9 tips om wateroverlast rond je woning te voorkomen
We hebben vaker te maken met langere periodes van regenval. Om lekken in huis en een drassige tuin te voorkomen, kan je je woning daartegen wapenen. Dat houdt drie dingen in: regenwater efficiënt opvangen, regenwater opslaan en regenwater gecontroleerd vrijgeven aan de bodem. Maar hoe doe je dat? We geven enkele tips.
Regenwater opvangen
Een eerste fase van duurzaam waterbeheer is het opvangen van water. Hier spelen je dak, je dakgoten en je afvoerpijpen een belangrijke rol. Voor een vlotte waterafvoer vanaf je dak moeten je dakbedekking en je dakgoten in goede staat zijn.
1. Een groendak aanleggen
Een groendak is een goede extra buffer om je tuin en het rioolnet te ontlasten. Een standaard extensief groendak is in staat om de helft van de jaarlijkse regenval te bufferen. Slechts 50% van de regen komt dus nog in de riolering terecht. Daarnaast is het ook een maatregel die ervoor kan zorgen dat je dakbedekking langer meegaat én bevordert het de biodiversiteit in je omgeving.
Uiteraard is dit een vrij 'stevige' maatregel. Een groendak is niet op één-twee-drie gelegd. Ook is dakbeplanting niet voor elk type dak(bedekking) geschikt. Het is vooral een optie voor wie een woning aan het bouwen is, zijn dak grondig wil renoveren of voor wie een bijgebouwtje wil plaatsen. Zit je niet met een grote verbouwing in het verschiet, maar wil je toch een groendak (laten) plaatsen? Informeer je dan zeker grondig over de mogelijkheden voor jouw dak.
MEER WETEN:
> Alles over groendaken
2. Zijn je dakgoten in orde?
Om het regenwater verder van het dak naar de regenput of een infiltratievoorziening te leiden, zijn dakgoten onmisbaar. Inspecteer ze zeker twee keer per jaar en herstel beschadigingen zo snel mogelijk.
Maak je dakgoten ook regelmatig schoon. Door het verwijderen van vuil, mos en bladeren kan je een verstopping in de afvoerpijp voorkomen. Om het risico op verstopping verder te verkleinen, kun je ook een dakgootnet of -rooster plaatsen. Dit houdt al snel het ongedierte en de bladeren uit je dakgoot. Wie zijn volledige dakgoot niet wil beroosteren, kan ook een klein roostertje in de opening voor de afvoerpijp steken. Dit is meestal gemaakt van kunststof of inox.
MEER WETEN:
> Hoe je dakgoten kiezen, plaatsen en onderhouden
Regenwater opslaan
Regenwater kan (en moet) je opslaan om te gebruiken in huis - voor de was en de plas - en in de tuin. De dakgoten van je woning leid je dus steeds naar een regenwaterput. Dakgoten langs een tuinhuis of afdak kan je ook laten afwateren richting een (decoratieve) regenwaterton.
3. Een regenwaterput laten plaatsen
Regenwater gebruik je binnenshuis voor je toilet, je afwasmachine en je wasmachine. Zo kan je alvast flink wat besparen op je waterfactuur. Wie bouwt of ingrijpend renoveert, is overigens verplicht om een regenwaterput te voorzien. Zo'n regenwatersysteem omvat naast de opslagtank ook voor- en nafilters, en een regenwaterpomp om het water in huis te krijgen.
Een leidraad voor de benodigde grootte van de regenwaterput, is dat je 50 l per m² dakoppervlak moet opvangen. Voor een gemiddeld gezin volstaat 5.000 l (verplicht minimum in Vlaanderen). Is het dakoppervlak groter dan 80 m², dan moet de inhoud minstens 7.500 l kunnen bedragen. Voor daken groter dan 120 m² is dat minstens 10.000 liter.
