Waarop moet je letten bij het kiezen van een zaagmachine?

Heb je een idee van welke soort zaagmachine je nodig hebt? Dan zijn er naast soortspecifieke eigenschappen nog een aantal algemene zaken waar je best op let op finaal de juiste keuze te maken.

 

SNOER OF ACCU?

Bij een elektrisch aangedreven toestel met snoer, krijg je een constante input van het stroomnetwerk, maar je bereik is dan wel beperkt tot het aantal meter dat je kan overbruggen met de bekabeling.

Een machine op accu maakt je veel mobieler. Een accu kan leeglopen, maar met een opgeladen wisselbatterij kan je zonder hapering voortwerken, terwijl de lege ondertussen oplaadt.

Bij een batterij wil je ook weten hoe lang die kan werken. Kijk daarvoor naar de hoeveelheid Ampère-uur (Ah), of kortweg de batterijcapaciteit. Die bepaalt hoeveel stroom een accu kan afgeven per uur. Hoe hoger dit aantal, hoe langer de batterij stroom kan leveren. Natuurlijk, dit is wel afhankelijk van hoe je de batterij belast. Enkele latjes verzagen, of een dikke balk, dat vraagt elk op z’n beurt net meer of minder vermogen van de machine. Ook de accuspanning is van tel, en is weergegeven in volt. Hoe hoger het voltage, hoe krachtiger de machine. De meest gangbare voltages zijn 10,8 volt, 14,4 volt en 18 volt.

 

VERMOGEN

Een andere hamvraag is het vermogen; de power die een machine kan verzetten om te werken. Dat vermogen wordt uitgedrukt in watts (W). Hoe hoger, hoe krachtiger de machine.

 

DE JUISTE ZAAGBLADEN

Bij een zaagmachine horen nu eenmaal zaagbladen, en die moeten overeenstemmen met de machine én de klussen die je voor ogen hebt. Het materiaal dat je wilt verzagen heeft een bepaalde structuur, en dat vraagt telkens om een specifiek zaagblad op het gebied van hardheid, het aantal tanden of de dikte. Op het zaagblad, en de verpakking ervan, staat uiteindelijk alle info om te weten welk materiaal je ermee kan zagen, maar dit zijn alvast enkele basisregels die goed zijn om te weten.

 

AANTAL TANDEN

Hoe sneller je wilt zagen, hoe minder tanden vereist zijn. Hoe meer zaagtanden, hoe nauwkeuriger de zaagsnede. Wil je balken afkorten voor een constructie? Dan is een grove zaagsnede niet storend en kan je gerust gaan voor 24 tanden op je zaagblad. Maak je een meubel? Dan wil je een splintervrije zaagsnede. Een zaagblad met 72 tanden is dan verstandiger.

Hardhout of aluminium zaag je overigens met een zaagblad met veel fijne tanden voor het beste resultaat. Zo kan er met veel kracht steeds een klein beetje hout worden verwijderd. Een grof zaagblad wil meer materiaal in één keer verwijderen, en dreigt anders vast te slaan.

 

HARDHOUT

Hout loopt het risico op versplintering als er een zaagblad druk op uitoefent, om dat te verhelpen kies je niet alleen voor méér zaagtanden, maar ook voor wisseltanden bij harde houtsoorten. De tanden zijn dan wisselend scherp: ze staan afgewisseld naar links of rechts scherp. Dat reduceert het versplinteren. Een hardmetalen versie van zaagblad, zorgt dan weer voor een nog zuivere zaagsnede bij delicate werkstukken, zoals MDF of trespa.

 

ALUMINIUM

Voor aluminium heb je sowieso een zaagblad nodig voor metaal, reken hierbij dat hoe dunner het aluminium werkstuk is, een fijngetande zaag nodig is. Hoe dikker, hoe grofgetander het zaagblad. Er is ook nog een verschil in snijhoek van elke tand. Bij een positieve vertanding zijn de tanden zo geslepen dat ze makkelijker in het aluminium trekken omdat er minder weerstand is. Zo’n zaagblad gebruik je bij een tafelzaagmachine. Een negatieve vertanding geeft wat meer weerstand in het aluminium. Dat is nodig als je het zaagblad van bovenaf in het materiaal trekt, zoals bij een afkortzaag. Dit vermindert het risico dat het zaagblad snel terugslaat of vastklemt.

 

TOERENTAL

Onder toerental verstaan we hoe vaak een zaagblad kan ronddraaien binnen een minuut. Je vindt het aangewezen toerental terug op het zaagblad zelf, maar dit moet ook afgestemd zijn op het maximaal aantal toeren dat een machine überhaupt aankan. Het toerental van het zaagblad is uiteindelijk bepaald door het te zagen materiaal. Gipsplaten of warmtegevoelige kunststoffen vragen een lager toerental. Tropisch hardhout of aluminium vereist dan weer een hoger toerental.

Sommige zaagmachines starten trouwens met een zachte aanloop, deze laten het zaagblad langzaam op snelheid komen. Zo behoud je voldoende controle over de machine tijdens het zagen. Laat het zaagblad altijd op snelheid komen vooraleer je begint te zagen.

 

VEILIG KUNNEN ZAGEN

Aan zaagbladen kan je je lelijk verwonden. Het spreekt dus voor zicht dat je steeds voorzichtig bent met je handen. Hou de nodige afstand van het zaagblad, en gebruik indien mogelijk een duwhout als verlengstuk van je handen. Zodra je kan, klem je ook je werkstuk zodat je het stabiel kan verzagen of het zaagblad het werkstuk niet mee omhoog kan trekken. Verwijder nooit de beschermkap van je zaagmachine om sneller te werken.

Bescherm verder ook steeds je gehoor, oog en longen, zelfs als je machine is aangesloten op stofafzuiging gebruik je best nog een mondmasker met FP2-bescherming. Volg steeds de voorschriften van de fabrikant, om alles veilig te laten verlopen.