Vloerverwarmingsleidingen correct bevestigen
doet u zo
Hoe kunststofleidingen fixeren in de vloeropbouw?
Vloerverwarming is al jaren een populaire keuze als warmteafgiftesysteem, mede door de ideale combinatie die het vormt samen met een warmtepomp in nieuwbouw. De inwerking van de leidingen in de vloeropbouw vraagt om nauwkeurigheid, maar moet ook efficiënt werken mogelijk maken. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de verschillende materialen en methodes waarmee de leidingen gefixeerd kunnen worden.

Wat is de functie van het bevestigingssysteem?
Oppervlakteverwarming waaronder vloerverwarming wordt steeds vaker gebruikt. Het warmteafgiftesysteem zit hierbij weggewerkt in de vloeropbouw en wordt door gebruikers als een comfortabele manier van gebouwverwarming beschouwd.

te respecteren
Hoewel vloerverwarmingsleidingen in de vloeropbouw worden ingebed, moeten ze nog steeds verankerd worden om tijdens de uitvoering op hun plaats te houden. Twee types zuurstofdiffusiedichte leidingen (conform DIN 4726) komen voor bij de toepassing van vloerverwarming: volkunststofleidingen en leidingen met een aluminiumkern.

Volkunststofleidingen zijn niet vormvast. Wanneer met dit type buis lussen of kringen worden gemaakt zonder deze te bevestigen in de onderliggende isolatielaag, verspringen ze onmiddellijk van plaats. Leidingen met een aluminiumkern zijn wel vormvast. Omwille van de spanning op de buizen in de bochten komen deze echter ook naar boven indien ze niet bevestigd worden.
De bevestigingsmanier kan, afhankelijk van het gekozen systeem, soms nog enkele bijkomstige functies vervullen. Meestal wordt gekozen voor een snelle, eenvoudige en kostenefficiënte oplossing en zijn de aanvullende voordelen eerder bijzaak. De warmteafgifte van het vloerverwarmingssysteem wordt niet beïnvloed door de gehanteerde montageoplossing.
Natbouw, droogbouw of ingefreesd?
Vooraleer op de verschillende systemen in te zoomen, wordt het verschil tussen drie soorten configuraties verduidelijkt: natbouw, droogbouw en ingefreesde oplossingen.
Natbouw meestal in nieuwbouw
Bij natbouw worden de vloerverwarmingsleidingen in de zandcementlaag ingewerkt. Natbouw wordt quasi altijd toegepast in nieuwbouwwoningen, omdat hierbij in voldoende opbouwhoogte kan voorzien worden voor een onderliggende isolatielaag van minstens 8 cm met daarop een dekvloer die doorgaans 6 tot 8 cm dik wordt uitgevoerd.
De isolatielaag beperkt het nefaste warmteverlies naar beneden en de dekvloer zorgt voor een gelijkmatige warmteverdeling en functioneert bovendien als warmtebuffer. De bouwlagen rond de leidingen moeten eerst opwarmen alvorens nuttige warmte aan het gebouw afgeleverd wordt. De hoge thermische inertie van zandcement als omhullende laag rond de buizen bij natbouw creëert daardoor een stabiele warmteafgifte met een trage reactietijd.

Droogbouw en infrezing voor renovatie
Droogbouw wordt vooral toegepast in renovatieprojecten waar de opbouwhoogte beperkt is. In voorgevormde isolatieplaten worden de leidingen ingebracht. De isolatieplaten zijn zo ingesneden dat ze het leidingtracé volgen. Bovenop deze oplossing komt vaak geen dekvloer meer, maar een dunne tussenlaag, waarop rechtstreeks de vloerafwerking wordt geplaatst. Het grootste voordeel van dit systeem is de beperkte hoogte die nodig is. Een nadeel is echter dat de panelen duurder zijn dan een natbouwoplossing en dat het langer duurt om deze te plaatsen. Verder wordt de afgegeven warmte ook minder goed verdeeld over de volledige vloer door de dunne bovenlaag en het ontbreken van een warmtebuffer.
Ook infrezen kan worden toegepast in renovaties van gebouwen. In een bestaande tegel- of dekvloer worden sleuven ingefreesd, hierin worden vervolgens de buizen aangelegd. Het voordeel hiervan is dat het leidt tot een vergelijkbare, maar goedkopere oplossing dan droogbouw. Een nadeel is dat er onder de buizen geen (extra) isolatie kan worden aangebracht. Alle andere voor- en nadelen zijn vergelijkbaar zoals bij droogbouw.
Welke bevestigingssystemen kiezen?
Natbouw is op verschillende manieren te realiseren: met noppenfolie, met geprofileerde isolatieplaten, met een bevestiging aan het krimpnet, met prikbeugels of met profiellatten. Voor droogbouw zijn voorgevormde isolatieplaten nodig.
Noppenfolie populair in appartementen
Noppenfolie is een dun materiaal gemaakt uit kunststof, doorgaans polyethyleen. In veelvouden van 5 centimeter biedt het de ruimte om leidingen tussen het noppenpatroon vast te duwen. Aan de randen kan deze folie in elkaar worden geklikt om grotere oppervlaktes te overbruggen.

