vragen over het aangepast AREI opgelost
FOD Economie publiceert lijst met vaak gestelde vragen
Het aangepaste AREI zorgt voor veel vragen bij installateurs. Een correcte een eenvormige interpretatie van de wijzigingen is zeer belangrijk. De FOD Economie stelde daarom een lijst op met vaak gestelde vragen. Wij geven u een bloemlezing over deze FAQ.

periodieke controlebezoek
Wat is er veranderd aan het periodieke controlebezoek van bestaande elektrische installaties van gemeenschappelijke delen van een residentieel geheel?
Sinds 1 juni 2023 worden de elektrische installaties van gemeenschappelijke delen van een residentieel geheel (gangen, trappenhuizen, parkings, …) beschouwd als niet-huishoudelijke installaties, net zoals de technische lokalen van het residentieel geheel (stookplaats, machinewerk van liften, …) sinds 1 juni 2020. Deze bepaling impliceert een wijziging van de periodiciteit van het controlebezoek voor deze installaties, dus om de 5 jaar.
Artikel 54 van het koninklijk besluit van 5 maart 2023 voorziet in een afwijkingsbepaling van toepassing op de bestaande elektrische installaties van gemeenschappelijke delen van een residentieel geheel, betreffende het behouden van de datum van het volgende controlebezoek en de inbreuken die werden vastgesteld in het laatste controleverslag dat vóór 1 juni 2023 werd opgesteld.
Drie gevallen zijn mogelijk:
- Indien de bestaande elektrische installatie van gemeenschappelijke delen van een residentieel geheel b.v. op 15 december 2010 conform werd verklaard, moet het volgende controlebezoek tegen uiterlijk 15 december 2035 plaatsvinden. De nieuwe periodiciteit en de laatste versie van boek 1 zullen bij dit volgende controlebezoek
van toepassing zijn. Indien er vanaf 1 juni 2023 belangrijke wijzigingen aan of uitbreidingen op de bestaande elektrische installatie van gemeenschappelijke delen van een residentieel geheel worden aangebracht, zullen de nieuwe periodiciteit en de laatste versie van boek 1 bij de controle van toepassing zijn op de gewijzigde of
uitgebreide delen. - Indien de bestaande elektrische installatie van gemeenschappelijke delen van een residentieel geheel b.v. op 15 december 2022 niet conform werd verklaard, moet het volgende controlebezoek tegen uiterlijk 15 december 2023 plaatsvinden overeenkomstig de tweede alinea van onderafdeling 9.1.3.2. Het doel van dit controlebezoek bestaat er enkel in hetzelfde erkend organisme na te laten gaan of de op 15 december 2022 vastgestelde inbreuken zijn verdwenen. In geval van een positief of negatief controlebezoek, zal de nieuwe periodiciteit van toepassing zijn.
Indien het besluit van dit controlebezoek negatief is of indien dit controlebezoek niet heeft plaatsgevonden tegen 15 december 2023, zal het erkend organisme de Algemene Directie Energie hierover informeren. - Indien de termijn voor het volgende controlebezoek op 1 juni 2023 is verstreken, moet er een nieuw controlebezoek van de bestaande elektrische installatie van gemeenschappelijke delen van een residentieel geheel worden uitgevoerd. De nieuwe periodiciteit en de laatste versie van boek 1 zullen bij dit nieuwe controlebezoek van toepassing zijn.

Wat met lopende projecten?
Heeft de nieuwe configuratie van de differentiële bescherming van toepassing op huishoudelijke installaties en elektrische installaties van gemeenschappelijke delen van een residentieel geheel een impact op de lopende projecten of werkzaamheden waarvoor de gelijkvormigheidscontrole vóór de ingebruikname vanaf 1 juni 2023 plaatsvindt?
De herziening van onderafdeling 4.2.4.3. van boek 1 (bescherming tegen onrechtstreekse aanraking in huishoudelijke installaties) voorziet in een bepaling van toepassing op de lopende projecten of werkzaamheden waarvoor de
gelijkvormigheidscontrole vóór de ingebruikname vanaf 1 juni 2023 plaatsvindt. Deze bepaling laat de toepassing van de oude configuratie van de differentiële bescherming van toepassing op huishoudelijke installaties toe, d.w.z. de toepassing van de afwijking van onderafdeling 6.5.8.1. punt 1.
Betreffende de elektrische installaties van gemeenschappelijke delen van een residentieel geheel, is de nieuwe configuratie van de differentiële bescherming van toepassing op huishoudelijke installaties ook van toepassing. De herziening van onderafdeling 4.2.4.4. van boek 1 (bescherming tegen onrechtstreekse aanraking in niet-huishoudelijke installaties) voorziet in een bepaling van toepassing op de lopende projecten of werkzaamheden waarvoor de gelijkvormigheidscontrole vóór de ingebruikname vanaf 1 juni 2023 plaatsvindt.
