Voegen vernieuwen: zo doe je het

Zit je met een muur waarvan het voegwerk niet volledig is afgewerkt? Of een muur waar de voegen gebroken en versleten zijn? Dan kan je dat gemakkelijk zelf oplossen. We tonen hoe je dat doet, en daarbij ook zorgt voor een onzichtbare overgang tussen bestaande en nieuwe voegen. De muur die we onder handen nemen is namelijk een bijgebouw van een huis waarvan de voegen wel zijn afgewerkt en nog in goede staat zijn.

 

Voorbereiding

Kappen en breken

Bij voegwerk dat loskomt, kan je de stukken er vaak met de hand uit halen. Voor de delen die nog vast zitten, kan je hamer en beitel bovenhalen en wegkappen.

Als je een langer stuk oude voeg wil weghalen, dan haal je beter eerst de haakse slijper boven. Rust die uit met een diamantblad. Die is geschikt om doorheen stenen materialen te slijpen. Dat uitslijpen van de oude voegen doe je door net onder de bovenliggende steen en net boven de onderliggende steen in een rechte, gelijkmatige lijn te slijpen. Daarna kap je met een steenbeitel de voegen uit.

Slijp diep genoeg, maar ook niet te diep. Een tweetal centimeter is voldoende. Controleer dit ook op de plaatsen waar er nog niet gevoegd is. Zo is er voldoende diepte voor je voegmortel.

Hoe maak je een overgang?

Zit je met een bijgebouw zonder voegen, gebouwd naast een hoofdgebouw dat wel nog over voegen (in goede staat) beschikt? Dan moet je ervoor zorgen dat de overgang tussen de twee mooi en zo onzichtbaar mogelijk is, met zo min mogelijk kleurverschil. 

De overgang maak je onzichtbaar door er in de eerste plaats voor te zorgen dat de voegen niet allemaal op dezelfde plaats beginnen. Je doet er dus best aan door enkele van de bestaande voegen in het metselwerk van de hoofdbouw voor een stuk weg te halen. 

Verder kies je uiteraard voor je nieuwe voegen een kleur dat zo min mogelijk afwijkt van de kleur van de bestaande voegen.

Borstelen

Vergeet na het wegkappen uiteraard niet de muur en de open voegen goed te borstelen, opdat het nieuwe voegmiddel goed zou hechten.

 

Voegmortel maken

Is de muur voorbereid? Dan kan je aan de slag met het klaarmaken van je voegspecie.

Kant- en klare voegspecie

Het moeilijkste van voegen is zorgen voor een egaal voegbeeld. Een basisvereiste daarvoor is dat de voegmortel steeds dezelfde kleur heeft. Je maakt daarom het best gebruik van een kant-en-klare mix, zo gebruik je steeds dezelfde verhoudingen en bekom je steeds dezelfde kleur.

Doe eerst zuiver water in de mengkuip (lees hoeveel water je nodig hebt op de verpakking van het voegmiddel), daar doe je vervolgens de droge stof bij. Meng het geheel goed door met je truweel tot je de juiste consistentie bereikt.

Controleer of de mortel kleverig genoeg is. Als je er een balletje van maakt, moet het aan elkaar blijven kleven, zonder meteen uit elkaar te vallen. Valt de mortelbal toch uit elkaar? Dan zal je meer water bij het mengsel moeten doen. Een ander manier om te testen of je mortel de juiste consistentie heeft, is kijken of die aan je voegijzer blijft kleven.

Zelf voegmortel maken

Ga je toch zelf voegspecie maken? Dan hou je je aan de verhouding:

• 4 delen voegzand:
• 1 deel cement.

Voegspecie moet goed gemengd worden. Het is best om eerst het cement te zeven alvorens te mengen. Meng de eerste helft van het zand en het cement in een mortelkuip gedurende 1 minuut. Voeg vervolgens het tweede deel van het zand en cement toe en tot slot ook water. Meng alles goed tot je een homogene massa hebt.

 

Bevochtigen

Eens het voegmiddel is aangemaakt, kan je aan de slag met voegen. Her eerste werk? De muur bevochtigen, idealiter met een tuinslang. Wat vocht zorgt er immers voor dat de voegmortel beter blijft kleven.

Ga je in de zomer aan de slag, werk dan ook het best niet in de volle zon. Voegmortel moet uitharden. Het aanwezige water gaat reageren met het cement. In te hete omstandigheden gaat het water uit het mengsel verdampen, nog voor de chemische reactie kan plaatsvinden.

 

Hoe ga je te werk?

Stootvoegen

Begin met de stootvoegen. Dit zijn de verticale voegen. Neem een balletje voegmortel in je linkerhand (als je linkshandig bent, doe je dit in je rechterhand). Steek je voegijzer in het balletje en druk het mes tussen je duim en wijsvinger. Nu hangt er voldoende voegmortel op je voegijzer. Door dit tussen duim en wijsvinger te halen, steekt de mortel niet uit aan de zijkanten van je voegijzer. Druk de mortel vervolgens in de voeg tot deze volledig gevuld is.

TIP
Het best werk je in vlakken van een vierkante meter de muur af. Doe dus niet eerst àlle stootvoegen en daarna àlle lintvoegen. Dan hoef je je immers ook minder te verplaatsen tijdens het werken. Zeker bij hoge muren wil je niet constant de ladder moet afdalen om die te verzetten.

 

Lintvoegen

Als alle stootvoegen binnen een vlak gedaan zijn, pak je de horizontale lintvoegen aan. Hiervoor werk je het makkelijkst met een voegbord. Je neemt wat van de mortel op je plank en houdt die onderaan tegen de muur bij de lintvoeg. Druk de voeg vol mortel met het voegijzer vanuit je voegbord. Verschuif telkens je voegbord wat en blijf mortel in de voegen duwen.

Eventueel kan je dit ook met een truweel doen, als je geen voegbord ter beschikking hebt. Je zal echter onvermijdelijk meer materiaal laten vallen.

 

Hoeken

Als je lintvoegen opvult, duw je de mortel met je voegijzer iets buiten toe. Eens je aan de hoek van een muur komt, duw je echter naar binnen toe, anders zou je reeds aangebrachte mortel er terug uit duwen.

 

Afwerking

De lintvoeg werk je af door met je voegijzer nogmaals over de hele lengte te gaan. Tijdens het uitharden borstel je de volledige muur nog eens op.