PASSIEVE GARAGEPOORTEN

Hoewel het een kleine nichemarkt betreft, is de vraag naar 'passieve' sectionale poorten - die kunnen geïntegreerd worden in een rijwoning met inpandige garage - ondertussen gestaag gegroeid. Er zijn echter verschillende wijzigingen in de opbouw van de poort nodig om een luchtdicht resultaat te bekomen.

OPBOUW

Poortsecties

In functie van de gewenste prestaties van de poort, kunnen de standaard- poortsecties (traditioneel zo'n 4 cm dik, met U-waarde van 1 W/m²K) aan de binnenkant gedoubleerd worden met extra isolatiepanelen. Hierdoor kan een U-waarde van 0,53 W/m²K behaald worden. Opgelet: deze U-waarde geldt uiteraard enkel voor de poortsecties op zich, niet voor het poortgeheel.

Een tweede ingreep bestaat uit het thermisch onderbreken van de dubbelwandige staalplaat waaruit het sandwichpaneel opgebouwd is. Deze maatregel omhelst het op de kopse kanten doorzagen van de staalplaat en het opvullen van de aldus ontstane groef met een snel uithardende, elastische lijm. Deze lijmvoeg zorgt voor de thermische onderbreking.

Zijkanten van de poortsecties

In plaats van gebruik te maken van de traditionele stalen zijkappen, kiest men hier voor het gebruik van polyester kappen. Aangezien kunststof een intrinsiek betere isolator is dan staal, zal dit de U-waarde van het poortgeheel doen zakken.

Aansluiting tussen twee secties

Waar in een standaarduitvoering een enkel dichtingsrubber volstaat, gebruikt men voor de 'passieve' poort een dubbele dichtingsrubber. Dit zorgt voor een verbeterde, lucht­dichte aansluiting tussen twee poort­secties.

Onderkant van de poort

De arduinen dorpel die in de standaarduitvoering zorgde voor een uitgesproken koudebrug­werking, wordt in de 'passieve' versie thermisch onderbroken door middel van een kokervormig kunst­stofprofiel. Belangrijk is dat deze kan rusten op een drukvaste isolatie.

Zijkanten van de poort

Net als tussen de poortsecties in, maakt men hier gebruik van een dubbele dichtingsrubber. Het eerste dichtingsrubber zit vooraan, het tweede op de zijkant. De eindge­bruiker moet de rubbers regel­matig schoonmaken en goed onderhou­den met een siliconenspray, zodat ze steeds perfect aansluiten en hun be­perkte wrijvingweerstand behouden.

Kader van de poort

Het kader van de poort wordt niet opgebouwd met stalen profielen maar uitgevoerd als kunststofblok met PIR-isolatie in de kern. Hierdoor bekomt men ook voor de kader een zeer goede isolatie. Binnen wordt er steeds op de zij- en bovenzijde een multiplexafkasting voorzien, waar­mee de poort vlot en stevig op de binnenmuur kan worden bevestigd. Deze multiplex­kast laat verder toe de poort eenvoudig en met stan­daard­technieken perfect luchtdicht op de binnenmuren aan te sluiten.

PRESTATIES

Op het moment dat alle boven­staande maatregelen met elkaar gecombineerd worden, is het mogelijk om een U-waarde van 0,65 W/m²K te bereiken voor een poortgeheel van 2 m op 2 m. Grotere poorten zullen, gezien het grotere oppervlak van het poort­blad, een nog iets betere score halen. Het luchtverlies bij 50 Pa blijft beperkt tot minder dan 25 m³/u., zodat het poortgeheel bij een correcte plaatsing makkelijk de blowerdoortest zal doorstaan.

MOTORISATIE

Om een perfecte aandruk te krijgen van de gummi's en extra lucht­lekken via een slot of cilinder te vermijden, wordt een passieve sectionele poort steeds uitgevoerd met motor. Een handbediende versie is niet mogelijk. De extra zijgummi's en de nood­zaak om de poort zeker perfect toe te drukken, verplichten het gebruik van een zwaarder type motor die de perfecte balans kan leveren tussen benodigde kracht en een veilige werking.

AFMETINGEN

Omdat in de testopstelling gebruikgemaakt werd van een poort met zijdelingse trekveren, wordt het maatbereik voor de passieve poort voorlopig beperkt tot poorten met Z-beslag. De maximale dagbreedte bedraagt dus 3.000 mm, de maxi­male dag­hoogte 2.625 mm. Er werden ondertussen reeds een aantal grotere poorten gemaakt en geplaatst. Tot op vandaag zijn er met deze poorten geen problemen. De luchtdichtheid blijft bevredigend en de werking stabiel. Maar de testbasis is nog te klein om er al volledig zeker van te zijn dat de poorten, zeker op een breedte boven 3.000 mm, ook op termijn in alle omstandigheden hun perfecte luchtdichtheid zullen behouden. Het is mogelijk dat bij deze grote poorten extra onderhoud (vooral extra smeren van de rubbers) noodzakelijk is, om een vlotte werking te blijven garanderen.