Hoe je dak langs binnen isoleren?
Een dak langs binnen isoleren wordt doorgaans afgeraden. Toch is het soms praktisch of budgettair een goede optie. Als doe-het-zelver is het ook de meest haalbare kaart. Dan kan je werken met isolerende panelen die je tegen de binnenkant van je dakstructuur monteert, of met mineralewoldekens. In dit artikel geven we mee hoe je te werk gaat met isolatiedekens.
De theorie
Wanneer je dak langs binnen isoleren?
Een dak langs binnen isoleren – ook wel aangeduid als een 'koude dakconstructie' – is zowel praktisch als budgettair gezien de meest haalbare optie om een dak te isoleren, zeker als het enkel gaat om een "kleinere" renovatieklus zoals het bijisoleren van een zolder.
Een koud dak wordt – zeker in het kader van grotere renovaties – afgeraden. Wanneer een dak volledig vernieuwd moet worden, is het beter om te kiezen voor een sarkingdak, waarbij de isolatie buiten op de dakconstructie komt te liggen.
Bij een koude dakconstructie is de kans namelijk groter dat vochtproblemen de kop opsteken. Vocht dat van binnenuit wordt geproduceerd kan in de isolatie doordringen. Als dit vocht niet goed wordt afgevoerd, kan het condenseren en leiden tot schimmelvorming en houtrot in de dakconstructie.
Als je moet kiezen voor een koud dak, is dus zeker de keuze van het juiste damp- en luchtscherm zeer belangrijk. Het moet de dampdiffusie, waarbij watermoleculen door de folie in de isolatie dringen en daar condenseren, voldoende beperken. Tegelijk moet het onderdak dampdoorlatend zijn, want ook het hout van de dakstructuur kan vocht bevatten, bijvoorbeeld door regen tijdens het werken.
Lees hier meer over koude en warme dakconstructies
Waarom kiezen voor minerale wol
Isoleer je een zolder, zoals in deze situatie, dan zijn harde isolatieplaten een goede optie. Toch isoleer je doorgaans het best met een zacht isolatiemateriaal, zoals glaswol. Minerale wol is namelijk een dampopen vorm van isolatie. Mocht er dan toch damp in de isolatie terechtkomen, dan kan die weer ontsnappen via het dak naar buiten. Het voordeel van glasvezelisolatie is dat het flexibel en licht is. De isolatie bestaat uit lange glasvezels die met een bindingshars aan elkaar worden gehouden.
Je kan ook werken met rotswol, die wordt gemaakt van gerecycleerde rots of steen. De vezels hiervan zijn echter korter, wat het materiaal steviger maakt. Het is wel zwaarder dan glaswol, en dus minder gemakkelijk om boven je hoofd te plaatsen.
ISOLATIEWAARDEN OP DE VERPAKKING
Op de verpakking van de isolatie staat heel wat info. Zo is er de Rd-waarde. Die duidt het isolatievermogen aan en houdt de dikte van het materiaal in rekening. Des te hoger dit getal, des te beter. Met dit getal kan je verschillende isolatiematerialen vergelijken en kijken voor welke prijs of welke ruimte je het meest optimaal je ruimte kan isoleren. Ook vind je de lambdawaarde terug op een verpakking. Dit geeft de warmtedoorlatende eigenschappen van het materiaal weer – hier dus van het materiaal glaswol. Des te lager deze waarde, des te minder warmte het doorlaat. Dat betekent dus een betere isolatie.
Aan de slag
Reinigen en beschermen
Voor je start met isoleren, verwijde je het grootste vuil van de zolder. Zo komt dat straks niet in je gezicht terecht. Zet ook zoveel mogelijk uit de weg. Haal van zolder wat ervan weg kan. Grote meubels kan je eventueel verplaatsen.
We werken in deze situatie met glaswol. Dat kan irriteren natuurlijk. Hoeveel last je van de vezels hebt, is persoonlijk en hangt af van hoe vaak je in contact komt met de glasvezels. Maar jezelf beschermen is natuurlijk nooit verkeerd. Haal er dus een mond-neusmasker en handschoenen bij. Ook lange mouwen en een veiligheidsbril kunnen nuttig zijn.