Deze bepaling laat de toepassing van de oude configuratie van de differentiële bescherming van toepassing op huishoudelijke installaties toe, d.w.z. de toepassing van de afwijking van onderafdeling 6.5.8.2. punt 2. De aanvrager van de controle moet dit aan het erkend organisme belast met de controle vermelden. Deze bepaling blijft de verantwoordelijkheid van de aanvrager van de controle. Deze informatie zal door het erkend organisme op het controleverslag worden vermeld. In het geval van een latere controle van de elektrische installatie door de bevoegde overheid en gezien de vermelding van deze informatie op het controleverslag, is het dus belangrijk dat deze informatie altijd door de eigenaar, de beheerder of de uitbater van de elektrische installatie kan worden bewezen.
De lijst met vaak gestelde vragen moet de onduidelijkheid wegnemen
Wat verstaat men onder: “de uitvoering van het project of de werkzaamheden zijn aangevangen vóór 1 juni 2023”?
De datum is verbonden bijvoorbeeld met de studie, de aanbesteding, de toewijzing voor de opdracht, de opstart van de bouwplaats, de bouwvergunning, …
Een huishoudelijke elektrische installatie moet vanaf 1 juni 2023 worden herkeurd om de verdwijning na te gaan van de inbreuken vastgesteld bij een controlebezoek dat vóór 1 juni 2023 werd uitgevoerd. Wat zijn de gevolgen?
De oplossing van de inbreuken, die vóór 1 juni 2023 bij een controlebezoek werden vastgesteld, en de verificatie van hun verdwijning blijven van toepassing overeenkomstig de afdeling 9.1.3. en 9.1.4. Deze verificatie heeft als doel om de
inbreuken op te heffen op basis van de voorschriften die de inbreuken hebben vastgesteld. Indien er wijzigingen aan of uitbreidingen op de elektrische installatie werden aangebracht, moeten deze aan de voorschriften van toepassing op het moment van de controle voldoen (onderafdeling 6.4.7.3. van boek 1), mits de eventuele afwijkende bepalingen van toepassing op deze wijzigingen of uitbreidingen.
Wat gebeurt er als het controleverslag vervallen of verloren is?
Het is dus noodzakelijk om een nieuw controlebezoek door een erkend organisme uit te voeren om opnieuw het dossier van de elektrische installatie te vervolledigen. Dit controlebezoek wordt uitgevoerd volgens de laatste versie van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties, mits de toepassing van de eventuele afwijkende bepalingen van de bestaande elektrische installaties.
Welke afwijkingen geschrapt?
Wat zijn de afwijkingen die werden geschrapt voor de bestaande delen van een huishoudelijke installatie die vóór 1 juni 2020 zijn uitgevoerd?
Het algemene principe is:
“Het is toegelaten, in afwijking van de voorschriften van onderafdeling 5.1.3.1., elektrisch materieel in een elektrische installatie, waaronder met name de aftakdozen, elektrische leidingen, beschermingsinrichtingen,… dat gebouwd werd in
overeenstemming met de regels van het goed vakmanschap op het ogenblik van zijn installatie, in dienst te laten, op voorwaarde dat de kenmerken van het elektrisch materieel beantwoorden aan de voorschriften van de huishoudelijke installaties van Boek 1, onder voorbehoud van de toepassing van de afwijkingen. Het elektrisch materieel brengt de veiligheid van personen niet in gevaar, bij een correcte installatie en correct onderhoud en bij gebruik volgens zijn bestemming. Het gebruikte elektrisch materieel is ofwel door zijn constructie ofwel door een bijkomende bescherming,
aangepast aan de aanwezige en de redelijkerwijze te verwachten uitwendige invloeden en gebruiksomstandigheden. Er wordt rekening gehouden met de eventuele instructies van de fabrikant van het elektrisch materieel, met betrekking
tot de installatie, het onderhoud en het veilig gebruik van dit materieel.”
Over het algemeen zijn de beschermingsinrichtingen tegen overstroom van het type D/met schroefbasis niet (meer) toegelaten in huishoudelijke installaties
Bij een controlebezoek zullen de volgende afwijkingen niet meer worden toegepast.
Voor de bestaande delen uitgevoerd tussen 1 oktober 1981 en 31 mei 2020:
- de aanwezigheid van een differentieelstroombeschermingsinrichting type AC;
- de beschermingsinrichtingen tegen overstroom met een minimum onderbrekingsvermogen van 1500 A;
- een elektrische waterverwarmer geplaatst in de badkamer of de stortbadzaal die uitsluitend door een nachtteller wordt gevoed en die door eendifferentieelstroombeschermingsinrichting van ten hoogste 30 mA wordt
beschermd.
Voor de bestaande delen uitgevoerd vóór 1 oktober 1981:
- de aanwezigheid van een differentieelstroombeschermingsinrichting type AC;
- de aanwezigheid van een differentieelstroombeschermingsinrichting waarop de ingangsklemmen niet worden vergrendeld;
- de niet-verplichting van een differentieelstroombeschermingsinrichting van ten hoogste 30mA voor de badkamers, de stortbadzalen, de afwasmachine, de droogkast, de wasmachine,
- de aanwezigheid van contactdozen zonder kinderveiligheid.
- Wat de contactdozen zonder aardingscontact in bestaande oude delen betreft, moeten deze door een differentieelstroombeschermingsinrichting van ten hoogste 30mA worden beschermd.
Over het algemeen zijn de beschermingsinrichtingen tegen overstroom van het type D/met schroefbasis niet (meer) toegelaten in huishoudelijke installaties.