HOE ZELF PLEISTER AANMAKEN EN AANBRENGEN
Hoe bezet je een kale muur met gipspleister? Hoe maak je zelf die pleister aan? Welke voorbereidingen moet je allemaal treffen? We overlopen alles stap voor stap in dit artikel.
PRIMER AANBRENGEN
Breng steeds een primer aan voor je pleistert. De zuigkracht van de ondergrond reguleert namelijk de harding van het pleister.
Een primer reguleert net de zuigkracht van je muur. Hoe hoger de zuigkracht van de muur, hoe meer primer je nodig hebt. Je mag de primer dus niet zoveel verdunnen bij een sterk zuigende ondergrond.
ZUIGTEST
Door een dikke kwast nat te maken en het water op de muur te spatten, kan je de zuigkracht bepalen. Als het water van de muur loopt, is de ondergrond niet zuigend genoeg. Is de muur binnen vijf minuten droog, dan is hij sterk zuigend. Deze test bepaalt hoeveel water je bij je primer voegt.
PLEISTER AANMAKEN
Pleister aanmaken doe je als volgt. Raadpleeg de verpakking voor de juiste verhouding van jouw pleisterpoeder met water. Maak niet meer pleister aan dan je kan plakken binnen de verwerkingstijd.
Ook die staat op de verpakking vermeld. Maak wel voldoende pleister aan om een of meerdere banen tussen de geleiders tegelijk te bepleisteren.
Om het pleister te mixen, koop of huur je een professionele pleistermenger. Je doet eerst het water in je kuip. Daarna breng je twee derde van je poeder in de kuip en mix je het pleister rustig door.
Vervolgens doe je de rest van het poeder erbij en mix je nog eens door. Begin rustig. Naar het einde toe mag je je machine hoger zetten. Stop met mengen als je geen brokken meer ziet. Goed gemengd pleister blijft aan je truweel hangen zonder eraf te schuiven.
PROFIELEN
Als je een buitenhoek hebt in je kamer, begin je daar het best met het plaatsen van je geleiderprofielen. Het profiel moet perfect verticaal staan in beide richtingen. Het profiel beschermt de hoek later ook tegen stoten.
Verder breng je nog geleiders aan op je muur. De afstand tussen de geleiders neem je 20 à 30 cm korter dan de breedte van je reilat. Het hoekprofiel zet je op een vijftal plaatsen vast met dots. De andere profielen zet je het best volledig vast in het gips.
Het gemakkelijkst is om twee profielen aan de uiteinden van je muur te bevestigen en dan met behulp van een metserskoord de tussenliggende profielen te positioneren.
WATERPAS
Zorg er zeker voor dat alle profielen waterpas staan. Dit doe je het best door een lange waterpas tegen het profiel te plaatsen en het profiel aan te duwen, waar nodig. Je mag dit zeker niet doen door tikjes te geven tegen de waterpas. Zorg ook dat het profiel de waterpas overal raakt.
Door het te plaatsen, kunnen de buigzame profielen namelijk ingedrukt worden. Deze profielen zijn de basis voor het uitvlakken van je pleister straks. Neem dus geen genoegen met half werk. Na ongeveer drie uur is het pleister rond de profielen uitgehard. Maak dan de profielen proper.
PLEISTER AANBRENGEN
Het pleister breng je aan met de plakspaan. Dit doe je al smerend, maar je kan het pleister ook gooien. Smeer het pleister uit, zodat het mooi verdeeld wordt tussen de geleiders.
Gebruik de hele kuip leeg alvorens je begint met het afreien van de stroken. Werk baan per baan en werk niet in halve banen.
AFREIEN (X2)
Als het pleister verdeeld is, is het tijd om de eerste maal af te reien. Hier komen de geleiders die je in het begin geïnstalleerd hebt, goed van pas. Volg ze tot je een vlak resultaat krijgt.
Als je te veel pleister hebt op je reilat, kan je er terug in je kuip doen. Die kan je gebruiken om de resterende putjes op te vullen.
Afreien doe je van onder naar boven toe. Hou je lat lichtjes schuin en voeg wat pleister toe, waar nodig. Daarna moet je natuurlijk opnieuw afreien. Doe dit tot je een glad geheel hebt.
Na een halfuur, wanneer het pleister al lichtjes is uitgehard, rei je het pleister nog eens af. Deze keer hou je je afreilat wel iets rechter dan de eerste keer. Ook nu vul je de putjes bij, waar nodig.
SPACKEN
Voel na een tijdje eens aan het pleister. Plakt het niet meer aan je vingers, dan kan je beginnen te spacken. Met het spacken komt er nog een crème van het pleister, maar die gebruik je weer om de resterende putjes op te vullen.
Zet voldoende druk op je spackmes tijdens het spacken. Doe dit in verschillende richtingen, zodat je bijna geen lijnen krijgt in het pleisterwerk.
SPONSEN EN POLIEREN
Als het pleisterwerk droog is, is het tijd om te sponsen. Zo maak je de toplaag van het pleisterwerk weer vochtig en kan je beginnen met het polieren. Dit doe je met een polierspaan, maar kan je ook met een spackmes doen. Eén keer polieren, en je pleisterwerk is zogenaamd behangklaar. Als je twee keer poliert, is je pleisterwerk schilderklaar.
Voor de tweede keer maak je de muur nat met een blokborstel en ga je er nog eens in beide richtingen over met het spackmes of de polierspaan. Voor het decoreren is het nog wachten tot het pleister uitgedroogd is. Dit kan enkele maanden duren.