Werken met isolatiedekens
In deze situatie wordt er gewerkt met spijkerflenzen of flensdekens. Dit zijn minerale woldekens die reeds zijn uitgerust van een aluminium cachering als dampscherm. Het voordeel van spijkerflenzen is dat je het dampscherm niet achteraf nog moet aanbrengen. Ga je koud isoleren met minerale wol en een apart dampscherm? Lees dan hier verder.
De isolatiedekens waarmee in deze situatie wordt gewerkt zijn iets breder dan de ruimte tussen de spanten van het dak, en even dik als de breedte van de spanten. Dat zorgt ervoor dat de dekens er goed tussen klemmen. Ze vallen er dan niet uit als je ze plaatst.
De isolatiedekens snijd je op maat met een isolatiemes en plaats je goed tot tegen het onderdak. Er mag geen luchtspouw blijven tussen de isolatie en het onderdak.
Isolatiedekens vastmaken
De isolatie blijft geklemd zitten tussen de spanten. Om de isolatie echt vast te maken aan het dak, niet je ze aan de spanten vast. Daarvoor gebruik je een tacker. Dat werkt echt vlot.
Plooi de lip van de isolatiedekens over naar buiten om ze vast te nieten. Je niet het best twee rijen isolatie boven elkaar vast. Zo hoef je telkens maar één nietje te gebruiken.
Ononderbroken isolatieschil
Een isolatieschild is maar zo goed als zijn zwakste schakel. Daarom zorg je er goed voor dat alle hoeken zijn geïsoleerd. In deze situatie is aan de kreupele stijl van het dak nog een dwarslat vastgemaakt. De isolatie moet daarachter. We kunnen de isolatiedekens gewoon achter die dwarsbalk trekken. Zo weten we zeker dat ons isolatieschild daar niet onderbroken wordt. Onderaan isoleer je tot tegen de muurplaat. Zo krijg je een ononderbroken isolatieschild rond je huis.
Tot aan de nok
Zorg er dus ook voor dat de isolatie tot tegen de nokbalk zit. Daarvoor moet je ze iets langer snijden. Zo klemt ze beter en is de ruimte beter opgevuld. Het is wel niet de bedoeling dat je alles overvol gaat steken. Isolatie isoleert dankzij de lucht. Tussen de isolatie moet er dus lucht zitten die de warmte binnenhoudt.
De stukken bovenaan vul je nog op. Hiervoor snij je stukken op maat. Gebruik daar een isolatiemes voor. Als je dat niet hebt, kan een oud broodmes ook dienstdoen.
Afwerking
Vul zoveel mogelijk ruimte met isolatie. Bij sommige plaatsen zal je merken dat ze te nauw zijn om er isolatie in te steken. Die kieren vul je dan op met een isolatieschuim. Hierdoor krijg je toch nog een goed isolatieschild met je muur.
Na het plaatsen van de isolatie moet je een dampscherm plaatsen. Bij spijkerflenzen is dit dampscherm al aan de isolatie bevestigd. Door beide tegelijk te plaatsen, zoals hier, bespaar je natuurlijk tijd. Lees hier hoe je een afzonderlijk dampscherm plaatst. Nadat de isolatie geplaatst is, moet je het dampscherm nog afwerken.
Aluminium tape
De aluminium tape sluit het dampscherm af. Dat is nodig, want zonder dat dampscherm kan de verwarmde binnenlucht in de isolatie dringen. Hier gaat de damp dan condenseren op het onderdak. De damp wordt vloeibaar en de isolatie wordt nat, waardoor ze haar isolerende eigenschap verliest. De warme, vochtige binnenhuisdampen kunnen door het dampscherm dus niet condenseren tegen het koude onderdak.
Volledig dampdicht
Tussen de verschillende isolatiestukken kan je de overlap afdichten met aluminium tape. Maar de dichting tussen de isolatie en andere bouwelementen maak je met een specifieke luchtdichte tape. Zorg dat deze tape zowel hecht op steen, hout als op het aluminium dampscherm. De meeste tape geschikt voor dampschermen heeft deze eigenschap. Kleef alle openingen en overgangen zorgvuldig af met deze tape. Alleen zo krijg je een volledig dampdicht scherm en vermijd je problemen in je isolatie.
Bekijk de video: