Je tuin wapenen tegen droogtes en intense buien
We kampen de laatste jaren steeds vaker met langere periodes van droogte. En als het dan wel regent, krijgen we dikwijls heel intense regenbuien op ons dak. Enerzijds droogt je tuin uit door gebrek aan regenval over een langere periode, anderzijds kunnen de grond en je planten het regenwater dat na die periode dan valt, niet opnemen. Hoog tijd dus om eens stil te staan bij hoe je je tuin aan dit veranderende klimaat kan aanpassen.
Schaduw creëren
Zowel voor jezelf, als voor je planten en voor de dieren die je tuin bezoeken, is het op schroeiende dagen belangrijk dat er genoeg schaduw is. Het zorgt er niet alleen voor dat het aangenamer vertoeven is, de bodem zal ook minder snel uitdrogen.
Met bomen
Zorgen dat de bodem van je tuin minder snel uitdroogt, dat doe je idealiter door bomen te planten.
Bomen kiezen
Ofwel kies je een boomsoort in functie van de plek waar je schaduw wil creëren, ofwel kies je een boom omwille van zijn uitzicht of soortspecifieke kenmerken (de bloemen, vruchten ...), en is de schaduwplek een secundaire zorg. In ieder geval kies je een boom niet zomaar en moet je er zeker van zijn dat de soort in je tuin past. Ga na hoe hoog de boom wordt, of hij compatibel is met de bodemsamenstelling van je tuin, hoe het zit met het wortelgestel enz.
Idealiter kies je voor boomsoorten die zowel droge als natte periodes aankunnen én het water van diep genoeg kunnen halen.
- Eik of esdoorn zijn traditionele, goede keuzes voor grote en middelgrote tuinen. Deze doen immers een beroep op dieper grondwater, waardoor er genoeg water overblijft voor je grasmat en andere, minder diep wortelende planten.
- Daarnaast vormt, met schaduw creëren in het achterhoofd, een plataan ook een goede optie - zeker voor grote tuinen. Platanen hebben een brede kroon en kennen een snelle groei, wat het ideaal maakt als schaduwboom.
- Een lindeboom is eveneens geschikt voor middelgrote tot grote tuinen. Het geeft niet alleen schaduw, maar trekt ook bijen aan en heeft een rustieke uitstraling.
- In een kleinere tuin is een lijsterbes ook steeds een goede optie.
Een boom planten: tips
– Plant geen boom als er vriesweer wordt voorspeld.
– Wees aandachtig voor de plantafstand. In principe plant je een boom op minstens 2 m van de perceelgrens.
– Een jonge boom heeft in het begin steun nodig, dus is het best om er een paal naast te zetten bij aanplanting.
Struiken en bodembedekkers
Is er in jouw tuin geen mogelijkheid om een boom te planten, dan kan je de bodem van je tuin ook van schaduw voorzien door middel van struiken en bodembedekkers. Door dergelijke beplanting wordt de grond sowieso beschermd tegen direct zonlicht, blijft de temperatuur van de grond stabiel en vermindert de verdamping van vocht.
Haagplanten
Een haag die hoog genoeg wordt, kan ook helpen om de tuin te beschermen tegen oververhitting. Plaats hagen aan de kant van de tuin die het meest wordt blootgesteld aan de zon (het zuiden of zuidwesten). Hierdoor ontstaat een natuurlijke schaduwzone voor planten of zitplaatsen achter de haag. Ook rond plekken waar je vaak zit, doe je er goed aan om een haag te voorzien. Langs een gevel kunnen hagen ook voorkomen dat de muren oververhit raken.
Je kan uit heel wat soorten kiezen. Beukenhaag en haagbeuk blijven zeer populaire opties, net als cipres- en taxushagen. Wie de biodiversiteit in de tuin wil verhogen, kan dat doen met rhododendron, vlierbes, meidoorn of gele kornoelje.
