HOE EEN PLAT DAK BEDEKKEN MET EPDM
Bij een grondige renovatie van je dak doe je misschien al sneller beroep op een aannemer, maar wie met EPDM wil werken, kan dat zelf doen. We overlopen de stappen die je moet doorlopen. In deze case werken we met een zelfbouwpakket waarbij de EPDM wordt verlijmd.
EPDM DAKBEDEKKING
EPDM of dakrubber is een duurzame keuze voor platte dakbedekking. Het is bestand tegen de meest extreme weersomstandigheden. De levensduur wordt geschat rond de 50 jaar. Daarnaast is het materiaal volledig recycleerbaar. Nog een voordeel: je kan EPDM makkelijk zelf plaatsen. Er hoeft niets gebrand te worden, je kan het materiaal verlijmen met een aangepaste lijm.
EPDM leg je natuurlijk niet zomaar op de dakvloer. Eerst dien je nog een dampscherm en isolatie aan te brengen. Hoe je dat doet, wordt in detail besproken in dit artikel.
EPDM ONTVOUWEN
Het dakrubber moet je eerst op het dak krijgen. Meestal bestaat die tegenwoordig uit één stuk. Onhandig zou je zeggen, maar doordat EPDM opgeplooid aangeleverd wordt, kan je het moeiteloos naar boven transporteren.
Het opgeplooide dakrubber moet je dan uiteraard eerst ontvouwen. Plooi de lap rubber open en zorg dat hij langs elke kant ongeveer evenveel over de dakrand ligt. Aan de dakrand zelf breng je het rubber ook goed tot in de hoek aan. Zorg ervoor dat alle grote plooien eruit zijn. Laat het ontvouwde EPDM dan een half uur rusten, zo kunnen eventuele vouwlijnen en de spanning op het materiaal verdwijnen.
EPDM OPVOUWEN
Na een half uurtje rust mag je het rubber dan weer dubbel plooien. Vouw eerst de overlap die op de dakrand ligt naar binnen toe aan de kortste kant. Langs de langste kant maak je een looppad van 50 cm tot 1 m. Plooi daarvoor het EPDM wat verder naar binnen.
Ligt het EPDM volledig van de dakrand? Dan kan je het dubbel leggen. Doe dat tot je ongeveer aan de helft van het dak bent. Zo ligt het klaar om te verlijmen.
LIJMEN
Dan kan je de contactlijm aanbrengen. Doop daarvoor een verfrol diep in de emmer. Zo neemt hij genoeg lijm op en kan je die goed verdelen. Je doet hier een dubbele verlijming: zowel de isolatielaag als het dakrubber worden voorzien van een lijmlaag. Begin met de lijm aan te brengen op de isolatielaag, die heeft namelijk doorgaans een iets langere droogtijd. Daarna kan je het EPDM inlijmen.
Voor je de ingelijmde EPDM dan op de ingelijmde isolatielaag legt, voel je even op het EPDM of de lijmlaag handdroog is. Je mag het EPDM pas op de isolatielaag leggen als het rubber niet meer aan je hand kleeft.
Om beide delen aan te brengen, rol je dan het rubber terug uit. Doe dit met twee en trek gelijkmatig het rubber op zijn definitieve plaats.
DE ANDERE KANT
Kleeft de ene helft van het rubber vast, dan kan je de andere kant doen. Plooi de dakbedekking terug en lijm de andere helft in. Doe dit weer voor zowel de isolatie als de rubberen dakbedekking zelf. Dan kan je het rubberen vel weer omplooien en aanbrengen in de lijm.
ZO VLAK MOGELIJK
Om geen, of toch zo weinig mogelijk plooien te krijgen, is het zeer belangrijk dat je met twee gelijkmatig trekt aan het rubber en dat je het rubber zo vlak mogelijk aanbrengt. De twee delen zijn ingesmeerd met contactlijm en hechten meteen aan elkaar. Er is dus weinig marge voor fouten.
Ga dan nog eens met de borstel over je oppervlak. Doe dit van binnen uit naar buiten. Zo wrijf je de meeste plooien al weg. Door het oppervlak nog lichtjes aan te drukken zorg je er ook voor dat de contactlijm op alle oppervlakken hecht.
BIJ EEN DAKKOEPEL
Heb je een opening voor een dakvenster, dan moet je je stuk EPDM daar niet inlijmen. Teken de gemaakte opening af op je rubber. Hou er rekening mee dat de opstand van de koepel breder komt dan de opening. Teken dus niet één op één de opening af, maar hou de nodige marge.
Lijm dan ook de rest van het dakrubber in, maar breng geen lijm aan op de plaats die je net aanduidde. Begin zoals altijd eerst met de isolatie, en pas dan met de dakrubber. Kleeft de lijm niet meer aan je handen, dan kan je het stuk EPDM terug aan de ondergrond kleven.
