Hoe werk je gipsnaden correct af?
Als je basis goed is, kan je de naden tussen je panelen gaan vullen. Welk product je hiervoor gebruikt en hoe je dit doet is afhankelijk van het soort panelen dat je hebt geplaatst. Het beste resultaat verkrijg je wanneer de temperatuur en vochtigheid in lijn liggen met wat deze normaal zouden zijn, wanneer je kamer is afgewerkt. We overlopen alle nodige stappen om deze klus tot een goed einde te brengen.
Een goede basis
Om je gipsnaden perfect af te werken moet je vertrekken van een goede basis: kies de geschikte panelen om je muur te bekleden met een voldoende dikte. Plaats ze in één vlak en laat de naden mooi aansluiten. Het beste resultaat verkrijg je wanneer de temperatuur en vochtigheid in lijn liggen met wat deze normaal zouden zijn, wanneer je kamer is afgewerkt.
De naad tussen je panelen en een andere materiaal, bijvoorbeeld je houten vloer, werk je niet af maar voorzie je steeds van een schaduwvoeg. Dit is een opening van enkele millimeters die verborgen kan worden achter een hoekprofiel.
Wat heb je nodig?
Als je basis goed is, kan je de naden tussen je panelen vullen. Welk product je hiervoor gebruikt en hoe je dit doet is afhankelijk van het soort panelen dat je hebt geplaatst. Ga daarom altijd na wat de fabrikant van de panelen voorschrijft en maak op basis hiervan je keuze.
In een standaard situatie zal je de naden afwerken met een zelfklevende wapeningsband en een jointfiller. Die breng je aan met een plamuurmes van ongeveer 15 cm.
Daarna zal je ook nog een jointfinisher nodig hebben, die je aanbrengt met een breder mes, zoals een pleisterspaan van 30 cm. Als je met poederproducten werkt, maak je de filler en de finisher aan met een boormachine met mengstaaf.
Wapeningsgaas of -band
Werk je met wapeningsgaas, dan start met het afkleven van de voegen met het gaas. Dit wapeningsgaas verstevigt de naad. Als de platen dan later nog lichtjes bewegen, dan worden eventuele scheuren opgevangen door het glasvezel. Deze band is zelfklevend. Je kan hem dus gemakkelijk aanbrengen voor je de naad toe smeert. Om hem af te scheuren neem je gewoon je plamuurmes en zet je het tegen het gaas. Met een ruk aan de rol scheur je dan het wapeningsgaas af.
Tegenwoordig wordt echter meer aangeraden om papierband te gebruiken in plaats van een zelfklevende gaasband. Een papieren band is namelijk vier keer sterker. Het is ook niet transparant, kleine naden zal je dus niet meer zien. De band kleeft echter niet vanzelf, je zal dus eerst wat voegmiddel moeten aanbrengen voor je de band aanbrengt, maar overdrijf daarin niet. Strijk de laag glad. Breng dan je band aan in de laag filler. De band zit op een rol en zal bol staan. Plaats de band met de bolle zijde naar binnen.
Haal het teveel aan gips weg van onder de band met je plamuurmes, eerst aan de ene zijde van je naad en dan aan de andere zijde. Controleer daarna of je naad nog diep genoeg ligt. Wacht een tiental minuten en breng daarna een laag filler aan op dezelfde manier als bij een zelfklevende wapeningsband.
TIP
Gaasband is aan te raden als je niet gewend bent om dit soort werken te doen omdat het makkelijker te plaatsen is, terwijl papierband wel het beste resultaat geeft. Hetzelfde is van toepassing bij voegmiddel in pastavorm (kant-en-klaar) vs. voegmiddel in poedervorm.
Vulmiddel aanmaken
Over de wapeningsband komt een vulmiddel of jointfiller. Hier kan je kiezen tussen een kant-en-klare mix of een poedervariant. De kant-en-klare mix blijft langer bewerkbaar en is dus de eenvoudige oplossing voor de minder ervaren doe-het-zelver. De jointfiller in poedervorm is moeilijker bewerkbaar maar geeft wel het beste resultaat.
Gebruik je poeder? Dan doe je de juiste verhouding van water en gipspoeder in een emmer. Die verhouding staat op de verpakking. Meng met een mengstaaf op je boormachine het goedje door tot een romig, homogeen geheel.
Vulmiddel aanbrengen op naden
Overvul de naad met het gips. Het teveel neem je zo meteen weg. Met deze techniek vul je snel en effectief alle naden.
Je overvult, dan neem eerst links en rechts het teveel aan gips weg.
Beweeg je plamuurmes hierbij deels naast de naad, op de muur. Die is namelijk je referentiepunt waarmee je naad gelijk moet lopen. Zet dan je plamuurmes recht op de naad en neem het overtollige gips verder weg.
