Hoe metsel je een muur met snelbouwstenen?
Je hebt het juiste aantal snelbouwstenen en je mortel. Je ondergrond is stabiel of je hebt een betonplaat gestort en je weet waar de muur moet komen. Dan kan je aan het metselen zelf beginnen. In dit artikel overlopen we de stappen die je daarvoor moet doorlopen.
De juiste metseltechniek
Mortelworsten maken
Schraap met je truweel een hoeveelheid mortel omhoog langs de binnenkant van de mortelkuip. Draai je truweel vervolgens weg van de kuipwand, zodat de mortel een kwartslag gedraaid in de kuip valt. Herhaal die stap een drietal keer tot je een langgerekte, egale 'worst' hebt.
Worst en stenen leggen
Leg de mortel met een vloeiende beweging neer waar de steen moet komen. Volg daarbij met je truweel de (denkbeeldige) achterlijn van de steen. Leg de worst iets meer aan de voorlijn van de steen om eventuele overtollige mortel makkelijker weg te kunnen schrapen – naarmate je meer metselt, zul je de benodigde hoeveelheid mortel per legbeurt beter leren inschatten. Met de punt van je truweel verdeel je de mortel in een drietal bergjes, waarbij je wat mortel omhoog drukt tegen de vorige steen, om de zijkant van mortel te voorzien – 'stootvoeg optrekken' – ofwel smeer je de korte zijde van de steen in voor je die plaatst. Bij het plaatsen van de steen kantel je die van achteren naar voren in de mortelworst om overtollige mortel naar voren te duwen. Met enkele tikken van de zijkant van je truweel leg je de steen op de juiste hoogte volgens het koord.
Om de steen waterpas te leggen en nauwkeurig te laten aansluiten in het verticale vlak met de onderliggende rijen, tik je zachtjes met de top van je truweel. Ondertussen voel je met de toppen van je vinger of je goed zit. Kijk in het begin ook regelmatig eens vanuit alle hoeken.
De eerste rijen
Span het touw goed op tussen de 2 profielen met behulp van de metsersblokjes. Het touw moet zo hard gespannen staan dat je het tussen duim en wijsvinger bijna niet meer kan bewegen. Span het touw gelijk met de lijnen op je profiel.
Plaats een broodje mortel op de grond en verdeel met je truweel. Plaats de steen in de mortel. Breng ook mortel aan op de zijkant (stootvoeg) van de vorige steen voor een stevige verbinding.
Tik met je truweel, zodat de steen gelijkkomt met het touw. Controleer de korte kant met een waterpas. Het volgende broodje verdeel je ook op de korte kant van de vorige steen. Plaats verder de volledige rij. Zorg zeker dat de eerste laag perfect waterpas ligt.
Waterkeringslaag
Om opstijgend vocht te voorkomen, wordt in de muur DPC-folie of EPDM geplaatst. Deze komt in alle muren net boven het vloerpas (het afgewerkt vloerniveau). In de spouw loopt deze waterkering door tot in de gevelsteen tot net boven het niveau buiten.
Plaats een dun laagje mortel op de eerste rij stenen. Rol de waterkeringsfolie uit en laat deze aan beide zijdes van de muur wat uitzitten. Daarna metsel je er gewoon op verder.
In geval van buitenmuren plaats je een bijkomende waterkeringsfolie om de condens in de spouwmuur terug naar buiten af te vloeien. Voorzie ook een open stootvoeg in het buiten metselwerk zodat de gevel kan ventileren en het vocht weg kan.
Rijen afwerken
Metsel nu alle resterende rijen in halfsteensverband. Daarbij overlapt elke steen eenvoudig de vorige voor de helft en vermijd je dus dat stootvoegen boven elkaar komen te zitten. Het midden van de steen komt dan telkens gelijk met de voeg van de rij eronder. Metselen in halfsteens verband levert je een muur van een halve steen dik op (halfsteensmuur).
