EPDM in winterse omstandigheden: waarop moet u zeker letten?

Bij koudere temperaturen EPDM plaatsen: het vergt extra aandacht. Om te beginnen, moet u alle materialen voor de dakbedekking steeds droog en beschut bewaren. Daarna dient u enkele cruciale tips te volgen bij de plaatsing. En dan is het nog opletten voor condensatievorming ...

EPDM stockeren in de winter

Alle materialen om EPDM met nadentapes of verkleefde EPDM-systemen op daken te plaatsen, moet u steeds droog en beschut bewaren, idealiter bij zo’n 10 à 15 °C. Zo behouden de accessoires, primers en lijmen een zekere graad van vloeibaarheid en kleverigheid, en blijven ze dus voldoende hechten.

Ofwel een verwarmde opslagplaats

Om de materialen op de werf van vriestemperaturen te vrijwaren, bouwt u het best een kleine, verwarmde, overdekte opslagruimte op het dak. Deze maakt u met pallets op een geschikte locatie, waarbij u er zich van vergewist dat de constructie voldoende draagvermogen biedt.

Waak erover dat u genoeg producten kunt opslaan, zodat u de volledige dak door kan werken, maar ook niet meer dan dat. Vooral lijmen dient u in beperkte hoeveelheden op het dak te bewaren. Volg bij dit alles de veiligheidsinstructies voor gebruik en opslag van uw fabrikant. Is de opslagruimte vol, zorg er dan voor dat die afgedekt blijft en houd ze op voldoende hoge temperatuur (10-15 °C).

Ofwel in een kleine container

Is het niet haalbaar om een verwarmde opslagruimte te organiseren op de werf? Plaats dan een kleine container in de buurt van de werken en gebruik die als een verwarmde opslagruimte. Lijm bewaart u op het dak altijd in geïsoleerde dozen, ook als u een verwarmde opslagruimte kon maken.

Hoe EPDM aanbrengen bij winterse temperaturen?

Voorbereiding van de ondergrond

Vooraleer u het daksysteem met EPDM plaatst, is het cruciaal dat u alle eventuele sneeuw, ijs of vocht verwijdert. Als er vocht aanwezig blijft tijdens de installatie, hecht het membraan of een andere laag van het daksysteem mogelijk niet goed. Bovendien leidt vocht tot blaasvorming en veroudering van de kleefmiddelen

Voorbereiding van de folie

EPDM-membranen kunnen in principe bij temperaturen tot -45 °C uitgerold en opengevouwen worden. Het probleem is echter dat het verdwijnen van de spanningen in de folie meer tijd vergt dan in normale weersomstandigheden (> 10 °C). Bovendien blijven de plooien in de folie in koudere weersomtandigheden langer zichtbaar.

Bij volledig verkleefde systemen kunnen plooien een egale verlijming op de ondergrond verhinderen. Bij kouder weer gebruikt u dan ook beter membranen zonder vouwen. Of u plaatst EPDM met een rolsysteem.

Langer laten drogen

Verwacht u binnen 24 uur na de plaatsing vriestemperaturen? Dan dient u lijmen of primers op basis van oplosmiddelen te gebruiken, niet op basis van water. Bij lage temperaturen moeten contactlijmen langer drogen, vooraleer u de contactoppervlakken samenbrengt. De oplosmiddelen verdampen immers trager als het kouder is.

Lijmt u beide oppervlakken in, zijnde het membraan en de ondergrond, breng dan eerst lijm aan op de ondergrond en daarna op het EPDM-membraan. Op de membranen moet de lijm immers minder lang drogen. Versnel de droogtijd niet met heteluchtpistolen of open vuur. Werken zonder vlam is veel veiliger voor uzelf én het gebouw. Ten slotte strekt de aanbeveling de lijmen, primers en kitten grondig tot een gelijkmatige, uniforme substantie te mengen, voor en tijdens het gebruik. Volg daarbij de instructies van het product.

Bij welke temperatuur?

Bij een volledig verkleefd systeem (koudlijmtoepassing) werkt u het best vanaf een minimumtemperatuur van 5 °C in droge omstandigheden. Uiteindelijk is dé vraag of er wel of niet condensatie optreedt, afhankelijk van de temperatuur en luchtvochtigheid.

Is de folie kouder dan -7 °C, dan is het nagenoeg onmogelijk om naadverbindingen met koudlijm uit te voeren. In extreme gevallen van lage temperaturen en veel wind kan het nodig zijn om de folie in de naadzone voor te verwarmen. Dat mag u wel alleen met warme lucht doen.

WANNEER IS PRIMER DROOG GENOEG?

Om na te gaan of de aangebrachte primer droog genoeg is om de EPDM te verlijmen, duwt u met een droge, zuivere vinger eerst recht op de primer, waarna u die voorwaarts duwt. De primer mag kleverig aanvoelen, maar niet bewegen of in draden trekken als u uw vinger weer verwijdert.

Wat met condensatie?

Wanneer de oplosmiddelen in de primers of lijmen verdampen, onttrekken die producten warmte aan de omgevingslucht. Daardoor koelt het oppervlak af en kan waterdamp uit de lucht condenseren.

Dit gebeurt bij bepaalde combinaties van lage temperaturen en hoge luchtvochtigheid. Daarnaast beïnvloeden veranderlijke factoren (zoals zonlicht, wind en hoeveelheid lijm) dit fenomeen. Bepaalde zones zijn ook gevoeliger voor condensatie, zoals schaduwrijke dakdelen. Maar uiteindelijk valt condensatie moeilijk te voorspellen. U moet dit dan ook continu in het oog houden tijdens de werken.

Hoe test u op condensatie?

Ongeveer vijf minuten nadat u de lijm of primer aanbracht, raakt u die aan met een schone, droger vinger. Voelt het product kleverig aan, dan is er geen condensatie. Is dit wel het geval, dan is er vocht aanwezig en plakt de lijm of primer niet meer.

In dat geval moet u de werkzaamheden stoppen tot de omgevingsomstandigheden geen condensatie meer veroorzaken. Hetzelfde geldt uiteraard wanneer het regent, mist of sneeuwt. Ook in die gevallen is het onmogelijk om dakwerken uit te voeren

Lijmen en primers: best ’s middags

Over het algemeen bevindt de omgevingstemperatuur zich in in de winter de vroege ochtend en late namiddag het dichtst bij het dauwpunt – de temperatuur waarbij de lucht met waterdamp verzadigd is. Als u EPDM wil aanbrengen met lijm of primer in koude weersomstandigheden, doet u dat dan ook het best rond de middag. Verder vermindert een grotere blootstelling aan zonlicht de kans op condensatie, op elk moment van de dag.

Alternatieve oplossing

Eventueel kunt u voor de plaatsing van EPDM in koudere weersomstandigheden ook een alternatief bevestigingssysteem overwegen, zoals een mechanische bevestiging of een plaatsing met ballastlaag. Een systeem met ballast wordt minder beïnvloed door koud weer. Desondanks beperkt u de breedte van de folie het best tot 9,15 m, om zware plooien te voorkomen, vooral in de naadzones. Of u kiest voor een systeem waarbij u met warme lucht last, dat kunt u uitvoeren tot -20 °C

Met dank aan: Firestone Building Products EMEA, SealEco, CPE