BouwstenenPremium

BOUWGEBREKEN VAAK DE OORZAAK VAN VOCHTPROBLEMEN

OPSTIJGEND GRONDVOCHT: EEN HELAAS AL TE VAAK VOORKOMEND PROBLEEM

Vochtig gebouw

Vocht in gebouwen kan verschillende oorzaken hebben. Het opsporen en diagnosticeren ervan is immers complex, evenals het bepalen van de juiste oplossing. Dit artikel slaat een brug tussen deze problematiek en de verschillende oplossingen die voorhanden zijn.

DE FYSICA VAN VOCHT IN STEENACHTIGE MATERIALEN

Steenachtige materialen die in oude en recente gebouwen worden aangetroffen, worden gekenmerkt door zeer fijne, doorgaans onderling verbonden openingen, die het materiaal doorkruisen. Die openingen noemen we poriën. De structuur die ze vormen is erg complex, en is bepalend voor erg veel materiaaleigenschappen: hoeveel vocht ze kunnen opnemen, hoe snel dat gebeurt, weerstand tegen verwering ... Als poriën in contact komen met water, zullen ze dit water opzuigen. Het principe van capillariteit werd lang geleden al door Leonardo Da Vinci beschreven, en werd in 1805 gekwantificeerd door de wetenschappers Thomas Young en Pierre-Simon Laplace, in de zogenaamde Young-Laplace vergelijking. De capillairen in baksteen kunnen volgens deze vergelijking water tot 10 à 15 meter tegen de zwaartekracht in omhoog laten bewegen. Uit deze vergelijking volgt ook dat fijnporeuze materialen het vocht uit grofporeuze materialen opzuigen. Het gevolg daarvan is dat een steenachtig materiaal niet rechtstreeks in contact met water moet staan om vochtig te worden. Contact met vochtige grond is voldoende voor een metselwerk om vochtig te worden: de capillairen van de steen zijn immers fijner dan die van aarde of zand. Dit wordt geïllustreerd door een simpel proefje. Hierbij plaatsen we een droge kalkzandsteen (15 x 7 x 2,5 cm³) in een vochtig zandbed (aardvochtige consistentie: 163 g water op 1,5 kg droog zand, ongeveer 11 massa% vocht). De steen is niet in contact met vloeibaar water, maar slorpt toch vocht op uit het zand. Na zes dagen bereikt het proefstuk een vochtgehalte van 5%, wat als 'problematisch' beschouwd wordt in steenachtige materialen. Het gevolg is dat metselwerk in contact met vochtige grond het vocht kan opzuigen en naar boven transporteren. In principe beweegt vocht zich in alle richtingen in metselwerk, maar vooral in de richting waar het metselwerk het droogste is. Doorgaans is dat dus naar boven. Tenzij er een vochtbarrière aan de muurvoeten zit, wat doorgaans het geval is voor gebouwen vanaf de helft van de twintigste eeuw.

VOCHT IN GEBOUWEN

oorzaak bouwproblemen

Opstijgend vocht is natuurlijk niet de enige vochtoorzaak in gebouwen. Fenomenen zoals lekken in leidingen, dakgoten, daken, infiltraties via gevels, hygroscopisch gedrag van materialen, koudebruggen (condens), spatwater … maken een goede vochtdiagnose niet eenvoudig. Bij recentere gebouwen komen daar nog allerhande problemen met betrekking tot verkeerd geplaatste muurmembranen, spouwmuren en ontoereikende ventilatie bij. Een goede visuele diagnose (soms na gedeeltelijke demontage van bepaalde elementen), aangevuld met metingen, is in veel gevallen onontbeerlijk om een volledig beeld op het vochtprobleem te krijgen. Dat is nodig, aangezien elk vochtprobleem een specifieke oplossing vergt: een breedspectrumoplossing voor vocht bestaat vooralsnog niet.

SCHADE DOOR VOCHT

wateropname in steen

Het vochtgehalte in gebouwen dient zoveel mogelijk beperkt te worden. Vocht kan rechtstreeks schade veroorzaken door materialen te vervormen, maar ook doordat vochtige materialen kapot kunnen vriezen, aangetast worden door schimmels, mossen of andere organismen, of beschadigd kunnen raken door zoutkristallisatie. Een vochtig gebouw is ook een energievretend gebouw: vochtige muren geleiden meer warmte naar buiten, en koelen bovendien af o.i.v. de verdamping van water. Het droogmaken van een gebouw is doorgaans niet voldoende om aan de heersende energienormen te voldoen, maar is wel een noodzakelijke eerste fase in dit proces. Ten slotte is een vochtig gebouw onaangenaam en vaak zelfs ongezond om te bewonen. Niet alleen door de permanent hoge luchtvochtigheid, maar ook door de schimmelgroei die ermee gepaard gaat. Verschillende vochtproblemen kunnen elkaar versterken, of komen samen voor. Muren die last hebben van opstijgend grondvocht komen typisch voor met vochtige vloeren, indien deze vloeren direct op volle grond liggen. Maar men mag ook geen té sterke verbanden maken. Zo is het onzinnig om te stellen dat condensatie steeds te maken zou hebben met vochtige vloeren. Dat kàn een oorzakelijk verband hebben, maar het is waarschijnlijker dat condensatie gekoppeld is aan overmatige vochtproductie en/of koudebruggen of onvoldoende isolatie en/of een ontoereikende ventilatie. Op dezelfde manier is het ook onzinnig om te stellen dat koude vloeren altijd vochtige vloeren zijn. Een ontoereikend geïsoleerde droge vloer zal ook 'koud' zijn.