Op het terras
Om ervoor te zorgen dat het aangenaam vertoeven wordt voor jezelf, kan je op je terras met een luifel, parasol of een terrasoverkapping al voor wat beschutting zorgen. Als je je overkapping nog uitrust met een zonweringdoek, heb je meteen wat extra afkoeling. Voor de dakbedekking van je overkapping of pergola kan je ook schaduw en afkoeling bekomen met gepaste beplanting. Denk aan kamperfoelie of een druivelaar.
Ook elders op het terras kan beplanting voor de nodige afkoeling zorgen. Kies robuuste planten die wel wat hitte kunnen verdragen. Doe inspiratie op in mediterraanse flora. Vijgenstruiken en oleanders kunnen bijvoorbeeld best hoog worden, en zo voor extra schaduw zorgen.
Langs de gevel
Bevindt je tuin zich tussen stenen muren? Dan zullen die stenen ook veel warmte opslaan en afgeven, wat voor veel extra warmte - en dus uitdroging - in je tuin zorgt. We haalden al aan dat hagen langs de gevel de hitte kunnen beperken, maar je kan ook de volledige muur bedekken door muurbeplanting te voorzien. Idealiter maak je van de muren een echte groene gevel.
Dat heeft tal van voordelen. De planten zorgen ervoor dat de muur erachter minder hitte kunnen afgeven, ze werken luchtzuiverend én helpen de CO2-uitstoot terugdringen. Bovendien isoleren de planten je woning én vangen ze regenwater op en houden het vast. Hierdoor wordt het water langzamer afgevoerd en kan het beter infiltreren in de bodem.
Met welke planten?
De plantkeuze voor je groene gevel hangt af van de bodemsoort die je kan voorzien en de blootstelling aan zonlicht, wind en regen. Ook onderhoud, uitzicht en ecologische waarde zijn cruciale factoren.
Populaire planten voor de groene gevel zijn Chinese kamperfoelie, Toscaanse jasmijn, clematis enz. Deze klimmers zijn namelijk groenblijvers en vragen weinig onderhoud. Idealiter voorzie je een combinatie van verschillende soorten zodat je het hele jaar door groen of kleurenpracht van bloemen of bladeren hebt. Door een goede mix kan je de bloei over zoveel mogelijk maanden spreiden zodat je niet enkel een mooie gevel hebt, maar ook voedsel voorziet voor allerlei insecten en bestuivers.
Regenwaterinfiltratie
Regenwaterinfiltratie houdt in dat je regenwater afvoert en terug afgeeft aan de bodem, om zo wateroverlast een halt toe te roepen en je steentje bij te dragen aan de grondwaterreserves. Zeker bij intense buien na periodes met droogtes is een optimale bodeminfiltratie noodzakelijk om wateroverlast te voorkomen en te verhinderen dat de bodem uitdroogt.
Via je bestrating
De overgang van huis naar tuin verloopt vaak via een terras, met rondomrond de woning nog een tuinpad erbij. Stenen klinkers en tegels slaan echter veel warmte op tijdens de dag, die ze 's nachts terug afgeven. Daardoor kan je tuin, zeker tijdens hete zomerperiodes, niet genoeg afkoelen, wat het uitdrogen versnelt. Hoe meer bestrating, hoe moeilijker het regenwater kan wegvloeien in de grond.
Daarom overweeg je best om in de eerste plaats zo min mogelijk te verharden. Uiteraard heeft een terras of een pad zijn nut. Een tuinpad kan je een leuke touch geven door, in de plaats van een doorlopend tegel- of klinkerpad, te kiezen voor stapstenen met beplanting ertussen. Dat kan gewoon gras zijn, maar je kan ook kiezen voor andere plantjes die tegen wat beloop kunnen, zoals loopkamille, kruiptijm of bonte salie.
Voor terrassen bestaan er tegenwoordig heel wat oplossingen qua waterdoorlatende (doorheen de bestrating) of waterpasserende (langs de tegels of klinkers, via de voegen) bestrating. Ook halfverharding, zoals siergrind, is hierbinnen een populaire optie.
