De perfecte zaagsnede
Elektrisch zagen betekent niet automatisch dat je een minder versplinterde zaagsnede krijgt dan met een handzaag. De kwaliteit van je zaagsnede hangt af van verschillende factoren. We overlopen waarmee je rekening moet houden om een onberispelijk resultaat te verkrijgen.
Het juiste zaagblad
Het materiaal dat je wilt verzagen heeft een bepaalde structuur, en dat vraagt telkens om een specifiek zaagblad op het gebied van hardheid, het aantal tanden of de dikte. Op het zaagblad, en de verpakking ervan, staat uiteindelijk alle info om te weten welk materiaal je ermee kan zagen.
De vertanding
Hoe sneller je wilt zagen, hoe minder tanden er vereist zijn. Hoe meer zaagtanden, hoe nauwkeuriger de zaagsnede. Wil je balken afkorten voor een constructie? Dan is een grove zaagsnede niet storend, en kan je gerust gaan voor een met 24 tanden. Maak je een meubel of moet je laminaatplaten inkorten? Dan wil je een splintervrije zaagsnede. Een zaagblad met 72 tanden is dan verstandiger.
Schulpen of afkorten
Of je moet schulpen of afkorten, heeft ook een invloed op de benodigde vertanding. Door te schulpen ga je een werkstuk in de lengte middendoor zagen. Je werkt dan mee in de lengterichting van de houtvezels. Bij het afkorten zaag je haaks op de houtvezel.
Als je schulpt, moet er voldoende ruimte zijn tussen de tanden om de grote slierten zaagsel te kunnen afvoeren en heb je een zaagblad met minder tanden nodig. Als je afkort, moeten er net méér tanden aanwezig zijn om grote splinters aan de zaagrand te vermijden.
Hardhout: kies voor wisseltanden
Hout loopt het risico te versplinteren wanneer er druk van een zaagblad op wordt uitgeoefend. Om dat te verhelpen kies je niet alleen voor méér zaagtanden, maar ook voor wisseltanden bij harde houtsoorten. De tanden zijn dan wisselend scherp: ze staan afgewisseld naar links of rechts gericht. Dit reduceert het versplinteren. Een zaagblad van hardmetaal zorgt voor een nog zuiverdere zaagsnede bij delicate werkstukken, zoals objecten van mdf of trespa.
Voor aluminium
Voor aluminium heb je sowieso een metaalzaagblad nodig, houd er rekening mee dat hoe dunner het aluminium werkstuk is, hoe fijngetander de zaag moet zijn. Hoe dikker het werkstuk, hoe grofgetander het zaagblad moet zijn.
Er is ook nog een verschil in snijhoek van elke tand. Bij een positieve vertanding zijn de tanden zo geslepen dat ze makkelijker in het aluminium trekken omdat er minder weerstand is. Dit type zaagblad gebruik je bij een tafelzaagmachine. Een negatieve vertanding geeft wat meer weerstand in het aluminium. Dat is nodig als je het zaagblad van bovenaf in het materiaal trekt, zoals bij een afkortzaag. Dit vermindert het risico dat het zaagblad snel terugslaat of vastklemt.
Verbranding vermijden
Een grof zaagblad wil meer materiaal in één keer verwijderen, en dreigt vast te slaan. Een te fijn zaagblad, aan de andere kant, zal voor zwarte strepen op je werkstuk zorgen. Het zaagblad kan immers zijn hitte moeilijker kwijt. Dat is slecht voor de zaagtanden, die kunnen verbranden.
Let er ook op dat je het zaagblad niet overbelast. Ga dus niet extra duwen. Dit kan het zaagblad oververhitten, waardoor je een slechtere, verbrande zaagsnede krijgt en het zaagblad slijt.
Toerental van het zaagblad
Onder toerental verstaan we hoe vaak een zaagblad kan ronddraaien binnen een minuut. Je vindt het aangewezen toerental terug op het zaagblad zelf, maar dit moet ook afgestemd zijn op het maximaal aantal toeren dat een machine überhaupt aankan.
