Werken met gipskarton: aandachtspunten en tips
Voordat je de gipsplaten kan plaatsen, moet je natuurlijk eerst de profielen plaatsen. Daarmee zet je de lijnen uit van hoe of waar je plafond of valse wand moet komen. We geven enkele aandachtspunten en tips mee om de klus vlot te klaren.
Aankoop: let op de maten
Breedte
De platen bestaan in verschillende breedtes. De meest courante breedte is 120 cm, maar soms kan het handig zijn om smallere platen van 60 cm te nemen. Dit verplaatst makkelijker, zeker als het door een kleine doorgang moet zoals een zolderluik. Verder is de dikte zeer belangrijk. De diktes variëren van 6,5mm tot 18mm.
De standaarddiktes van platen zijn 9,5 mm en 12,5 mm. Hoe dikker de plaat, hoe steviger natuurlijk. Maar een dikkere plaat betekent ook dat het gipskarton op minder plaatsen moet worden bevestigd, waardoor je minder profielen moet plaatsen. Hierdoor bespaar je niet alleen in tijd, maar ook op de kostprijs van de profielen. Reken dat je bij de prijs van de gipsplaten ongeveer nog eens 50% moet bijtellen voor de extra materialen.
Lengte
Ook de lengte is belangrijk. Let hierbij ook op de ruimte waarin de gipsplaten moeten komen. Als er op de weg naar die ruimte ergens kort gedraaid moet worden, is het beter om kortere gipsplaten te nemen. Je wil natuurlijk niet eerst al je gipsplaten in de helft zagen om ze dan weer binnen te brengen.
Ook bij het plaatsen van gipsplaten hou je het best rekening met de lengte. Grotere platen, zeker bij een geringe dikte, zijn moeilijker te plaatsen dan kleine platen. Een bijkomend voordeel aan kleinere platen is dat je ze gemakkelijk alleen kan plaatsen, terwijl het voor grotere platen is aangeraden om hulp te vragen. Kleinere platen zorgen langs de andere kant voor meer naden, die je later moet dichtwerken.
Profielen: een stevige constructie
Voordat je de gipsplaten kan plaatsen, moet je natuurlijk eerst de profielen plaatsen. Daarmee zet je de lijnen uit van hoe of waar je plafond moet komen.
De meeste fabrikanten van gipskarton voorzien hun eigen profielen. Die zijn gemaakt uit licht metaal en makkelijk te plaatsen. Je kan ook een achterwand van houten latjes maken, maar dan kan het wel zijn dat de garantie van de gipsplaten vervalt.
Hoe breder en dikker de gipsplaten, hoe minder profielen je nodig hebt om ze vast te maken. Profielen zijn meestal aangepast aan de toepassing. Zo zijn er aparte profielen voor plafonds en wanden, en er zijn zelfs speciale geluidswerende systemen.
Bij de metalen profielen heb je de u-vormige en c-vormige profielen:
- de u-profielen dienen als basis en worden vastgemaakt aan een bestaande constructie. Bij een wandconstructie is dit het plafond en de vloer;
- de c-profielen zijn kleiner en kan je gemakkelijk in de u-profielen schuiven en vastmaken. In het c-profiel kan je dan nog balkjes schuiven voor extra stevigheid, bijvoorbeeld bij het maken van een deuropening.
De profielen maak je aan elkaar vast door te knippen met een fixeertang of door ze vast te schroeven. Bij de profielen zijn er nog verschillende accessoires te verkrijgen om verbindingen te maken tussen de profielen of om ze makkelijk aan het bestaande plafond op te hangen.
Achter en in de profielen kan je isolatie voorzien, maar ook leidingen voor elektriciteit, verwarming of de aan- en afvoer van water.
Stevige constructie
Het aantal profielen dat je moet plaatsen hangt af van de functie van de gipsplaten en van de dikte van de gipsplaten.
Wanden
Voor wanden in gipskarton van 9,5 mm dikte waarvan je de profielen verticaal plaatst, voorzie je best een profiel om de 30 cm als ze 60 cm breed zijn en als de platen 120 cm breed zijn best om de 40 cm. Bij dezelfde plaatsing van gipsplaten die 12,5 mm kan je een profiel om de 60 cm plaatsen, onafhankelijk van de breedte van de gipsplaat.
