WAT JE NODIG HEBT OM TE PLEISTEREN
Je muren pleisteren, allemaal goed en wel, maar het juiste gereedschap bij de hand hebben is onontbeerlijk voor dit precisiewerkje. In dit artikel overlopen we alles wat je nodig hebt bij de verschillende stappen om tot een goed resultaat te komen.
BIJ DE VOORBEREIDING
AFDEKFOLIE OF KARTON
Pleisteren is een vuil werkje. Vermijd op voorhand dat je de ruimte nadien grondig moet reinigen en dek de grond af, folie mag, maar het liefst karton, dat is in combinatie met stof van gips minder glad dan gewone plastic afdekfolie. Kleef de stroken vast aan elkaar, zodat ze niet wegschuiven.
BORSTEL EN PLAMUURMES
De muur moet mooi, en zuiver zijn. Dicht eventuele gaten of scheuren in de muur al met een vulmiddel en plamuurmes. Borstel of krab vuiligheid en oneffenheden weg.
BEITEL EN MOKER
Indien het om een herstelling aan de muur gaat, beitel je nog de afbrokkelende randen schuin uit, om de hechting van het pleisterwerk te optimaliseren.
BEHANGERKWAST, VERFROLLER, VOORSTRIJKMIDDEL EN PRIMER
In goede omstandigheden kan je rechtstreeks op de muur pleisteren, maar als de stenen té poreus zijn, zal dit het vocht uit het pleister wegzuigen en zorgen voor een slechte afwerking. Dan behandel je eerst de muur met een voorstrijkmiddel met een stevige blokkwast, of bij grote stukken met een verfroller op telescopische steel.
Gaat het echter om een betonnen muur, dus een niet-zuigende ondergrond, dan behandel je ook die nog met een geschikte primer zodat het pleister zich optimaal kan hechten.
LANGE WATERPAS
Als je muur is voorbereid, bepaal je hoe dik de pleisterlaag moet zijn. Daarvoor kan je een reilat of lange waterpas gebruiken. De laagdikte moet dik genoeg zijn om de oneffenheden van de ondergrond te overbruggen.
GIPS MAKEN
METSELKUIP EN MIXER
Om het pleister aan te maken, heb je een metselkuip nodig. Je vult die eerst met zuiver water, en dan de juiste hoeveelheid droog gips. Je mengt alles tot een homogene massa met een staafmenger van voldoende kracht, tenzij het om kleine hoeveelheden gaat, dan kan je een menger op je boormachine plaatsen.
GIPS AANBRENGEN
TRUWEEL EN PLEISTERSPAAN
Eens de gips verwerkbaar is, leg je wat specie met je truweel op een pleisterspaan, en breng je een eerste laag aan. Lees hier meer over pleister- en plakspanen.
AFREILAT
De eerste laag trek je glad met de afreilat, waar nog gaten zijn vul je opnieuw aan en trek je opnieuw glad. Zodra de eerste gipslaag een kwartier tot een halfuurtje heeft kunnen uitharden, is het klaar om een tweede maal af te reien. Mogelijke putjes vul je dan nog aan met het overschot vanop je afreilat.
VOOR HOEKEN
HOEKPROFIELEN, TRUWEEL EN WATERPAS
Indien je hoeken moet bezetten, dan maak je gebruik van hoekbeschermers. Dat zijn profielen die je met een aantal dotten pleister op hun plaats zet. Met de waterpas controleer je of ze mooi recht uitkomen.
PROFIELEN EN METSELKOORD
Om makkelijker overal dezelfde laagdikte te bekomen, kan je ook gebruik maken van afreiprofielen of gipsgeleiders. Je zet ze op voorhand vast met enkele dotten pleister. Dan hoef je enkel de vlakken ertussen op te vullen met pleister. Je fixeert ze mooi in lijn met de hoekprofielen met behulp van een metselkoord. Met de waterpas kijk je na of ze loodrecht gefixeerd zitten.
HOEKTROFFEL
De hoeken trek je dan weer glad met een hoektroffel of -truweel. Die is dankzij zijn hoekvorm ideaal voor het maken van rechte hoeken. De troffel heb je zowel in een versie voor buitenhoeken, als binnenhoeken.
WAPENING
WAPENINGSNET
Bij een herstelling, of bij een ondergrond die scheuren vertoont, verstevig je de eerste pleisterlaag met een wapening. Zo’n net uit glasvezel zit ingebed tussen de eerste laag en afwerkingslaag, en verkleint de kans op scheuren in het uitgedroogde pleisterwerk later.
GAASBAND, BREEKMES EN PLAMUURMES
Bij het opvullen van naden tussen gipsplaten, breng je dan weer zelfklevende gaasband aan. Je scheurt ze dan vlug op maat met je plamuurmes of een breekmes.
AFWERKING
SPAAKMES
Zodra het gips zo heeft gedroogd dat het niet meer aan de handen kleeft, kan je er met een spaakmes overheen gaan om het mooi glad te maken. Daarna wacht je opnieuw wat, en trek je het pleister voor een laatste keer glad.
PLEISTERSPONS
De harder geworden, maar nog steeds licht vochtige gips schuur je nog even op met een plakspaan met schuurspons erop. Door cirkelvormige bewegingen te maken, verdwijnen dan de laatste oneffenheden.
POLIERSPAAN
Meteen na het sponzen, ga je nog eens over de wand met het spaakmes. De muur krijgt zo een superglad vlak. Als alternatief kan je ook aan de slag met een metalen polierspaan.
Om je pleisterwerk extra glad te maken, kan je de muur nog even bevochtigen met een behangerskwast en opnieuw wat extra spaken voor een extra gepolierde afwerking.
SCHUURGAAS EN STOFMASKER
In het geval van gevulde naden en schroefgaten bij gipsplaten, zorg je dan weer voor een gladde afwerking met een schuurgaas. Er zal zo veel stof vrij komen, bescherm jezelf ertegen met een stofmasker.