een vloerVERWARMINGSSYSTEEM kiezen
Veel factoren hebben invloed op warmteafgifte
Er zijn veel factoren die een invloed hebben op de warmteafgifte van de vloerverwarming. Net voor de oplevering nog kiezen om de vloerverwarming af te werken met parket in plaats van tegels, is bijvoorbeeld geen goed idee. Parket isoleert veel beter en houdt de warmteafgifte tegen. Wie weet is er wel meer vermogen nodig van de ketel of pomp, of wordt de gevraagde warmteafgifte niet gehaald.
CRITERIA
De klant legt daarom het best op voorhand enkele vloerverwarmingseigenschappen vast:
- Droog of nat vloerverwarmingssysteem: een droog systeem geeft minder warmte af dan een nat systeem (dat kan meer dan 10 W/m² verschillen).
- Mate van vloerisolatie: de dikte van de isolatie onder het buizenstelsel speelt een rol. Hoe dikker de isolatie, hoe minder warmte er verloren gaat richting de grond.
- De dekvloer: hoe beter de warmtegeleiding van de dekvloer, hoe meer warmteafgifte de vloerverwarming kan realiseren (geadviseerd wordt om een dekvloer met goede warmtegeleidingscoëfficiënt te gebruiken die bovendien luchtinsluitingen voorkomt).
- Vloerafwerking: behalve steen en linoleum kunnen ook parket en tapijt op een vloerverwarming aangebracht worden, maar de vloerverwarming heeft bij parket en tapijt een beduidend lagere warmteafgifte (dat verschil in warmteafgifte loopt aanzienlijk op, naarmate de overtemperatuur (= de gemiddelde watertemperatuur min de kamertemperatuur) toeneemt, bv. bij een overtemperatuur van 20 °C haalt de vloerverwarming met een stenen vloer (warmteweerstand van R = 0,00) een warmteafgifte tot 100 W/m², bij parket (R = 0,15) is dat dan 55 W/m².
WAAR?
Aangeraden wordt om de hele woning uit te rusten met vloerverwarming. Waarom?
- Combinatie vloerverwarming met ander verwarmingssysteem: vloerverwarming werkt op een lage temperatuur. Wanneer vloerverwarming gecombineerd wordt met bv. radiatoren, moet de warmtebron (bv. de ketel) ook hogere watertemperaturen voorzien.
- Transmissie via onverwarmde ruimtes: een ruimte die grenst aan een onverwarmde ruimte, verliest warmte aan die onverwarmde ruimte. Neem nu een badkamer die grenst aan een onverwarmde slaapkamer. De badkamer zal meer warmteafgifte nodig hebben door de warmteverliezen van de badkamer naar de slaapkamer toe.
De installateur kiest het juiste vloerverwarmingssysteem op basis van de hoogste waarde van de specifieke warmteafgifte. Eventuele badkamers en randzones vormen hier een uitzondering op. Doorgaans houdt men voor het ontwerp van vloerverwarmingssystemen in woonruimtes rekening met een uniforme isolatielaag met een warmteweerstand van 0,10 m²K/W. Informeer echter altijd bij uw eindklant naar de gekozen vloerbedekking om een juiste dimensionering te krijgen. De pasafstand van de buizen kan schommelen tussen 5 en 20 cm. Hoe kleiner de tussenafstand, hoe hoger de specifieke warmteafgifte bij een lagere watertemperatuur. Dit zal wel een grotere buislengte vragen.