Hoe wordt een crépi gevel geplaatst?
Een gevel pleisteren is een secuur werkje. Om een goede plaatsing te verzekeren en fouten te voorkomen, is het daarom beter om dit over te laten aan een professional. Idealiter wordt de gevel ook eerst geïsoleerd.
CREPI PLAATSEN
VOORBEREIDING
De muur zelf moet in goede staat zijn. Er moet eerst gecontroleerd worden op schade. Vochtproblemen in de gevel moeten eerst opgelost worden. Gaten en barsten moeten hersteld worden, loszittende delen, stof en vetvlekken moeten verwijderd worden. Ook de omgeving moet beschermd worden. Stukken gevel die geen pleister nodig hebben, bevloerde ondergronden, ramen en deuren: je dekt alles af.
PLAATSEN VAN PROFIELEN
Op de hoeken en bij aansluitingen met schrijnwerk worden profielen geplaatst. Die hebben twee functies. Enerzijds als geleider bij het aanbrengen van het pleister, anderzijds zorgen ze voor een versteviging van de hoeken. Bij het plaatsen van de hoekprofielen is het belangrijk dat ze volledig aansluiten. Mocht er vocht onder de profielen terechtkunnen, dan kan er, bij vorst, schade ontstaan.
WAPENINGSNET AANBRENGEN
Een wapeningsnet zorgt ervoor dat mogelijke barsten en scheuren worden opgevangen, alsook de naden tussen de isolatieplaten. Het resultaat kan ook beter tegen een stootje. Het wapeningsgaas wordt vastgemaakt met een elastische laag.
BEPLEISTEREN
Vervolgens moet de gevel opnieuw drogen voor er verder gewerkt kan worden. Voor het bepleisteren wordt er eerst een primer aangebracht als hechtingslaag: hij zorgt ervoor dat de pleisterlaag blijft kleven aan de onderliggende laag. Vervolgens wordt het pleister aangebracht en gladgetrokken met een reilat op de profielen. Je kan er ook voor opteren het pleister te laten spuiten voor een iets ruwere structuur.
AFWERKING
De afwerking behelst, zoals zo vaak, de zorg voor de detailafwerking. De aansluiting bij ramen en deuren moeten goed gedicht worden voor een nette afwerking. Eens dat is gebeurd, moet de aangebrachte bescherming en het afplakwerk opgeruimd worden. Na de stelling af te breken, is de klus geklaard.
Om het geheel een mooie, strakke uniforme kleur te geven, kan er ook voor gekozen worden om de gevel te schilderen. Pas echter op: sommige verven sluiten de muur volledig af waardoor er geen vocht meer uit de constructie kan ontsnappen, met inwendige condensatie en schade tot gevolg.
GEVELPLINT plaatsen
Een crepi gevel met een minerale pleister neemt makkelijker vocht op dan een gevel van siliconenpleister. Daarom is het belangrijk om in dat geval een gevelplint te plaatsen. In de meeste gevallen wordt de gevelplint eerst aangebracht en vervolgens de gevelpleister. Het aanbrengen van de plint is een klus die je wel zelf kan doen. Een goede optie hiervoor is een cementpleister.
VOORBEREIDING
Je werkt het best op zuivere bakstenen. Maak die vooraf ook wat proper en zorg ervoor dat er geen losse stukken baksteen zitten. Als dat zo is, dan verwijder je die, voor je aan de slag gaat met de mortel. Je beschermt ook het best de omgeving. Met een stucloper of wat karton kan je de ondergrond beschermen.
HECHTBRUG plaatsen
Net als bij gevelpleister is de eerste laag die je aanbrengt een hechtmortel. Die dient als een soort primer tussen je afwerklaag en de bakstenen. De hechtingsbrug zorgt ervoor dat je pleister er niet af valt. Je moet deze eerste laag ruw aanbrengen. Omdat je ze niet glad mag afwerken, werk je het best met een kam om ze aan te brengen. Je kan die eventueel ook glad aanbrengen en erna opruwen met een pleisterkam.
Voor je verdergaat met de volgende laag cementpleister; moet je de hechtingsmortel wel volledig laten uitharden. Dat duurt een paar dagen.
PROFIELEN PLAATSEN
Ook hier moeten profielen geplaatst worden, net zoals bij gevelpleister.
- Op de uiteinden van de muur komen hoekprofielen. Hierop kan je dan straks afreien en met deze profielen krijg je een strakke hoek. De profielen zet je - loodrecht uiteraard - op hun plaats met snelcement.
- Bovenaan de plint breng je nog een stopprofiel aan. Zorg dat dat niet enkel recht en op de juiste hoogte hangt, maar ook op de juiste afstand van de muur, afhankelijk van hoe dik je je cementpleister wil leggen. Ook deze zet je vast met wat dotten snelcement.
- Om je werk straks gemakkelijker te maken, plaats je nog afreiprofielen (alweer: met wat snelcement). Verdeel je muur in vakken die ongeveer gelijk zijn van breedte. De afstand tussen twee profielen is het best net iets korter dan de lengte van je rei. Zo kan je straks het vak vlot afreien.
WAPENING
Een wapeningsnet is niet in alle gevallen nodig, maar wil je zeker zijn dat je cement niet scheurt, dan breng je het toch beter aan. Je kan de glasvezelwapening gemakkelijk op maat knippen met een schaar of snijden met een mes.
VULLEN
Je kan dan de vakken tussen je afreiprofielen opvullen. Dit gaat het best van onder naar boven. Je kan dan gemakkelijk tot tegen het stopprofiel werken. In een eerste laag kan je het wapeningsnet aanbrengen. Druk het goed in het pleister, zodat het niet naar voren komt. Dan kan je een tweede laag aanbrengen. Overvul het vak. Er mag meer pleister in zitten dan nodig.
AFREIEN
Ook het afreien doe je van beneden naar boven. Blijf goed op de profielen werken. Het teveel aan cementpleister op je rei kan je gebruiken om de gaten die er eventueel zijn, nog te vullen. Rei af tot het pleister volledig vlak staat. Heb je een vak gedaan, dan kan je naar het volgende vak overgaan. Probeer per vak hetzelfde cement te gebruiken. Heb je niet genoeg meer om een vak volledig te doen, dan maak je het best een nieuwe kuip aan.
SCHUREN
Na een tijdje kan je het cement schuren met een speciaal schuurbord. Het cement mag nog niet te droog zijn als je begint met schuren. Je mag niet meer kunnen indrukken. Je kan tijdens het schuren nog kleine gaatjes wegwerken.
Is je cement al te droog, dan kan je het eventueel wat vochtig maken. Schuur altijd in cirkelvormige bewegingen. De bedoeling is dat je schuurbord nog aan het pleister blijft kleven. Je trekt het er dan niet af, maar je schuift het naar de zijkant, zodat je het kan wegnemen.
DICHTING
Het cementpleister is waterwerend, maar niet waterdicht. Daarom breng je onder het maaiveld nog beter een elastische waterdichte coating aan. Dat doe je tot minstens 5 cm boven het maaiveld. Wil je een rechte lijn, dan breng je schilderstape aan. De elastische dichtingsmortel kan je gewoon met een dikke blokborstel aanbrengen. Je mag ook gerust ook hoger gaan. Wil je een uniforme afwerking voor heel je plint, dan kan je ze helemaal insmeren met de dichting.