook aan de werknemer zelf om naar best vermogen zorg te dragen voor het eigen welzijn en dat van andere betrokkenen. Alcohol en andere drugs zijn niet toegelaten, dus is het aan de werknemer om niet onder invloed op de werkvloer te verschijnen, overeenkomstig het beleid van de werkgever.
Een degelijk preventiebeleid zorgt ook voor
tevreden en gemotiveerde werknemers
Vele gezichten

Machineveiligheid
Machines moeten correct worden gebruikt; arbeidsongevallen met betrekking tot deze bewerkingsmachines hebben dikwijls verregaande gevolgen en gebeuren sneller dan je denkt. Daarom moet iedereen worden opgeleid en moeten er veiligheidsinstructiekaarten (vik) worden voorzien. Tevens moet een machine op regelmatige basis worden onderhouden zodat alles correct blijft verlopen.
Op en rond de machine of werkpost moet er ook een zekere orde en netheid zijn. Zo kun je struikelen over rondslingerende kabels of kunnen materiaalresten die zich nog dicht bij de draaiende onderdelen van de machine bevinden, worden weggeslingerd.
Alle draaiende onderdelen moeten ook zo goed mogelijk worden afgeschermd met kappen, luiken of deuren. Zo kan de gebruiker niet verstrikt geraken door de machine of worden geraakt door splinters of spanen. Denk daarbij aan een beschermingskap rond een zaagblad of de behuizing rond een CNC-bewerkingscentrum. Bijkomend wordt de machine of bewerking stilgezet wanneer er zich een onveilige situatie voordoet – het openen van de deur bij een bewerkingscentrum, het te dichtbij komen bij een zaagblad, enz.

CBM
Collectieve beschermingsmiddelen moeten ervoor zorgen dat iedereen in de omgeving van een potentieel gevaar wordt beschermd. Cbm moeten bijvoorbeeld voorkomen dat men toegang kan krijgen tot een gevarenzone of dat het gevaar is uitgeschakeld voor die gevarenzone kan worden bereikt. Cbm zijn er ook voor het opvangen van uitgeworpen materialen of onderdelen of voor het reduceren van lawaai, straling of stof.
Concreet spreken we dan over bijvoorbeeld centrale stofafzuiging, toegangscontroles in al hun vormen en gradaties, lichtgordijnen, omkastingen, schermen, noodstopknoppen, verlichtings- en alarmsignalen, enz.

PBM
In tegenstelling tot cbm beschermen pbm louter het individu tegen schade. Pbm komen voor in een achttal categorieën: hoofd, gelaat, gehoor, handen en armen, voeten en benen, ademhaling, lichaam, en vallen. Ze bestaan in talloze vormen, groottes en gradaties, op maat van de omgeving, de toepassing en de drager. Helmen, veiligheidsbrillen, stofmaskers, handschoenen, veiligheidsschoenen en gehoorbescherming zijn wijd en zijd gekend, net als veiligheidskledij en valbeveiligingsharnassen.
Handen
Onze handen moeten goed worden beschermd tegen splinters, snij- of brandwonden, klemming, enz. Niemand wil een vinger kwijt of de hand(en) (deels of geheel) niet meer kunnen gebruiken. Er zijn dan ook enkele regels die je in acht moet houden. Zo draag je steeds aangepaste handschoenen tijdens het werk en worden veiligheden of afscherming nooit weggenomen of overbrugd. Onderhoudswerken gebeuren enkel bij afgekoppelde machines. Bij een paneelzaag wordt er een duwstok gebruikt.
Gehoor

een blootstelling van 80 dB(A). Vanaf 85 dB(A) moeten werknemers die gehoorbescherming gebruiken
Lawaai kan erg storend en dikwijls ook schadelijk zijn. Naast de evidente gehoorproblemen – met tijdelijke of permanente schade aan je gehoor – kan excessieve blootstelling aan lawaai ook leiden tot andere problemen, zoals concentratievermindering, stress of een verhoogde bloeddruk.
Concreet stelt de werkgever vanaf een blootstelling van 80 dB(A) gehoorbescherming ter beschikking, maar vanaf 85 dB(A) moeten werknemers die gehoorbescherming gebruiken.
Gehoorbescherming is dus op zijn plaats, met oordoppen of oorkappen om dat lawaai buiten te houden. Dat lawaai kan ook aan de bron worden aangepakt met bijvoorbeeld behuizingen rond machines die het geluid kunnen reduceren, geluidsarmere zaagbladen, maatregelen die trillingen absorberen, enz. Maar die reductie is beperkt omdat geluid zich logaritmisch verhoudt. Een halvering van geluidsniveau reduceert slechts 3 dB(A); een verdubbeling verhoogt met 3 dB(A).

zijn geen overbodige luxe
Houtstof
Bij de verwerking van hout ontstaat houtstof. De blootstelling aan dat stof vormt een risico voor de gezondheid en de veiligheid. Dat gaat bij kortere blootstellingen van irritaties op de huid en slijmvliezen, tot een verhoogd risico op sinus- of neuskanker bij langdurige blootstelling. Deze kanker wordt erkend als beroepsziekte. Bovendien zorgen lokaal hoge concentraties van houtstof voor een verhoogd explosierisico. Die problemen moeten dus worden aangepakt.
De aanwezigheid van stofafzuiging maakt sowieso een verschil, al moet die regelmatig worden gecontroleerd en onderhouden voor een correcte werking. Daarnaast is het zaak om het atelier proper te houden, zodat houtstof geen kans krijgt om zich op te hopen.
Het reinigen of verwijderen van houtstof doe je niet met perslucht. Het neerliggende stof wordt zo namelijk niet verwijderd maar de lucht in geblazen, waardoor de partikels net makkelijker kunnen worden ingeademd. Stof moet dus zoveel mogelijk worden weggezogen. Bij het periodieke reinigen – het vegen op het einde van de werkdag – bevochtig je best het stof alvorens het op te vegen.
De productie van stof kan ook aan de bron worden aangepakt. Merk je bijvoorbeeld dat er een overmatige stofproductie is, dan kan je aangepast snij- en schuurgereedschap aanwenden.

Ergonomie
Bij ergonomische preventie is het zaak om alle mogelijke lichamelijke ongemakken te vermijden, als gevolg van verschillende situaties. Denk daarbij aan een verkeerde lichaamshouding, verkeerd gereedschap, eentonige bewegingen, te langdurig gebruik van een gereedschap, enz. Een verkeerde ergonomie zorgt ervoor dat personeel uitvalt met ontstekingen op gewrichten, spieren en pezen – al dan niet langdurig.
Veel kan worden opgelost met een opleiding of infosessies rondom ergonomie, met praktische tips om bijvoorbeeld zaken correct te heffen, om te werken met het correcte gereedschap ... Daarnaast voer je controles uit op de werkposten met de focus op ergonomie. Indien nodig moet er een aangepaste keuze worden gemaakt van gereedschappen of machines, zoals heftoestellen, aangepaste werkbanken, enz.
Hulp beschikbaar
Wie meer info wil of vragen heeft over welzijn op het werk, preventie en veiligheid op de werf en werkvloer, kan steeds terecht bij de FOD WASO of BeSWIC, of via verschillende sectororganisaties zoals Woodwize voor advies, opleidingen en ondersteuning.
Met dank aan FOD WASO en Woodwize