Naadloos ingewerkte garagepoorten niet zonder beperkingen
De vraag naar poorten die naadloos zijn ingewerkte in de gevelbekleding blijft toenemen, dus de kans bestaat dat dit concept een 'blijvertje' zal zijn. Het systeem is echter niet zonder beperkingen. En ook bij de opbouw en beveiliging moet met zeer veel verschillende zaken rekening worden gehouden.
CONCEPT EN ESTHETIEK
Maskerend lijnenspel
Het concept lijkt eenvoudig en past perfect in het plaatje van de hedendaagse, minimalistische architectuur: een sectionale poort waarvan je in gesloten toestand niet kunt zien waar deze zich precies in het gevelvlak bevindt. Cruciaal binnen dit concept is het lijnenspel dat zoveel mogelijk symmetrisch moet zijn en in alle richtingen uniform dient door te lopen om het maskerend effect zo compleet mogelijk te maken. De truc is om de buitenstaander geen enkele duidelijke aanwijzing te geven over waar de poort begint en waar die eindigt. Idealiter geeft ook de breedte of de vormgeving van de oprit hierover niets prijs.
Beperkingen
Hoewel heel wat mogelijk is, heeft het concept vanzelfsprekend ook zijn beperkingen. Deze situeren zich vooral op het vlak van gewicht en afmetingen. Door het aanbrengen van een gevelbekleding op de poortsecties, stijgt het gewicht van het geheel immers aanzienlijk. Met een standaardmotor en dito beslag kan men een poort tot maximaal 200 kg manipuleren. Afhankelijk van de bekleding betekent dit een poort van maximum 2,25 m hoog en 5 m breed. Gaat men een stap verder en kiest men voor een industriële motor met dito beslag, dan spreken we over een poort van maximum 300 kg, 2,75 m hoog en 6 m breed.

OPBOUW
Montage op geleiders
Om de gevelbekleding op de poortsecties aan te brengen, maakt men gebruik van geleiderprofielen uit verzinkt staal. Deze worden in de poortsecties geschroefd. In deze geleiderprofielen passen vervolgens specifieke koppelstukken waarop de gevelbekleding middels schroeven, lijm of kliksysteem is aangebracht. De koppelstukken, met de gevelbekleding erop aangebracht, worden tot slot in de geleiderprofielen vastgezet. Werken met dit systeem biedt als voordeel dat men op de werf ter plaatse de positionering van de gevelbekleding in de hoogte nog wat kan bijstellen, zodat er een perfecte uitlijning ontstaat.
Geventileerde luchtspouw
Een bijkomend voordeel van de geleiderprofielen is dat ze tussen de gevelbekleding en de poortsecties een geventileerde luchtspouw creëren. Deze spouw is nodig om de gevelbekleding, zeker wanneer het gaat om bijvoorbeeld houten lamellen, optimaal uit te laten drogen na een regenbui.
Naar voren gebrachte constructie
Het grote verschil met een sectionale poort in een traditionele, gemetste bouw is dat de hele poortconstructie in de doorsnede van de muur veel verder naar voren gebracht wordt. Dit is te verklaren door het feit dat de bekleding van de poort aan de buitenkant mooi in hetzelfde vlak als de vaste gevelbekleding moet liggen. Bovendien worden de diktes van de gevelisolatiepakketten steeds groter. Dat alles zorgt ervoor dat het inpassen van de poort in het gevelvlak niet langer een evidentie is. Er moet onder meer rekening gehouden worden met volgende aspecten:
- vrije zijdelingse ruimte naast de poort om het railbeslag aan te brengen;
- vrije ruimte bovenaan achter de eerste slag (buitenspouwblad, gevelbekleding...) om plaats te bieden voor het indraaien van het dikkere poortpakket;
- vrije ruimte bovenaan achter de tweede slag (binnenspouwblad, plafondhoogte garage) om plaats te bieden voor opbouw van het verdere systeem;
- onderaan dient er ook voldoende ruimte te zijn tussen het gevelvlak en de opkant van de vloeropbouw (niveau garagevloer).
