GEVELPANELEN PLAATSEN
Gevelpanelen bestaan tegenwoordig niet alleen uit hout, maar ook uit pvc of composietcement - twee zeer duurzame materialen die weinig onderhoud vragen. De plaatsing van gevelpanelen verloopt normaliter bij iedere soort vrij gelijkaardig, maar lees voor alle zekerheid toch steeds de handleiding na op de verpakking.
EERSTE STAPPEN
BINNEN- EN BUITENHOEKEN EN OPENINGEN
TEGEN HET DAK AAN WERKEN
EERSTE STAPPEN
Om zo weinig mogelijk paneelverlies én een naturel effect te bekomen, is het aan te raden om met een wildverband te werken. Daarbij begin je met het reststuk van iedere rij telkens een nieuwe rij, op voorwaarde dat het reststuk op ten minste 3 latten past. Werk bij panelen met tand-en-groefsysteem ook telkens met de tand naar omhoog, zodat er geen regenwater in de groeven kan komen.
Klik het eerste paneel in het startprofiel en breng het nabij het randprofiel zonder het er volledig tegen te zetten, want er moet 1 centimeter uitzetvoeg overblijven.
Schroef dan vast met schroeven uit roestvrij staal, geschikt voor buiten. Meet de restafstand op en zaag een paneel op maat, waarmee je dan de eerste rij vervolledigt.
Denk eraan om tussen twee panelen steeds een uitzetvoeg te laten en die te bedekken met een verbindingsstukje. Na afwerking van de eerste rij controleer je eerst nog even of hij zeker waterpas staat; is dat het geval, dan kun je voortwerken.
BINNENHOEKEN, BUITENHOEKEN EN OPENINGEN
In de binnenhoeken plaats je twee randprofielen haaks tegen elkaar, maar bij de buitenhoeken hoort een buitenhoekprofiel te komen, dat je vastschroeft of vastniet.
Om onder de ramen te kunnen werken zul je hoogstwaarschijnlijk een paneel in de lengte moeten bijzagen, zodat het mooi onder de vensterbank komt. Schroef het gedeelte onder de vensterbank niet vast, want de schroeven zouden zichtbaar blijven.
Op de vensterbank zelf verlijm je een reststuk dat net iets breder is dan de gevel. Vergeet niet om ook hier overal de uitzetvoeg te respecteren! Indien nodig zaag je ook het paneel boven het raam bij in de lengte.
Controleer zeker of de panelen aan beide kanten van een doorbreking, zoals een deur, raam or poort, mooi op gelijke hoogte doorlopen. Om dat te doen, leg je een paneel over de doorbreking en kijk je of het waterpas in het verlengde van de andere panelen ligt.
Vergeet ook niet om de dagkanten te bedekken. Daarvoor bestaan er speciale profielen. Die zaag je op maat met een haakse slijper en lijm je tegen de wand met montagekit.
TEGEN HET DAK AAN WERKEN
Heb je een puntdak, dan moet je aan de schuine dakrand de panelen ook in de juiste hoek bijzagen. Om de hellingsgraad erop over te zetten gebruik je een verstelbare zweihaak. Daarna kun je de panelen verzagen.
Als je nog een viertal panelen van de top verwijderd bent, is het goed om al eens te kijken hoe de panelen zullen eindigen. Hou er rekening mee dat de laatste paneelstrook zo'n drie centimeter van de rand moet blijven, zodat de spouw optimaal kan ventileren.
Merk je dat je te hoog uitkomt, dan zaag je het laatste paneel bij met de decoupeerzaag. Zul je te laag uitkomen, dan schuif je de laatste panelen een halve centimeter omhoog, zodat het uiteindelijke resultaat vrij gelijkmatig blijft.
Bij de top van het dak schroef je het laatste paneel gewoon vast. De schroef wordt bedekt door een speciaal zetprofiel dat onder de dakrand komt; hiermee vermijd je dat de isolatie achter de panelen in contact komt met regenwater. Na deze laatste stap is je gevel volledig voorzien van nieuwe bekleding en straalt hij als nooit tevoren.