Een wadi
Je kan ook opteren voor een wadi, een verzinking in je tuin waarlangs het regenwater tussen beplanting (meestal gras, maar ook bijvoorbeeld gele lis of kattenstaarten zijn goede opties) kan wegvloeien. Een wadi is een natuurlijke, bovengrondse infiltratievoorziening. De term 'wadi' is eigenlijk een afkorting en staat voor 'WaterAfvoer door Drainage en Infiltratie'.
Naar deze verzinking kan je dan je regenpijp afkoppelen, zodat je het water dat je op je dak opvangt kan afleiden via een bovengrondse goot naar de wadi, die het water vasthoudt en laat infiltreren in de bodem. Idealiter leid je de overloop van je regenwaterput ook richting de wadi. Ook de wadi zelf moet van een overloop voorzien zijn, richting een gracht, beek of riolering, om wateroverlast te voorkomen.
Tijdens natte dagen zal je wadi eruitzien als een minimoeras in je tuin, tijdens drogere periodes is het een vochtig stukje grond in je tuin. Het is evident dat een wadi niet zwaar belast mag worden, opdat de grond niet samengedrukt wordt.
Een buienborder
Een wadi is minstens 30 cm diep. Een minder diepe verzinking kan ook, dan spreken we van een buienborder. Die wordt meestal aangelegd langs een oprit of een tuinpad en is doorgaans niet dieper dan 15 cm.
Ondergronds infiltreren
Indien mogelijk kan je in je tuin ook een ondergronds infiltratiesysteem voorzien. Zo'n installatie met infiltratieblokken bestaat uit speciale, absorberende rotswolblokken of blokken met een geotextiel doek rond, die worden ingegraven in een sleuf in de tuin. De blokken worden aangesloten op een inspectieschacht, een buis, die op zijn beurt in verbinding staat met de afvoerpijp of de overloop van je regenwaterput.
Aan de andere kant is de inspectieschacht gekoppeld aan een geperforeerde buis die door de rotswolblokken heen loopt. De rotswolblokken slaan via de gaatjes in de buis het water, op en geven het langzaam af aan de bodem. Het vuil dat eventueel meekomt wordt bovenaan de inspectieschacht gefilterd met een zeef, zodat bladeren en ander grof vuil niet kunnen meekomen. Wanneer de sleuf na installatie wordt gevuld, wordt de inspectieschacht meestal afgedekt met een putdeksel of tegel.
Het laatste rotswolblok van de installatie wordt ofwel afgesloten met een stop, ofwel aangesloten op de riolering middels een overloopbuis - indien dat mogelijk is, want als de riolering vooraan ligt en de infiltratievoorziening onder de achtertuin zal dat uiteraard niet lukken. Een derde optie is om een buis te plaatsen die naar de oppervlakte komt, waar je een ontluchtingsbox op aansluit.
Tip
Heb je afvoergoten of -sleuven rond je terras, dan kan je de leidingen daarvan ook direct laten aansluiten op je infiltratievoorziening, of ook via de overloop van je regenwatersysteem.
De afvoergoten langs je terras
Is je bestrating niet waterdoorlatend? Dan zijn afvoergoten of afvoersleuven ook een optie om vlot regenwater af te voeren. Je kan deze meteen laten uitkomen bij een ondergrondse infiltratievoorziening, of je kan deze aansluiten op de overloop van je regenwaterrecuperatiesysteem, en die op zijn beurt laten aansluiten op een ondergrondse infiltratievoorziening.
Met dergelijke goten kan het water bij intense regenval gecontroleerd wegstromen. Laat je alles ongecontroleerd naar de tuin stromen, dan krijgt die langs de rand van het terras plots heel veel water te slikken. Een zompige bodem en modder zijn dan het gevolg. Met een goede afwatering en infiltratie voorkom je dat.
Een discrete overgang of een statement?