Als je vooraf juist aftekende waar je je metserskoord moet hangen en je metselt er mooi langs, dan zouden de horizontale voegen automatisch telkens even breed moeten zijn.
Blijf regelmatig controleren of je metselwerk nog altijd 100% waterpas staat en corrigeer waar nodig. Corrigeren doe je door de stenen met de punt van het truweel helemaal in de juiste positie in de mortel te duwen. De overtollige mortel schraap je telkens weg voor die uithardt.
De hoogte van de stenen in de laatste rij zal in veel gevallen moeten op maat geslepen worden volgens de beschikbare hoogte van de voorlaatste rij en het plafond. Stenen afkorten doe je met een haakse slijper. Bij snelbouwstenen kan je dat ook door middel van enkele tikken met je truweel.
Hoeken en ramen
Een haakse hoek metsen
Een haakse hoek metselen is heel eenvoudig als je in halfsteens verband werkt. Aangezien elke steen de vorige voor de helft overlapt, hoef je geen enkele af te korten. Moet je een hoek metselen die wordt gevormd door 2 muren die een eind doorlopen, dan kan je die misschien niet allebei ineens metselen.
Toch is het voor de stevigheid van je bouwwerk wel aangeraden om de hoek al mee te metselen. In dat geval maak jeeen vertrapping: de eerste muur metsel je al helemaal door, maar de andere bouw je voorlopig slechts voor een deel op in de vorm van een trap. Zo kan je gemakkelijk verder werken wanneer je ook de tweede muur wil afwerken.
Een ontmoeting metsen
Een 'ontmoeting' is de juiste term voor een muur die middenin een andere muur aansluit. Hiervoor zal je onvermijdelijk stenen moeten afkorten, zodat het verband behouden blijft. Bij een ontmoeting in een halfsteensmuur heb je om de 2 rijen 2 driekwartstenen (een steen met driekwart steenlengte of ook 'drieklezoor' genoemd) nodig.
In het geval van ramen of deuren ...
Waar een deur of raam komt, moet je een muur recht afwerken. In dat geval begin je de afstand die moet gemetseld worden met een volle steen en reken je uit hoeveel stenen (en stootvoegen) verder dat muurtje moet eindigen om je raam of deur te kunnen inpassen. Op dat uiteinde leg je een volle of halve steen (afhankelijk van de rij waaraan je bezig bent). Daarna vul je de ruimte daartussen verder op.
Muur verankeren
Bevestig de nieuwe muur aan de bestaande muur door te verankeren met haken om de 60 cm en zodoende de stabiliteit van de muur te verhogen.
In geval van buitenmuren is het belangrijk om de buitenmuur (gevelstenen) ook steeds aan de binnenmuur te verbinden met behulp van spouwankers of -haken. Let er op dat de haak afloopt van de binnenmuur naar de buitenmuur. Zo vloeit eventuele condens naar buiten en niet in de muren.
Muur proper maken
Indien de muur gevoegd wordt, dan krab je eerst de overtollige mortel deels uit de voeg. Je plaatst een voeger schuin omhoog en neemt ongeveer 1 cm mortel weg. Herhaal nogmaals door de voeger schuin naar beneden te plaatsen. Doe ook alle stootvoegen. Eindig door de muur proper te maken met een halfharde borstel. Laat vervolgens de muur uitharden voor 28 dagen.
Voegen
Voegen doe je met een voegspijker. Voor een opstaande voeg (of stootvoeg) pak je wat specie in je hand en werk je de voeg op. Voor de liggende voegen of lintvoeg, werk je gemakkelijker met een voegbord. Wat niet wegneemt dat je ook met een voegbord kan werken voor opstaande voegen.
Je voegspijker gebruik je voor twee acties: om de voeg te vullen en glad te strijken. Heb je geen voegbord? Dan kan je eventueel een truweel gebruiken. Om af te sluiten, borstel je de voegen zachtjes voor een fijner resultaat.