MEER WETEN:
> Alles over regenwatersystemen
4. Een regenwaterton plaatsen
Om de planten in je tuin of je moestuin van water te voorzien, kan je je perfect behelpen met een regenwaterton die je bijvoorbeeld aansluit op de dakgoten van je tuinhuis. Vaak ligt de regenput immers te ver van je woning om er makkelijk de regenpijp van je tuinhuis of serre op aan te sluiten.
MEER WETEN:
> Een regenton in de tuin: tips bij de keuze en plaatsing
Regenwater infiltreren
Het water dat je niet kan opslaan, laat je niet afvoeren naar het riool, maar laat je beter infiltreren in de grond om zo de grondwatervoorraden aan te vullen. Sluit dus de overloop van je regenwaterput of je regenton alvast aan op een infiltratievoorziening of, indien mogelijk, op een drainagebuis naar de dichtstbijzijnde gracht of beek.
Bovengrondse infiltratie
Regenwater laten afvloeien doe je in eerste instantie bovengronds, door niet overvloedig te verharden.
5. Drainerende of waterpasserende bestrating
Als je een terras of oprit wil aanleggen, denk dan zeker aan waterdoorlatende of waterpasserende bestrating. Denk hierbij aan grind- of grastegels, of voegen waarlangs het water de grond in kan.
6. Afvoergoten langs bestrating
Laat je terras ook aflopen richting afvoergoten of lijngoten. Hierlangs kan het water vlot maar gecontroleerd wegvloeien. Deze sluit je evenwel niet aan op de riolering, maar op de regenwaterafvoer, tenzij je terras hoofdzakelijk kuiswater te verwerken krijgt. Sluit de afvoer ook niet aan op de regenwaterput, maar op de overloop van de put, op een infiltratievoorziening of op een drainagebuis.
7. Een wadi of regenwatervijver
Een wadi is een natuurlijke, bovengrondse infiltratievoorziening. De term 'wadi' is eigenlijk een afkorting en staat voor 'WaterAfvoer door Drainage en Infiltratie'. Concreet is het een verzinking in je tuin, waarlangs regenwater via beplanting traag de grond kan insijpelen. Deze verzinking vangt zelf regenwater op, maar je kan ook je regenpijp, of de overloop van je regenwaterput hiernaartoe laten leiden. Ook de wadi zelf moet van een overloop voorzien zijn, richting een gracht of beek, om wateroverlast te voorkomen
MEER WETEN:
> Waterdoorlatende bestrating: wat zijn de mogelijkheden?
> Waarop letten bij de keuze van afvoergoten?
> Hoe leg je zelf een wadi aan?
Ondergrondse infiltratie
We haalden het al meermaals aan hierboven: regenwater gaat niet naar het riool, maar idealiter naar een ondergrondse infiltratievoorziening. Dit is zeer nuttig om gecontroleerd water naar de bodem te laten afvloeien.
8. Infiltratieblokken plaatsen
Infiltratieblokken of drainagekratten zijn speciale, absorberende rotswolblokken of blokken omhuld met een geotextieldoek, die worden ingegraven in een sleuf in de tuin. De blokken worden verbonden met een inspectieschacht, een soort buis, die op zijn beurt is verbonden met de afvoerpijp of de overloop van je regenwaterput. Deze blokken absorberen regenwater en geven het op een gecontroleerde manier vrij aan de bodem.
9. Drainagebuizen leggen
Als je vaak te maken hebt met een zeer natte bodem rond je woning, kan je eventueel ook werken met drainagebuizen. Dit zijn geperforeerde pvc-buizen die omhuld zijn met kokos of een synthetische stof. Deze buizen worden geplaatst in uitgegraven sleuven, idealiter tot 20 cm onder het maaiveld (maar wel hoger dan het grondwaterpeil), op een ondergrond van enkele centimeters grind, zand of schelpen.
Het overtollige water kan in de buis stromen, die vervolgens het water afvoert naar een lagergelegen punt (een infiltratievoorziening zoals een wadi, of een ondergronds systeem met infiltratieblokken). Als je nabij een beek of gracht woont, kan je ervoor kiezen om de drainagebuis daar te laten uitkomen.
MEER WETEN:
> Hoe plaats je infiltratieblokken?