Onopvallend wegwerken met een discrete sleufgoot is erg populair. Het enige wat zichtbaar is, is een fijne sleuf waarlangs het water wegloopt. Dergelijke goten zijn ingewerkt, waardoor ze niet opvallen als je op het terras loopt. Wie opteerde voor twee of meer soorten bestrating in één ontwerp, kan een sleufgoot trouwens gebruiken als overgangselement tussen twee bestratingen.
Wil je met je afwatering een statement maken? Dan kan dat perfect met designroosters waar bijvoorbeeld speciale motieven of een opvallende kleur de hoofdrol spelen.
Groengevel
We stipten reeds aan dat groengevels regenwater opvangen en het vasthouden. Hierdoor wordt het water langzamer afgevoerd en kan het beter infiltreren in de bodem.
Droogte voorkomen: overige tips
Schaduw en infiltratie zijn de twee belangrijke pijlers, maar er zijn nog andere tips die je kan toepassen om te voorkomen dat je tuin slachtoffer wordt van droogte en hitte.
Diversiteit met droogtebestendige planten
Een biljartvlak gazon als tuin wordt in de toekomst minder evident. Hoe weerbaar je gras ook is, het is vaak beter om er wat variatie in te brengen met andere droogtebestendige planten die dieper wortelen en minder water nodig hebben (denk aan klaver, ooievaarsbek, madeliefjes ...). Je kan de natuur zijn gang laten gaan, maar een gecontroleerde aanpak met bloemenborders of bloemenweide is uiteraard ook een optie.
Je tuin blijft ook weerbaarder als je bomen en struiken plant die inheems zijn en dus beter bestand tegen het klimaat waar je woont.
Mulchen
Om ervoor te zorgen dat je bodem niet te snel uitdroogt, kan je ook mulchen. Dat wil zeggen dat je de bodem bedekt met organisch materiaal dat zowel beschermt als de nodige voeding voorziet. Tussen je planten kan je dat doen met gehakseld snoeiafval, compost of gedroogd gras. Let er enkel op dat je bodem vochtig genoeg is vóór je de mulchlaag aanbrengt.
Ook op je grasperk kan je makkelijk mulchen. Heel wat grasmaaiers zijn intussen uitgerust met een opzetfunctie waarbij het gras extra fijn versnipperd en verspreid wordt over je gazon tijdens het maaien, waarna het snel verteert en de grasbodem organisch wordt gevoed. Het zal ervoor zorgen dat je gras langer groen blijft, en je dus minder moet sproeien.
TIP
Om sterker gras te verkrijgen, ga je sowieso niet te vaak maaien. Langer gras is immers beter bestand tegen droogte en hitte én het houdt water beter vast, wat de infiltratie van regenwater in de bodem bestendigt.
De bodem verbeteren
Bodembedekkers, beplanting en mulchen kunnen je bodem al een behoorlijk duwtje in de rug geven maar je kan ook de samenstelling beïnvloeden. Zo kan je organisch materiaal zoals compost, bladeren, stro... inmengen zodat vocht beter vastgehouden wordt.
Wil je specifieker tewerk gaan? Dan kan je eerst een bodemanalyse laten doen zodat je de exacte samenstelling van je grond weet. Met de hulp van bodemverbeteraars kan je de vochtretentie beïnvloeden. Kalk is er één, maar afhankelijk van de samenstelling van de bodem kunnen ook zand of klei hun steentje bijdragen tot een betere waterhuishouding in je tuingrond.
Zuinig bewateren
Spring verstandig om met water in je tuin en zeker als je je planten water geeft. Houd enkele vaste regels aan, zoals nooit water geven in de felle zon - zo verdampt het water namelijk aan sneltempo en kunnen je planten bovendien brandplekken krijgen. Geef bij voorkeur 's avonds water of 's ochtends vroeg. Investeer in slimme bewateringssystemen met sensoren en timers. Waar je kan, gebruik je regenwater.