Sandwichpanelen of kaders met kokerprofielen
Meestal is een sectionaalpoort opgebouwd uit sandwichpanelen van 4 cm dik die onderaan en bovenaan zó geprofileerd zijn dat ze perfect in elkaar passen. Deze sandwichpanelen bestaan uit een dubbelwandige verzinkte staalplaat waartussen via een continu lamineerprocedé polyurethaan (pur) is aangebracht. Gaat het echter om perfect gelijke delen in de hoogte, dan zal men eerder gebruikmaken van kaders uit gelaste aluminium kokerprofielen waarin dan via glaslatten een harde purisolatieplaat vastgezet wordt. Nadeel is evenwel dat de aluminium kokerprofielen koudebruggen vormen, waardoor de U-waarde van het poortgeheel toeneemt.
Bediening via motor
In het geval van poorten die zijn bekleed, wordt steeds voor een gemotoriseerde oplossing gekozen worden. Daar zijn twee goede redenen voor. Eerst en vooral zorgt de bekleding voor een bijkomend gewicht, waardoor de poort moeilijker handmatig te manipuleren valt. Ten tweede zou de aanwezigheid van een handvat met cilinderslot indruisen tegen de filosofie van het hele concept. De poort kan uiteraard nog steeds manueel geopend worden, bijvoorbeeld bij stroomonderbreking. Aan de binnenkant is hiervoor een ontkoppeling voorzien. Is de poort de enige toegang tot de garage, dan wordt een noodontkoppeling zo discreet mogelijk verwerkt in het poortvlak.
Afdichting en isolatie
Net zoals een standaard sectionale poort wordt de poort zowel boven- en onderaan, aan de zijkanten, als tussen de afzonderlijke paneelsecties, afgedicht met rubbers die weersomstandigheden zoals wind, koude en regen moeten buitenhouden. Qua prestaties op het vlak van luchtdichtheid en isolatie is een beklede poort eigenlijk vrij identiek aan een standaard sectionale poort.
VASTE GEVELBEKLEDING
Bij voorkeur wordt de opbouw van de vaste gevelbekleding tegelijk met de installatie van de poort verzorgd, dit door één en dezelfde plaatsingsploeg. Bij de vaste gevelbekleding wordt de constructie in het binnenspouwblad verankerd en boven op een keperconstructie opgebouwd, waartussen er nog bijkomende isolatie geplaatst wordt.
VEILIGHEID
Als het kantelpunt van de poort lager ligt dan 2,50 m, wat in de meeste gevallen zo is, bestaat het risico dat iemand met zijn vingers tussen de kantelende secties van de poort vastraakt. Bij een standaard sectionale poort wordt de zogenaamde 'vingerklemveiligheid' (conform de veiligheidsvoorschriften beschreven in EN 13241-1) gegarandeerd door de specifieke vormgeving van de secties. Bij een afwerking met platen of lamellen kan deze veiligheid, afhankelijk van de breedte van de voegen tussen de elementen, evenwel in het gedrang komen. Als het risico op een ongeluk reëel is, kan de installatie van een optisch oog ter hoogte van het kantelpunt een oplossing zijn. Zodra iets door dit oog gedetecteerd wordt, stopt de werking van de poort. Omdat de poort echter soms ook manueel bediend wordt (bv. bij uitval van elektriciteit, wanneer ook het optische oog niet werkzaam is), is de enige zekere oplossing echter nog steeds om de voegen breed genoeg te houden.
PLAATSING
De montage van de gevelbekleding op de isolerende secties kan grotendeels in het atelier worden voorbereid. Dit betekent echter niet dat de plaatsing op de werf kinderspel is. Er dient erg nauwkeurig gewerkt te worden. Alles moet tot op de millimeter kloppen: de lamellen dienen overal mooi op elkaar uitgelijnd te worden en in hetzelfde vlak te liggen.