Ook volgens het materiaal
Het toerental van het zaagblad is uiteindelijk bepaald door het te zagen materiaal. Gipsplaten of warmtegevoelige kunststoffen vragen een lager toerental. Tropisch hardhout of aluminium vereist dan weer een hoger toerental.
Soft start
Veel zaagmachines starten met een zachte aanloop, deze laten het zaagblad langzaam op snelheid komen. Zo behoud je meer controle over de machine tijdens het zagen. Laat het zaagblad altijd op snelheid komen vooraleer je begint te zagen.
Zaagdiepte instellen
Wanneer je zaagt met een cirkelzaag, afkortzaag of tafelzaag, stel je de zaagdiepte in zodanig dat telkens drie à vier tanden in het werkstuk uitkomen. Dat is een ideale verhouding om de tanden vlot door het materiaal te laten happen. Het beste resultaat krijg je dan ook als het zaagblad een aantal millimeters uit het materiaal steekt.
Draairichting bij het zagen
Ook de draairichting van het zaagblad speelt een rol. Als het blad naar achteren draait, zal het eerst langs onderaan in het materiaal grijpen, en bovenaan eruit komen. De bovenkant heeft dan meer kans op versplinteren.
Als het blad naar voren draait, happen de tanden eerst bovenaan in het werkstuk, en komen er daarna onderaan uit. Het is dan de onderkant van de zaagsnede die makkelijker durft te versplinteren. Je kan daar rekening mee houden bij het aftekenen van je zaagsnede, zodat de lelijke, versplinterde kant niet zichtbaar zit bij de montage van je werkstuk.
Schilderstape gebruiken
Om versplintering tot een minimum te beperken, kan je ook schilderstape aanbrengen. De houtvezel zal zo minder losbreken bij het passeren van de zaagtanden, wat resulteert in een nauwkeurigere zaagsnede.
Niet in één keer zagen
Deze tip is vooral van toepassing op ronde zaagbladen (bij een cirkelzaag, afkortzaag of zaagtafel): zaag je werkstuk niet in één keer door, maar stel de zaagdiepte eerst in op slechts een aantal millimeters, en zaag daarna volledig uit met de juiste zaagdiepte. Op die manier wordt het zaagblad minder belast en krijg je een fijner resultaat.
Werken met een geleider
Bij zaagmachines wordt er vaak een geleider meegeleverd. Is dat niet het geval? Dan kan je ook tegen een geklemde regel de machine laten werken. Bij een plank leg je deze vast langs de fabriekszijde. Om dan op de juiste maat te zagen, teken je eerst de benodigde afstand uit. Tel daar ook de afstand van het zaagblad tot de zool bij. Dat is de maat waarop je de geleider moet vastklemmen.
Vertrek op volle toerental vooraleer je in het hout begint te zagen, en duw dan gelijkmatig de machine voort. Het zaagblad kan dan rustig uitlijnen terwijl het door het materiaal zaagt, wat de zaagsnede merkbaar zal verbeteren.
Voor cirkels en rondingen
En wat als je cirkels moet uitzagen? Voor vrije vormen en rondingen grijp je dan het best terug naar een decoupeermachine. Om die met de vrije hand te sturen moet je al vrij goed geoefend zijn. Lees hier hoe je zelf een hulpstuk kan maken om vlot cirkels te kunnen zagen.
Moeilijke rondingen
Moet je ergens een moeilijke ronding uitzagen in een werkstuk? Teken dan eerst de ronding af. Zaag vervolgens een aantal keren dwars op de markering tot aan de getekende lijn. Wanneer je dan daadwerkelijk langs de lijn gaat met je zaag, zaag je telkens kleine stukjes uit, en krijgt je zaagblad gaandeweg voldoende ruimte om de ronding mooi te volgen.