Werk je met gips, dan is het handig om een spaarbord te kunnen gebruiken om het gips op te leggen. Zo heb je een voorraadje bij de hand om je naden te vullen. Let er wel op dat je telkens maar een kant gebruikt om je plamuurmes op af te vegen. Hou de andere kanten schoon. Zo vermijd je brokjes in je gips.
Vulmiddel aanbrengen op hoeken
Ook bij het afwerken van hoeken gebruik je een papieren voegband. Hierbij werk je het makkelijkst met speciale hoekprofielen met een naad uit sterke kunststof. Deze hoekband kan je gebruiken om zowel binnen als buitenhoeken af te werken. Je plooit hem daarvoor gewoon om naar de andere kant. Zorg wel steeds dat je de bedrukte kant tegen de muur aanbrengt.
Waar je twee buitenhoeken hebt, aan een deur bijvoorbeeld, moet je de band schuin afknippen. Dat doe je, misschien contra-intuïtief, weg van de hoek. Je zal zien dat je hem dan later gemakkelijker kan afwerken.
Je kan zo'n hoekprofiel ook gebruiken om de binnenhoeken te doen. Waar er meerdere binnenhoeken samen komen, is knip je ook deze schuin af. Hier mag je gerust scherper gaan dan 45°. De verschillende profielen mogen niet overlappen, want die verdikking krijg je niet meer weg geplamuurd of weg geschuurd. Het is genoeg dat de puntjes van het profiel tegen elkaar komen.
Ook hier plaats je de band in een laag filler. Breng deze aan waar je de band zal plaatsen en strijk de laag glad. Breng dan het hoekprofiel aan in de laag filler. Haal het teveel aan gips weg van onder het profiel met je plamuurmes, dat van de hoek naar buiten toe. Ga dan nog eens over de rand om het teveel aan gips weg te nemen.
Na voldoende droogtijd kan je meteen overgaan naar de finisher. Al kan het zijn dat je bij sommige banden nog een tweede fillerlaag moet aanbrengen.
Vulmiddel aanbrengen op (schroef)gaten
Na de naden, werk je met de filler ook de schroefgaten dicht. Ook daarvoor heb je een efficiënte techniek. Vul de gaatjes in de ene richting. Hou daarvoor je mes zo vlak mogelijk. Hou dan je mes recht en ga er zacht over. Doe dat in de haakse richting. Hou je plamuurmes nu wat recht.
Is het gips wat droog? Dan neem je het best nog even de bramen weg aan de zijkant van de naden. Dit bespaart je alvast wat schuurwerk achteraf.
Afwerken
Eens de filler droog is, werk je de naad af met een joint finisher. Ook deze kan je in poeder of kant- en klaar krijgen. Er bestaan ook twee-in-één producten waarmee je de naad kan vullen en afwerken.
Overvul eerst de naad met finisher. Voor het wegnemen van het teveel aan product, ga je dan op dezelfde manier te werk: meem eerst links en rechts het teveel weg. Oefen enkel druk uit op de gipsplaat en niet op de naad. Neem pas daarna het teveel in het midden van de naad weg.
Aan de buitenhoeken heb je geen brede pleisterspaan nodig. Je plamuurmes is breed genoeg. Breng weer wat teveel gips aan en ga er over met een proper plamuurmes. Zo neem je het teveel aan pleister weg. Aan de hoek zelf maak je een boog met finishergips.
Schuren
Tussen de lagen jointfiller schuur je best (asls het nodige is om met meer dan één vullaag te werken). Ook over de gaatjes die je gevuld hebt schuur je best eens op. Na de afwerking met jointfinisher schuur je nog een laatste keer op met een fijne korrel. Doe dit wel zonder het karton of teveel van het pleister weg te schuren. Als je dan te fel schuurt, is het resultaat oneffen en kan je opnieuw beginnen.
Afwerkingslaag: primeren
Omdat het gipskarton en de pleister twee verschillende materialen zijn, primer je best voor je er een afwerkingslaag op aanbrengt. Als je niet zou primeren, geven deze twee materialen een kleurverschil in de afwerkingslaag. Daardoor blijven de naden zichtbaar. Door te primeren vang je dit probleem op. Ook als je over je gipskarton behangt, gebruik je best een behangprimer, anders loop je het risico om het karton mee af te trekken als je het behang later wil verwijderen.
Kies altijd een primer die voor gipskartonplaten geschikt is. De meeste verfprimers van vandaag zijn geschikt voor een ondergrond van gipsplaten, maar je kijkt toch best even op de verpakking. Als laatste kan je de afwerkingslaag aanbrengen.