DAKRANDEN EN HOEKEN
Het stuk EPDM is nu bijna helemaal vastgekleefd. Enkel het looppaadje dat je eerder nog hebt open gelaten, is nog niet ingelijmd. Doe dat, en neem meteen ook de dakrand mee.
Zorg ervoor dat je het dakrubber goed tot in de hoek kleeft. Rol daar het rubber goed aan voor je verder gaat. Omdat je werkt met contactlijm, zal de lijm niet aan je rol kleven.
OPSTAANDE RANDEN
Dan breng je het rubber aan tegen de opstaande rand. Dat doe je het best van het midden uit naar de zijkanten toe. Om het rubber bovenop de opstaande rand te kleven, begin je weer in het midden. Kleef in het midden de boord helemaal vast en werk dan naar de beide zijkanten toe. Werk eerst naar de ene kant en kleef dan de andere kant vast.
HOEKEN
Maak vervolgens ook de aanliggende opstaande rand vast. Begin weer met zowel de ondergrond als het rubber in te lijmen met contactlijm. Terwijl de lijm droogt, kan je de hoek voorbereiden:
- Teken eerst een lijn op het rubber, gelijk met de aanliggende opstaande rand.
- Meet dan de hoogte van de opstaande rand over op de lijn die je net trok.
- Die lijn breng je haaks over tot onderen.
- Knip dan waar je deze lijnen trok.
- Als eerste breng je dan het het langste stuk aan. Leg het op de dakrand en druk het even aan.
- Plooi dan het kleinere stukje tegen de opstaande rand. Kleef enkel de bovenste centimeter vast, gelijk met de dakrand.
- Dan breng je de andere opstaande rand aan. Druk alles goed aan.
- Het kleine vierkantje zal nu, als alles goed is, mooi dubbelgeplooid worden in een driehoek.
- Rol alles nog eens goed aan zodat de contactlijm op alle plaatsen hecht.
Vervolgens kan je de rest van het rubber op de opstaande rand aanbrengen. Op het bovenste vlak begin je weer van het midden uit te werken naar de zijkanten. Wrijf alles goed vlak met je handen terwijl je het dakrubber aanbrengt. Om de lijm goed in de hoekjes aan te drukken, kan je gebruikmaken van een speciale, dunnere roller. Zo druk je de contactlijm nog eens goed aan in de hoekjes en sluit het rubber ook daar goed aan.
AFWERKTAPE
Eens de hoek vastgekleefd is, moet je de naad nog waterdicht maken. Daarvoor neem je je afwerktape, de primer, een verfrolletje en de schaar. Knip eerst het deel dat niet vast hangt af met de schaar. Meet dan de hoogte van het opstaande deel op. Reken hierbij een tiental centimeter en knip op deze maat de zelfklevende tape af. Met de schaar rond je de hoeken wat af.
Teken af waar de zelfklevende afwerktape gaat komen op het opstaande deel. Trek de lijnen door op het vlakliggende deel zodat ze ongeveer even ver van de naad liggen. Die oppervlakte besmeer je met primer.
Plooi de zelfklevende afwerktape dan dubbel en kleef hem netjes in de hoek. De tape is een beetje flexibel, dus met wat duimenwerk kan je hem omplooien en aanbrengen op het vlakliggende deel.
Ligt het stukje goed vast, dan dicht je de naad op de dakrand nog af. Knip daarvoor een stuk van de zelfklevende tape af. Maak een uitsparing in de hoek. Die is immers al bedekt. Breng wat primer aan op het stuk tape dat je net kleefde. Ook op deze overlap moet de tape hechten. Nog eens goed aanrollen en de voeg is waterdicht.
OVERLAP
Wanneer je dak uit twee stukken bestaat, moet je de overlap tussen die twee stukken ook waterdicht maken. Leg daarvoor beide stukken even op elkaar en duid aan waar de overlap van beide begint.
NADENTAPE
Dan breng je een nadentape aan. Het is belangrijk dat deze tape niet in contact komt met de lijm die je gebruikt om het rubber vast te maken op de isolatie. Duid dus de breedte van de taperol aan op beide EPDM-delen, daar waar de overlap zich bevindt. Daar mag je dus geen lijm aanbrengen. De rest van het oppervlak lijm je wel gewoon in zoals de rest van je dak.
Zorg dat beide delen perfect liggen voor je de overgangstape aanbrengt. Lijm eerst het rubber aan de dakrand en breng dan de nadentape aan. Daarvoor moet je eerst een primer aanbrengt, daar waar de nadentape moet komen. Vervolgens breng je de tape zelf aan.