Een bijkomend voordeel is dat een doorprikbare onderliggende isolatielaag niet noodzakelijk is. Vooral in appartementsgebouwen waar met geluidsisolerende materialen wordt gewerkt, mag niet altijd een inprikbaar systeem worden gebruikt. Dit maakt deze oplossing een geschikt alternatief. Tussen de isolatielaag en de dekvloer biedt noppenfolie eveneens de functie van dampscherm.
Geprofileerde isolatieplaten: bevestiging en isolatie in één
Geprofileerde isolatieplaten of noppenplaten zijn isolerende panelen met een bovenafwerking van kunststof waartussen, net zoals bij noppenfolie, de leidingen geduwd worden. Deze platen vervullen dus ook de isolatiefunctie van de vloer. Veelvoorkomend is EPS-isolatie, die naast goede thermische eigenschappen ook een sterk akoestisch isolerend vermogen kan bieden. Aangezien er geen gereedschap nodig is voor dit systeem, is het een populaire keuze onder doe-het-zelvers.
Bevestiging aan het krimpnet tijdrovender

In een zandcement dekvloer moet steeds een krimpnet worden aangebracht. De thermische spanningen die in de vloer optreden worden op die manier onder controle gehouden zodat de vloer of de bovenliggende afwerking niet scheurt. Het krimpnet bestaat uit draadnetten, dit zijn gegalvaniseerde staalmatten.
Gezien zowel het krimpnet als de vloerverwarmingsleidingen in dezelfde bouwlaag terecht komen, kunnen deze ook aan elkaar worden bevestigd. Met bevestigingsclips of vlechtdraad worden de buizen vastgemaakt aan de staalmat. Voor het vlechten bestaan elektronische machines of kan er manueel gewerkt worden met een vlechthaak. Ook bij deze oplossing is een doorprikbare onderliggende isolatielaag geen vereiste. Het is echter wel een iets tijdrovendere montagemanier, wat zich ook weerspiegelt naar aanlegkost.
Prikbeugels: het meest toegepaste systeem

Een systeem met prikbeugels, ook wel tackers, is veruit het meest toegepaste systeem. Met plastic U-vormige beugels worden de leidingen vastgeprikt in de onderliggende dampdichte folie en isolatielaag. In vloeren waarbij op deze manier gewerkt wordt, is een met raster bedrukte PE-folie de beste keuze. Het raster biedt met tussenstappen van 5 centimeter het overzicht van de tussenafstand tussen de leidingen als leidraad waar de beugels moeten worden doorgeprikt.
Met een tackerapparaat verloopt de plaatsing zeer efficiënt. Door de lage kosten van de beugels is dit een vaak gekozen oplossing. De enige beperkende voorwaarde voor het toepassen van dit systeem is een doorprikbare onderlaag.
Profiellatten ook voor muur- en plafondverwarming
Profiellatten zijn U-vormige profielen die op de onderlaag worden gelegd en waarin de leidingen kunnen worden bevestigd. Op de achterkant bevindt zich bij sommige fabrikanten een kleefstrip, waardoor de isolatielaag niet doorprikt hoeft te worden. Ook voor andere oppervlakteverwarmingssystemen, zoals muur- en plafondverwarming, wordt daarom vaak deze oplossing geopteerd.

Beperkte opbouwhoogte met voorgevormde isolatieplaten
Voorgevormde isolatieplaten zijn het alternatief om een droogbouwoplossing te realiseren. In panelen van doorgaans 25 mm dikte worden de leidingen gemonteerd. Meest gebruikt zijn platen uit EPS, XPS of gipsvezel. Eventueel kunnen de platen op een andere, eerder geplaatste vlakke isolatielaag gelegd worden en worden ze daarbij verlijmd aan de ondergrond.
Bovenop dit pakket komt een dunne afwerkingslaag zoals egaline of, voor een betere warmtegeleiding, een afdekprofiel uit aluminium waarop vervolgens rechtstreeks de vloerafwerking geplaatst wordt. De totale dikte is dus erg beperkt en veel kleiner dan bij natbouw noodzakelijk is.

Trends in bevestigingssystemen
De laatste jaren zijn er weinig evoluties op het gebied van bevestigingssystemen te bespeuren. Ook de leidingmaterialen en de uitvullingslaag zelf zijn al enkele jaren een constante waarde. Verbeteringen en ontwikkelingen in vloerverwarmingssystemen situeren zich voornamelijk op het vlak van de isolatie-eigenschappen van de onderliggende lagen, die door de toepassing van aangepaste of nieuwe materialen net iets performanter blijven worden.
In samenwerking met Comap, Henco Industries en Viega