EISEN NAAR LUCHTGELUIDISOLATIE VAN SCHOOLGEBOUWEN

OVERZICHT VAN DE EISEN NAAR LUCHTGELUIDISOLATIE BIJ SCHOLEN

Luchtgeluiden zijn alle geluiden die geproduceerd worden in de lucht door mensen en allerhande machines, muziekinstrumenten en dergelijke meer, en die vervolgens via diverse constructiedelen (of door gaten en kieren) binnen het schoolgebouw verder verspreid worden.

EISEN

Eisen tussen lokalen binnen het schoolgebouw

Ook hier gebeurt de classificatie van lokalen a.d.h.v. generieke tabellen en toepassingstabellen. Hoe hoger het getal dat in de hieronder beschreven tabel vermeld staat, hoe strenger de eis echter is. 56 dB is kritisch en 60 dB vormt een te vermijden combinatie. Ook hier is de verhoogde eis 4 dB strenger en bedraagt de evaluatie-tolerantie 2 dB. 
De eisen gelden in de richting die het strengst is. In ruimten waar er bijzonder veel laagfrequent geluid heerst (bv. specifieke technische ateliers, muzieklokalen) zijn verdere maatregelen noodzakelijk.

Eisen ten aanzien van aanpalende constructies (buren)

De vereiste waarde is groter dan of gelijk aan 56 dB. Wanneer er abnormaal burengeluid verwacht mag worden, is een akoestische studie vereist.

OPLOSSINGEN

1. Gewone klaslokalen en massiefbouw

Tussen gewone klaslokalen, met massieve constructies, wordt de geluidstransmissie in horizontale richting vooral door de directe geluidstransmissie bepaald. Minstens eenzijdig bepleisterenis daarom nodig om voldoende luchtdichtheid te bekomen. Als we in dit geval als eis een luchtgeluidsisolatie groter dan of gelijk aan 44 dB vooropstellen, voldoen hiervoor combinaties van zwevende vloeren en massieve constructies op basis van 19 cm enkelvoudige, zware snelbouwstenen, betonblokken of kalkzandsteen (allemet een oppervlaktemassa= 250 kg/m²) en skeletbouwmet ontdubbelde gipsblokwanden (laboprestatie RA = 46 dB) die periferisch ontkoppeld zijn.

2. Gewone klaslokalen en lichte constructies

Om tussen gewone klaslokalen een luchtgeluidsisolatie groter dan of gelijk aan 44 dB te behalen, kan men ook werken met lichte constructies. Bijvoorbeeld d.m.v. wandskeletbouw op basis van een enkelvoudig of ontdubbeld metalen stijlwerk en plaatmaterialen, waarbij de holtes gevuld zijn met bv. rotswol. Gebruik specifieke ontkoppelingen tussen deze skeletcontructies en de hoofdconstructie om de flankerende geluidstransmissies te beperken. Er zijn specifieke bouwrichtlijnen in ontwikkeling.

3. Hogere eisen en massiefbouw

Bij hogere eisen, met een luchtgeluidsisolatie van 48 à 52 dB, voldoen combinaties van klassieke zwevende vloeren en massieve, ontdubbelde constructies op basis van zware snelbouwstenen of betonblokken (met een densiteit = 1.000 kg/m³) of kalkzandsteen, en skeletbouw met ontdubbelde gipsblokwanden (laboprestatie: RA = 52 dB) die periferisch ontkoppeld zijn. Ook zware enkelvoudige wanden (met een oppervlaktemassa > 350 kg/m²), zoals 21 cm kalkzandsteen of beton, voldoen in dit geval.

4. Hogere eisen en massiefbouw met voorzetwanden

De prestaties van zware enkelvoudige scheidingswanden kunnen verder verhoogd worden door er een akoestische voorzetwand voor te plaatsen. Bv. op basis van gipsplaten, aangebracht op een stijlenwerk, vrijstaand van de basiswand en met een soepel, poreus materiaal tussen de stijlen. Gekleefde systemen o.b.v. stijve isolatieplaten (EPS, PU, XPS …) kunnen niet beschouwd worden als akoestische voorzetwanden, aangezien die de geluidsisolatie van zware basiswanden verzwakken in plaats van te verbeteren. Bij het gebruik vanvoorzetwanden dienen eveneens de flankerende bouwelementen voldoende zwaar te zijn om een dominante flankerende transmissie te vermijden.

5. Hoogste eisen en massiefbouw

Voor een luchtgeluidsisolatie van = 56 dB zijn de oplossingen voor een verhoogd akoestisch comfortin de woningbouw toepasbaar.In voorkomend geval kan deze normeis vaak door een doordachte ruimtelijke schikking voorkomen worden. Bufferruimtes bieden vaak ook een oplossing.