Snij dan de beschermfolie van de tape. Trek de folie in het midden los en begin met de band aan te brengen voor je alle folie losgetrokken hebt. Werk van het midden naar de zijkanten toe. Trek de folie los terwijl je de EPDM op de nadenfolie aanrolt. Je zal zien dat de nadentape lichtjes van onder het EPDM vandaan komt.
REGENWATERAFVOER
Bij het laagste punt van een plat dak moet er in de dakconstructie ook een uitsparing voorzien worden voor de regenwaterafvoer. Die wordt geplaatst tussen de dakvloer en de opstaande rand. De uitsparing daarvoor heb je in een eerdere fase – tijdens het isoleren van je dak – normaal al uitgewerkt. Zoek dat gat nu terug op en snijd het EPDM door. Breng de dakdoorvoer en een ronde nadenband aan op de plaats waar ze thuishoren. Duidt dan even aan waar ze moeten komen.
Op die plek breng je dan de primer aan, zowel op het dak als op de onderkant van de dakdoorvoer. Het gemakkelijkst is dan dat je de beschermfolie half van de bevestigingsring neemt, en de ring dubbel plooit. Breng hem precies aan waar je de primer aanbracht. Die lijn heb je eerder afgetekend. Begin langs een kant en werk dan rond. De beschermfolie neem je deel per deel weg.
Doe hetzelfde met de dakdoorvoer: neem de beschermfolie eerst in een hoek weg, breng de doorvoer aan en ga zo verder deel per deel. Je begint altijd het best onderaan op het dak zelf. Sluit de naad rond de afvoer vervolgens af met de meegeleverde rubberkit.
Steek ook een bladvanger in de opening. Die vermijd dat er dieren of grote bladeren in je regenput komen.
DAKRANDPROFIELEN
De bekleding van het dak ligt er nu volledig op. Je kan je dakrand verder afwerken met dakrandprofielen. Deze bestaan meestal uit aluminium. Snijd eerst met je mes de rand gelijk af met de buitenkant van je dakrand.
De dakrandprofielen maak je op maat met een ijzerzaag. De rand bevestig je met zelfborende schroeven. Daarvoor gebruik je natuurlijk een schroefboormachine met een bit. De dakrandprofielen bevestig je om de 20 à 30 cm. Door de zelfborende schroeven moet je niet voorboren. Ze boren door de aluminium profielen en in het hout.
Om een verbinding te maken tussen twee profielen, zijn er aangepaste verbindingsstukken voorhanden. Schuif daarbij eerst het verbindingsstuk in een profiel. Leg het vast en schuif er dan het volgende profiel in.
Het bovenste van de dakrand bekleed je terug met een afwerktape. Zo weet je zeker dat de rand waterdicht is. Breng eerst een primer aan en bevestig dan de band van de dakrand. Trek ook nu niet in een keer alle beschermfolie weg van de afwerktape. Je werkt beter deel per deel. Je kan de tape tegelijkertijd afrollen en de beschermfolie verwijderen.
De uitzetvoegen waar twee dakranden aan elkaar aansluiten kit je op met de rubberkit.
DAKKOEPEL
Een dakkoepel brengt heel wat licht binnen in de onderliggende ruimtes. Heb je die voorzien, dan moet je die nog plaatsen. Daarvoor moet je eerst een deel van het rubber, dat je eerder hebt aangeduid, doorsnijden.
Teken de snijlijnen even af. Bij een vierkante opening kan je gewoon een kruis snijden. Bij een rechthoekige koepel heb je een rechthoekige uitsparing nodig. Daarvoor teken je eerst het midden af van de langste zijde. Zet die maat ook over op de lijn die je net plaatste. Trek dan een lijn van het punt dat je net aanduidde tot in de hoek. Dat zijn je snijlijnen. Snij langs die lijnen het rubber door.
Zet dan de koepel op zijn plaats. Neem voldoende lange schroeven zodat je de koepel ook in de dakstructuur verankert, en niet alleen in je isolatie.
Leg vervolgens de EPDM terug toe en snij hem af aan gelijk met bovenkant van de koepel., die wordt dan met contactlijm gehecht aan de opstaande rand van de koepel. Breng die contactlijm aan op dezelfde manier als de rest van het dak. Eerst op de koepel zelf en dan op het rubber. Is de lijm handdroog, dan kan je beide delen op elkaar plakken.
Om de hoek nu waterdicht te maken, neem je de brede afwerktape. Snij een stuk op maat af en breng de primer aan. Bovenaan snij je uit de afwerktape een stuk van 45° zodat hij bovenaan aansluit met de rand van de koepel en alle delen bedekt. Snij dan de folie weer weg. Zoals altijd doe je dat van het midden naar de zijkanten toe. Kleef de band en rol hem aan. Je werkt de onderkant nog af met rubberen dichtingskit zodat je zeker bent dat hij waterdicht is.
Nog even het glas op de koepel leggen en je koepel is afgewerkt.