GEVELLATWERK PLAATSEN

In tegenstelling tot bij gevelstrips plaats je gevelpanelen nooit zomaar tegen de isolatie of gevel aan, maar tegen een latwerk. Dat zal een vlakke basis vormen voor de panelen en er ook voor zorgen dat er een luchtspouw is. Die spouw mag dus niet opgevuld worden met isolatie. Voor je aan dit karwei begint, vraag je het best eerst nog bij de gemeente na wat toegestaan is en wat niet.

HOUTEN LATWERK: HOE EN WAT?
HART-OP-HARTAFSTAND BEPALEN
LATTEN PLAATSEN
RAMEN, BINNENHOEKEN EN BUITENHOEKEN
LATWERK WATERPAS ZETTEN
VENTILATIE- EN STARTPROFIEL

Zul je horizontale gevelpanelen plaatsen, dan komt het latwerk verticaal. Bij verticale gevelpanelen zorg je eerst voor een verticaal latwerk waar dan nog eens horizontale latten tegen komen, zodat er nog een luchtspouw overblijft.

Je zou ook ventilatielatten kunnen gebruiken; in dat geval volstaat een verticaal lattenwerk, want er kan lucht door de openingen in de latten passeren.

Het latwerk maak je uit gedrenkt dennenhout, zodat het beschermd is tegen schimmels en ongedierte. De latten moeten minstens 2,5 op 3 centimeter zijn, en indien je op isolatie werkt opteer je zelfs het best voor een nog bredere variant, zodat de luchtspouw groot genoeg blijft.

Een gevelpaneel moet normaliter op minstens 4 plaatsen ondersteund worden door een lat (lees zeker nog eens de verpakking na).

Om te weten om de hoeveel centimeter je een lat in dat geval moet plaatsen, deel je de lengte van een paneel door drie; zo krijg je de hart-op-hartafstand tussen de latten, m.a.w. de afstand van het midden van de ene lat tot het midden van de volgende lat. Met een hulpstukje van exact die lengte kun je deze afstand gemakkelijk aanhouden.

Voor het afkorten van de latten gebruik je een afkortzaag, een decoupeerzaag of een handzaag. Boor met een houtboor de latten ongeveer om de 50 centimeter voor.

De markeringen zet je met een boorhamer over door de isolatie in de muur. In de opening stop je een plug. Duw hem voldoende diep met een afstandsschroef.

Plaats de lat er dan tegen en schroef de afstandsschroef vast in de plug. Het gedeelte zonder schroef zal de dikte van de isolatie overbruggen.

Dankzij de schroefdraad kun je het latwerk straks nog uitregelen, zodat het zeker vlak staat. Hou er bij het plaatsen wel rekening mee dat de latten onder aan de gevel nog zeker 5 centimeter afstand van de bodem moeten houden.

Bij de ramen plaats je het best nog een extra lat om genoeg steun te krijgen aan de hoeken. Let op bij een binnenhoek die grenst aan een andere gevel als je die ook nog met panelen wilt bedekken; de latten die zich het dichtst bij die hoek bevinden moeten immers voldoende afstand houden van de rand, zodat er later nog ruimte is om de panelen in de hoek met elkaar te verbinden.

Bij een buitenhoek laat je de latten haaks op elkaar aansluiten, maar daar hoor je wel latten van 7,5 centimeter breed te gebruiken, zodat je vol in de gevel kunt boren en deze niet afbrokkelt.

Wanneer de latten geplaatst zijn, moet je er nog voor zorgen dat ze waterpas in één lijn liggen. Indien sommige latten nog te ver of te dicht van de gevel zitten, kun je de afstandsschroeven weer losdraaien en de latten nog wat naar achteren of naar voren zetten.

Je kunt er ook een kunststofblokje achter klemmen om de juiste afstand te bewaren. Daarna schroef je alles weer vast.

Nu kun je het ventilatieprofiel plaatsen, dat onder aan het latwerk komt. Schroef het met de openingen naar onderen toe vast aan de latten. Om het profiel bij te zagen gebruik je een ijzerzaag of een decoupeerzaag met een geschikt zaagblad.

Als je meerdere profielen nodig hebt om een lang stuk te overbruggen, dan zorg je ervoor dat ze op een lat tegen elkaar aansluiten. Zo kan je de uiteindes goed vastschroeven.

In het ventilatieprofiel komt het startprofiel, waarin je de eerste rij panelen zult zetten. Duid eerst aan waar je de profielen in de latten kunt bevestigen, en boor die punten voor. Dan span je de schroeven aan tot het profiel volledig waterpas bevestigd is. Aan de zijkanten van de gevel hoort telkens een randprofiel te komen, waar de panelen in zullen schuiven.

Vergeet niet om ook onder en boven een raam een ventilatieprofiel én randprofiel te plaatsen. Eenmaal het latwerk en deze profielen geplaatst zijn, kun je aan de slag gaan met de gevelpanelen.