VOCHTDIAGNOSE

interventiemethode

Het stellen van een correcte vochtdiagnose is niet steeds een eenvoudige taak: heel wat verschillende vochtoorzaken leiden immers tot heel gelijkaardige schadefenomenen, waardoor het soms moeilijk wordt om die vochtoorzaken van mekaar te onderscheiden. In eerste instantie is het steeds belangrijk een uitgebreide visuele controle van het ganse gebouw te doen. Die gaat van het kelderniveau, langs de gevels en het schrijnwerk, naar het dak. Deze informatie dient aangevuld te worden met inlichtingen vanwege de inwoners of gebruikers van het gebouw: wanneer treedt de schade op, verandert de intensiteit in de loop van de dag of het jaar, is ze eventueel verbonden met werken die in de omgeving werden uitgevoerd …? In combinatie hiermee dienen vochtmetingen uitgevoerd te worden. Een type meting waar elke aannemer over dient te beschikken zijn de snelle, indicatieve, vochtmetingen op basis van de elektrische eigenschappen van de materialen. Resistieve of capacitieve metingen zijn niet-destructief en geven snel aan waar problemen voorkomen. Ze zijn evenwel indicatief, vooral omdat ze een beperkte meetdiepte hebben, en beïnvloed worden door de aanwezigheid van metalen of zouten. Hierdoor moeten ze meestal ook gecombineerd worden met directe vochtmetingen. Die directe vochtmetingen gebeuren in de praktijk meestal met carbidemetingen, die snel zijn en een betrouwbaar vochtgehalte van materialen opleveren. Er bestaan valabele alternatieven hiervoor (bv. gravimetrie). Ook zulke directe vochtmetingen behoren eigenlijk tot de basisuitrusting van een aannemer die vochtproblemen aanpakt. Een andere basistest is het detecteren van de aanwezigheid van bepaalde zouttypes. Vooral nitraat- of chloridezouten kunnen aanleiding geven tot aanwezigheid van hygroscopisch vocht, los van enige andere vorm van vochtaanvoer. De detectie van deze types zout gebeurt snel aan de hand van zoutidentificatiestrookjes. Dit resulteert in een indicatieve meting, die soms aangevuld dient te worden met uitgebreidere laboproeven. Metingen die de evolutie van luchttemperatuur en -vochtgehalte meten, en metingen van oppervlaktetemperaturen, zijn veel minder evident voor individuele bedrijven. Hiervoor kan een beroep worden gedaan op bouwexperts of op de diensten van onder meer het WTCB.

Proef ons gratis!Word één maand gratis premium abonnee en ontdek
alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse nieuwsbrief met extra tips en exclusieve content
  • checkvolledig toegang tot het digitaal archief
  • checkonbeperkt toegang tot 3.000 bouwinstructies
  • checkonbeperkt toegang tot 1.400 instructievideo's
Heeft u al een abonnement? Klik hier om aan te melden
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?Klik hier om aan te melden

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.

Gerelateerde artikels

Elektronische diagnose blijft essentieel voor elke garage

Smart alerts, draadloze updates en op afstand gestuurde diagnose zijn termen die met de komst van automerken zoals tesla niet vreemd meer in de oren klinken. vraag blijft alleen wanneer deze verrichtingen hun weg naar de modale garage zullen vinden. uit rondvraag blijkt dat het stellen van de juiste diagnose met de hedendaagse diagnoseapparatuur immers al geen sinecure is. de juiste opleiding, ondersteuning en apparatuur kunnen hier alvast soelaas brengen.

Hoe elektrische meettechnieken correct toepassen?

Basiskennis van elektriciteit, elektronica en databussen behoort tot de basisvaardigheden van een garagist. en die kennis zal in de toekomst alleen maar crucialer worden, want door de vele elektronicasystemen in voertuigen zijn elektrische meettechnieken onmisbaar.

Toekomstbestendig dankzij specialisatie in diagnose

Het gat in de markt vinden én dichten, dat is de heilige graal waar veel onaf­hankelijke garages vandaag naar op zoek zijn. de huidige digitalisatiegolf maakt het voor dergelijke garages echter niet vanzelfsprekend om deze queeste tot een goed einde

Te weinig koelmiddel niet de enige oorzaak van warme lucht

Aircosystemen maken vandaag de dag deel uit van de standaarduitrusting van de auto. binnenkort zullen er zelfs weinig tot geen auto’s meer verkocht worden zonder airconditioning. een efficiënt aircodiagnosemiddel is dan ook essentieel voor elke garage. zonder dit hulpmiddel zou de interventie langer, gevaarlijk of zelfs onmogelijk kunnen zijn. analyse van foutcodes en resultaat­interpretatie maken deel uit van het oplossen van problemen. dit is alleen mogelijk met behulp van een efficiënt diagnosemiddel, een gestructureerde aanpak en passende ondersteuning.

Word één maand gratis premium abonnee en ontdek
alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
In dit magazine