Hoe zelf je keldermuren waterdicht maken?
Kelders zijn ideale, koele opbergruimtes, maar je hebt er niets aan als die vochtig staan. Regen en grondwater kunnen zorgen voor vocht in de muren van je kelder, waardoor je schimmelvorming en zoutkristallen krijgt. Die zoutkristallen trekken op hun beurt vocht aan waardoor je keldermuur blijft verzwakken. Je pakt die dus het best grondig aan. Lees hier hoe je dat zelf kan doen.
Waarom vocht in de kelder aanpakken?
Een vochtige kelder zoals deze zorgt voor een aantal problemen zoals schimmels, structurele schade en een muffe geur. Op lange termijn kunnen onbehandelde vochtproblemen in keldermuren ook de stabiliteit van je woning aantasten, om nog maar te zwijgen van de risico's voor je luchtwegen.
Ventileren zal helpen – dat voorzie je in een kelder uiteraard het best vanaf dag één – maar het voorkomt het probleem niet. Als een muur te veel water opslorpt, is een grondige aanpak nodig. Daarvoor bestaan tegenwoordig handige doe-het-zelfpakketten.
Vochtproblemen herkennen
Beschadigingen aan keldermuren door grond- en of insijpelend water, kan je opmerken aan de doorbloedingen. In het water zitten mineralen en zouten. Wanneer die zouten kristalliseren, krijg je de typische doorbloedingen. Die kristallisatie gaat zowel de muur als de afwerking beschadigen. De afwerking wordt naar buiten geduwd. Om dat te behandelen moet je de oude afwerkingslaag eerst zo goed mogelijk verwijderen.
Voorbereiding
Maak, voor je begint, de kelder volledig leeg. De muren moeten toegankelijk zijn. Vervolgens verwijder je de bestaande afwerkingslaag. Ga na met een vochtmeter tot welke hoogte je dit moet doen. Het gedeelte van de kelder dat boven die maat ligt, heeft geen last van het grondwater. Borstel de muren goed af om loszittende delen te verwijderen. Denk bij deze werken aan je veiligheid en bescherm ogen en longen.
Gebruik een staalborstel om grondig te werk te gaan. Hoeveel je precies moet verwijderen is afhankelijk van de afwerkingslaag op je muur. Grotere stukken kan je ook met een steekmes te lijf gaan. Waar nodig kan je een hamer en beitel gebruiken om cement, pleister of verflagen los te krijgen van de muur. Zorg er tijdens de werken voor dat je de ruimte voldoende verlucht.
TIP
Tik op de muur om te horen waar de afwerking hol klinkt. Op die plekken is de afwerking niet goed gehecht aan de ondergrond. Ook die stukken werk je los met je steekmes.
Om het werk grondig te kunnen doen, kan je overwegen om een betonschuurmachine met een diamantschijf en een bouwstofzuiger te huren. Werk in segmenten om de afwerking langzaam te verwijderen. Druk niet op je toestel, maar laat het toestel zelf zijn werk doen. Maak vervolgens de muren grondig stofvrij. Neem er een stofzuiger bij en verwijder hiermee het stof van je muur.
Dichtingsprimer
Als de muren zijn voorbereid, is het tijd om de waterdichtingsproducten erbij te halen. Dat doe je, afhankelijk van het gekozen product, in een aantal lagen. De eerste laag om aan te brengen is de dichtingsprimer. Het gaat hier meestal om een minerale primer die een aantal millimeter in je muur zal dringen.
De primer zal dan niet enkel je ondergrond verstevigen en ervoor zorgen dat onze volgende lagen goed hechten, maar het product verhindert ook kristallisatie op je muren. Het is die kristallisatie die anders de afwerking van je muren zou beschadigen.
Het product moet je eerst aanmaken volgens de verhoudingen op de verpakking: meng 1 deel water op 1 deel primer. Werk voorzichtig en gebruik eventueel een maatbeker om morsen te voorkomen.
Het product kan je vervolgens royaal aanbrengen met een sprayfles of vernevelpomp. Ga door tot de volledige muur verzadigd is. Het product mag op de muur parelen. Voor grote oppervlaktes kan je uiteraard ook werken met een hogedrukspuit of vernevelaar.
Afwerklagen aanbrengen
Eerste laag
Als je muur volledig verzadigd is, kan je beginnen met de voorbereiding van de eerste afwerkingslaag.
Het kan zijn dat je dit product moet mengen met water. Doe dat dan volgens de aanwijzingen op de verpakking. Roer alles goed door met een traag draaiende staafmixer. Laat hem ongeveer 500 toeren per minuut draaien. Als je een homogene, klontenvrije en vloeibare massa hebt, laat je alles een tweetal minuten rusten om het product te laten binden. Na twee minuten meng je alles nogmaals goed door.
De eerste laag van de waterdichte cement moet meteen bovenop de natte primer komen. Breng waar nodig nog wat primer aan zodat het product goed parelt op de muur. Smeer daarop een laag van ongeveer 1 mm polymeercement met een stijve borstel. Werk in segmenten. Breng het product in verschillende richtingen aan zodat het je muur voldoende dekt.
Ligt er een voldoende dikke laag op je muur? Veeg dan met je borstel in één richting, horizontaal of verticaal. De volgende laag moet dan haaks op de eerste aangebracht worden.
Tweede laag
Als je eerste laag voldoende droog aanvoelt, dan kan je een tweede laag aanbrengen. Die dient vooral ter versteviging van de eerste laag.
Meng opnieuw het product met water volgens wat de verpakking voorschrijft. Opnieuw laat je het mengsel eerst enkele minuten rusten voor je nogmaals goed doormengt. Dan kan je het product opnieuw aanbrengen.
Vul je sprayfles nog even met zuiver water. Bevochtig je muur eerst met water, dat zal de hechting verbeteren, en breng daarna de tweede laag coating aan. Breng opnieuw een laagdikte van 1 mm aan. Werk haaks op je eerste laag.
Ben je klaar met de tweede laag? Geef de waterdichting nog 14 dagen de tijd om voldoende uit te harden voor je eventueel overschildert. Belangrijk daarbij is dat je de ruimte voldoende ventileert en dat je het uitharden niet beïnvloedt met een bouwdroger.