Als je de profielen van je wand horizontaal plaatst, dan voorzie je bij een plaatdikte van 9,5 mm om de 50 cm een profiel en en bij een dikte van 12,5 mm een profiel om de 65 cm.
Als je dikkere platen plaatst, moet je dus minder profielen voorzien. De prijs van de dikkere gipskartonplaten is wel hoger, maar dat wordt ongeveer gecompenseerd door het feit dat je minder profielen moet plaatsen.
Plafonds
Voor plafonds en constructies onder schuine daken zijn de afstanden kleiner. Voor platen van 9,5 mm dik waarvan de profielen in dezelfde richting als de platen worden bevestigd voorzie je om de 30 cm een profiel, onafhankelijk van de breedte van de plaat.
Voor platen van 12,5 mm wordt voor platen van 60 cm breed best een profiel voorzien om de 30 cm en bij een breedte van 120 cm om de 40 cm.
Als je de platen dwars over de profielen plaatst, moet je bij een dikte van 9,5 mm om de 40 cm profielen voorzien en bij een dikte van 12,5 mm om de 50 cm.
Gipsplaten versnijden
Als je een gipsplaat in zijn geheel moet doorsnijden, dan kan je dit gemakkelijk doen met een breekmes. Een lange lat of een plank zorgen ervoor dat je mooi recht blijft. Je begint met het karton door te snijden aan de kan die zichtbaar zal zijn. Als dit volledig is doorgesneden, kan je de gips in de plaat breken. Eenmaal de gips is doorgebroken, kan je ook de andere kartonzijde doorsnijden met een breekmes.
De rand moet je dan nog even bijwerken met een rasp. Je kan met een facetschaaf ook de hoek afschuinen zodat je bij het opvoegen de naad glad kan dichtstrijken.
- Moet je de gipsplaat niet volledig doorsnijden, maar heb je een opening nodig in de plaat, dan kan je die zagen.
- Voor de bevestiging van een stopcontactdoos of inbouwspot gebruik je best een klokboor. Die bestaan in speciale uitvoeringen voor gipskartonplaten.
- Als je grotere vormen moet uitsnijden, bijvoorbeeld voor een raam, dan gebruik je best een zaag. Een decoupeerzaag is hier het ideale instrument voor. Doordat een decoupeerzaag ook bochten kan maken, kan je hiermee de meest diverse vormen uitzagen.
Gipsplaten plaatsen
Op profielen
Gipsplaten schroef je vast met zelftappende schroeven die speciaal voor deze toepassing ontworpen zijn. Die schroeven zijn zwart van kleur en bestand tegen corrosie. Door de gaatjes op te vullen komen ze immers in contact met vocht, wat bij gewone schroeven vlekken geeft in het pleister en op termijn zelfs door de afwerkingslaag heen. Het schroeven doe je best met een afstandshouder, zo beschadig je het gipskarton niet door te diep te schroeven.
De schroeven bestaan in verschillende lengte. De lengte pas je aan aan de dikte van je gipskarton en aan het materiaal waar je de gipsplaten op bevestigt. Hoe dikker de gipsplaat, hoe langer je schroef moet zijn. Schroeven zijn meestal 25 mm of 35 mm lang. Voor de meest courante diktes 9,5 mm en 12,5 mm worden de lengtes van 25 mm gebruikt. Enkel als je het profiel uit hout maakt en je gipskarton 12,5 mm is gebruik je schroeven van 35 mm lang.
Tegen de muur
Je kan ook gipsplaten direct tegen de muur bevestigen. Die lijm je dan best met kleefgips speciaal voor gipsplaten. Zorg wel dat de ondergrond schoon is en goed hecht. Als er op de ondergrond nog behang zit, moet je dit eerst verwijderen.
Verf schuur je best ruw op, zodat de kleefgips goed hecht. Buiten kleefgips kan je ook nog andere lijmen gebruiken die specifiek voor deze toepassing worden gemaakt. Kijk op de verpakking of de lijm de juiste eigenschappen heeft en of ze kan worden gebruikt om gipskarton te kleven.
Hoe je de platen verder opvult en afwerkt, kan je hier nalezen.